door: Thomas van Zijl | 27 juni 2013
De motoriek van veel kinderen laat te wensen over. Dat is op basis van wetenschappelijk onderzoek althans de conclusie van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU). Wie op jonge leeftijd niet de basisbewegingen onder de knie heeft, kan daar later hinder van ondervinden. Daarom introduceert de KNGU het Beweegdiploma.
De doelstelling is om zoveel mogelijk kinderen nog voordat ze naar de basisschool gaan een aantal essentiële vaardigheden bij te brengen. Daar hoeft geen langdurig traject aan te pas te komen, twintig lesuren moeten voldoende zijn voor de peuters en kleuters. Voor KNGU-directeur Jaap Wals staat vast dat daar behoefte aan is. “Vorige maand nog bracht de organisatie VeiligheidNL een rapport uit over het sterk toenemende aantal sportblessures in Nederland.” Wals zegt met een kwinkslag dat de publicatie met het oog op de lancering van het Beweegdiploma niet slecht uit kwam. De toename is namelijk grotendeels toe te schrijven aan de onderontwikkelde motoriek van jonge kinderen. “Daar zijn verschillende redenen voor, maar het is helder dat er te weinig bewegingsonderwijs is.”
Belang Beweegdiploma
De geringe ontwikkeling van motorische vaardigheden komt niet alleen voort uit te weinig bewegen. Ook kinderen die wel voldoende sporten, beginnen niet bij de basis. Wals: “Wie op hockey of voetbal gaat, speelt om te winnen. Het gaat om het spelletje. Voor een voetbalcoach is het belangrijker dat iemand z’n mannetje voorbij komt, dan dat hij op de goede manier beweegt.” Er is volgens de KNGU geen plek meer waar kinderen ongecompliceerd en in spelvorm leren klimmen, klauteren, duikelen en vallen. Met de introductie van het Beweegdiploma verandert dat. Via organisaties in de kinderopvang, buurthuizen, scholen en de eigen clubs hoopt Wals zoveel mogelijk ouders te bereiken die het belang van het diploma zullen inzien. “Wie goed beweegt heeft er ook meer plezier in. Er zijn veel onderzoeken die uitwijzen dat het beheersen van die vaardigheden ook effect heeft op andere terreinen, onder andere cognitief en mentaal.”
Om het initiatief tot een succes te maken en een groot publiek aan te spreken, is samenwerking nodig op lokaal niveau vereist. Met de lancering tijdens het NK in Ahoy is ook de eerste club gecertificeerd waar een beweegdiploma behaald kan worden. De KNGU heeft de ambitie om de komende maanden door heel Nederland een goede spreiding te hebben van locaties waar het diploma behaald kan worden. “De drempel moet zo laag mogelijk zijn”, zegt Wals. Mensen hoeven zich niet aan te sluiten bij een club om hun kinderen de lessen te laten volgen. Dat kan net zo goed op een school of binnen de kinderopvang.” Er zijn dus verschillende locaties denkbaar, maar het diploma heeft wel overal evenveel waarde omdat de voorwaarden overal hetzelfde zijn. Scholen en clubs volgen dezelfde methodiek en de KNGU stelt eisen aan het gebruikte materiaal en de opleidingsgraad van mensen die de cursus geven. De prijs is nog niet vastgesteld en is afhankelijk van de kosten die een club of school maakt. Wals: “Wij hebben in ieder geval geen commercieel belang.”
Nieuwe leden van secundair belang
De KNGU hoeft dus niet financieel wijzer te worden van de lancering van het Beweegdiploma. Bijkomend voordeel zou wel kunnen zijn dat mensen op jonge leeftijd in aanraking komen met gymnastiek en de turnsport. Dat zou hun interesse kunnen wekken, geeft ook Wals toe. “Dat zou een aardige bijkomstigheid zijn, maar geloof mij als ik zeg dat het voor ons van secundair belang is.” Er is de KNGU meer aan gelegen om de toegevoegde waarde van veelzijdig bewegen te onderstrepen. Volgens Wals zijn er meer dan genoeg kinderen die voldoende bewegen, het probleem zit hem eerder in het gebrek aan variatie. “Die beperkte verscheidenheid vindt zijn basis in een minder ontwikkelde motoriek en is alleen te doorbreken als kinderen daar tussen hun tweede en zesde iets aan doen. Dat is waar we voor staan. Als het aan ons ligt wordt het Beweegdiploma net zo normaal als een zwemdiploma.”
Voor meer informatie: www.gymsport.nl