door: Thomas van Zijl | 24 april 2014
Sporten en bewegen is gezond, maar er kan wel eens iets mis gaan, soms met een val tot gevolg. Om ervoor te zorgen dat de consequenties daarvan niet al te ernstig zijn, biedt VeiligheidNL basisscholen het lespakket ‘Vallen is ook sport’ aan. De methode lijkt te werken: het risico op letsel na een val halveert volgens onderzoek van VUmc.
Je kan zomaar vallen: thuis, op school of tijdens het sporten. Een sterke toename van het aantal jonge kinderen met een gebroken pols was voor judoleraar en valpedagoog Yos Lotens aanlei- ding om zich te storten op een speciaal lespakket. Voor de verdere ontwikkeling daarvan schakelde hij sportmarketingbureau 2Basics en Veiligheid NL in.
“Er zijn een paar honderd scholen die hier al mee werken”, zegt woordvoerder Cilia Knols van VeiligheidNL. Er zijn dus al veel gymleraren bekend met de methode, maar toch staat het lespakket deze weken speciaal in de aandacht.
Extraatje
“Scholen die het voor 30 mei aanschaffen krijgen als extraatje een speciale valclinic die gegeven wordt door een professionele trainer. Kinderen leren de basis uiteraard tijdens de lessen, maar een clinic geeft inzicht in de manier waarop de oefeningen in de gymles opgenomen kunnen worden en zet aan tot nog meer speciale oefeningen.”
Vallen hoort erbij
Valpedagoog Lotens en VeiligheidNL hebben niet de illusie dat ze iedere valpartij kunnen voorkomen. Vallen hoort nu eenmaal bij opgroeien; het is belangrijk om te weten hoe dat kan zonder grote kans op blessures. “Kinderen die een keer stevig gevallen zijn, kunnen angstig raken en het plezier in sport verliezen. Zeker op zo’n jonge leeftijd is dat zonde.”
Het lespakket ‘Vallen is ook Sport’ strekt zich uit over acht weken en is voor een belangrijk deel gebaseerd op technieken uit het judo. Van nature beschikken kinderen niet over de juiste reflexen. Ze zijn bijvoorbeeld geneigd om een arm uit te steken. Daardoor neemt de kans op een blessure toe. Tijdens de les leren ze juist om zich klein te maken en de armen dichter bij het lichaam te houden. Gymleraren zijn de aangewezen personen om hen die vaardigheden bij te brengen. Docenten ontvangen onder andere een draaiboek voor iedere les, een DVD en het boek 'Vallen en Opstaan' als achtergrondinformatie. Aan het eind van de acht weken zijn hun leerlingen niet meer bang om te vallen, weten ze hoe dat moet en passen ze het ook daadwerkelijk toe. Het lespakket kost 84 euro.
Effectieve methode
De effectiviteit van de methode is in het schooljaar 2009/'10 getest op een kleine twintig scholen en meer dan duizend leerlingen. Het Extramuraal Geneeskundig Onderzoek (EMGO) van het VUmc constateerde dat de kans op ernstig letsel door vallen met de helft afneemt als kinderen de speciale lessen hebben gevolgd. Al met al gaat het dan om een aanzienlijk aantal, want jaarlijks melden zich meer dan 57.000 kinderen in de basisschoolleeftijd op de Spoedeisende Hulp als gevolg van een val.
Goede uitvoering van het lespakket vereist naast bezieling van leraren en docenten onder andere turnringen, een wandrek en grote ballen, om vanaf te vallen. Uit de test blijkt dat de angst om te vallen afneemt als kinderen weten hoe ze de risico’s ervan kunnen beperken. Kinderen die de lessen hebben gevolgd vallen zelfs vaker, maar zijn er minder bang voor. Wel komt uit dezelfde studie naar voren dat de kennis over valtechnieken na verloop van tijd enigszins vervaagt en ze door de leerlingen ook minder worden toegepast. Knols: “Vallen en aandacht daarvoor moet zich dan ook niet alleen beperken tot de lessenserie. Het zou beter zijn de oefeningen regelmatig te herhalen.”
Voor meer informatie: www.veiligheid.nl/vallen