Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

TU Delft krijgt zijn eigen Sports Engineering Institute

door: Leo Aquina | 17 april 2014

In september 2013 werd Eline van der Kruk de eerste 'sports engineer' in Nederland. Zij studeerde in Delft binnen de mastertrack-specialisatie Sports Engineering af op een biomechanisch model dat de beweging van een schaatser kan simuleren. Achteraf blijkt het de voorbode van nog meer. Want vanaf september 2014 zal de Technische Universiteit Delft zijn eigen Sports Engineering Institute hebben. Daan Bregman en Anoek van Vlaardingen zijn de coördinatoren. “Het is in de eerste plaats een onderzoeksinstituut, maar er zullen jaarlijks ook zo’n vijf tot tien mensen afstuderen als sports engineer”, vertelt Bregman.

Het Sports Engineering Institute is nog niet officieel geopend, maar het college van bestuur in Delft heeft wel al groen licht gegeven. “In september - bij het begin van het nieuwe collegejaar - komt er een grote opening met allerlei activiteiten. We willen mensen dan ook echt kennis laten maken met sports engineering, bijvoorbeeld door ze de gelegenheid te geven in een zeilsimulator te stappen”, aldus Bregman.

Beter profileren
De Technische Universiteit kende al een minor sports innovation en met het nieuwe instituut wil Delft zich nog beter profileren op het gebied van sport. Bregman: “Het is voor studenten vaak leuk om in een afstudeeropdracht bezig te zijn op het gebied van de sport. Ook internationaal willen we onszelf hiermee profileren.”

Sports engineering is een breed en multi-disciplinair vakgebied. De specialisatie richt zich op innovaties om het menselijk lichaam en de techniek goed op elkaar af te stemmen. ‘Technologie en innovatie zijn alomtegenwoordig in de topsport en ingenieurs kunnen atleten helpen records te breken’, aldus de tekst over het Sports Engineering Institute op de website van de TU Delft.

“De onderzoeksgebieden overschrijden de faculteitsgrenzen. Er zijn dus vele faculteiten bij het instituut betrokken”, aldus Bregman, die ook in het bestuur zit van de afdeling sports engineering van KIVI NIRIA, de beroepsvereniging voor ingenieurs. Overigens richt het Sports Engineering Institute zich niet alleen op topsport. Uit Bregmans uitleg blijkt dat zowel top- als breedtesport tot de onderzoeksgebieden behoren.

Vijf onderzoekslijnen
“Het Sports Engineering Institute onderscheidt vijf onderzoekslijnen”, legt Bregman uit. “Het eerst gebied is ‘Aero- en hydrodynamica’. Daarbij moet je denken aan luchtweerstand bij bobsleeën of schaatsen, of aan weerstand in het water bij roei- of zeilboten. De tweede onderzoekslijn is ‘mensen en materialen’. We kijken daarbij naar de interactie tussen mensen en materialen. Hoe zorg je ervoor dat de materialen perfect zijn afgestemd op de sporter. We hebben op dat gebied bijvoorbeeld een vierjarig traject lopen om de perfecte rolstoel te ontwerpen voor het Nederlands rolstoelbasketbalteam. De derde onderzoekslijn is ‘Meten, feedback en simulatie’. Denk daarbij aan het gebruik van sensortechnologie om een sporter goede informatie te geven over wat hij precies doet.

“De vierde lijn is ‘Stimuleren van sporten en bewegen’. Hoe ga je producten ontwerpen om mensen te stimuleren tot sporten en bewegen. In die richting zit veel industrieel ontwerp, maar bijvoorbeeld ook bouwkunde. De vijfde en laatste onderzoekslijn is ‘Sportinfrastructuur’. Hoe bouw je sporthallen en stadions? Hoe hou je het klimaat in een sportaccommodatie in de hand? Hoe maak je een kunstijsbaan energiezuiniger? Maar ook: hoe ontwikkel je infrastructuur voor grote evenementen zoals de Olympische Spelen?”

Op dit moment heeft de TU Delft onder meer al projecten lopen op het gebied van schaatsen, roeien, zeilen, fietsen, honkbal en rolstoelbasketbal.

NISSI
Er is in Nederland lange tijd sprake geweest van de oprichting van het Netherlands Institute for Sport Science and Innovation (NISSI). In het najaar van 2013 is dat samenwerkingsverband tussen verschillende universiteiten op het gebied van sportonderzoek echter in de wachtkamer terechtgekomen omdat er nog geen duidelijkheid was over de financiële bijdrage van het ministerie van VWS. Heeft Delft daarom besloten daar niet langer op te wachten door nu met het initiatief voor het Sports Engineering Institute te komen?

“Nee”, zegt Bregman. “De plannen voor het Sports Engineering Institute lagen er al voordat het NISSI in de wachtkamer terechtkwam.” Chantal Tutein Nolthenius van InnoSportNL, dat uiteindelijk op had moeten gaan in het NISSI, weet niet wat de status van dat samenwerkingsverband op dit moment is. “Dat ligt nog bij VWS. Je ziet natuurlijk dat er in het land allerlei samenwerkingsverbanden zijn. Er was sprake van om dat allemaal op nationaal niveau te coördineren. Met of zonder coördinatiepunt, blijven allerlei partijen kennis en innovatie clusteren.”

Samenwerken
Bregman is een voorstander van intensieve samenwerking tussen universiteiten op gebied van sport. “Wij hadden graag bij het NISSI aangesloten, want wij staan altijd open voor samenwerking met andere universiteiten.”

Voor meer informatie: klik hier

« terug

Reacties: 1

-
17-04-2014
Goed initiatief dat je mag verwachten van de inmiddels beste universiteit van Nederland. Wellicht ook mooi te combineren met de samenwerking die is ontstaan met als thema Delft Systems Approach & Innovatie en waarbij de systeemkunde en creatiekunde samensmelten.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst