door: Lennart Bloemhof | 14 februari 2013
Frans Lodérus werd in januari door 'magazine Scheids!' uitgeroepen tot scheidsrechter van het jaar 2012. De volleybalscheidsrechter was eerste leidsman tijdens de strijd om brons op de Spelen in Londen en werd op het olympisch toernooi consequent hoog beoordeeld door de wereldvolleybalfederatie FIVB, wat hem de eretitel opleverde.
Maarten Westermann is hoofdredacteur van het kwartaalblad voor en over scheidsrechters, dat in 2008 werd opgericht in samenwerking met zestien sportbonden, NOC*NSF en het ministerie van VWS. De hoofdredacteur had graag meer moeite met de uitverkiezing gehad. Over de concurrenten van Lodérus is Westermann namelijk helder. “Je zou bijna kunnen zeggen dat die er niet waren. Bij de verkiezing kijken we alleen naar topprestaties van Nederlandse arbiters en dan bepaal je - met in het afgelopen jaar de Olympische Spelen als hoogtepunt - wie de beste was. Dat was in negatief opzicht lastig zoeken.”
Volgens Westermann is het matig gesteld met de prestaties van de Nederlandse arbitrage op mondiaal topniveau. Hij voegt daar wel aan toe dat die schaarste te maken heeft met het gemis van lobby’s, die een grote rol spelen bij keuzes voor arbiters in de topsport. “Op dit moment zijn er relatief weinig Nederlandse topbestuurders in wereldwijde sportorganisaties en -commissies. Als je zoals ons land een top tien ambitie hebt, moet je dat eigenlijk ook terugzien in besturen en arbitrage.” De keuze voor Lodérus was snel gemaakt na een overleg tussen Westermann en een redactieraad, met daarin verschillende sportdisciplines. Het is de vierde keer dat Scheids! de verkiezing organiseerde.
Nuchter
Lodérus zelf bekijkt zijn uitverkiezing nuchter. “Ik laat het allemaal op me afkomen en heb het al een paar keer meegemaakt. Door de Nederlandse volleybalbond ben ik ook al zes of zeven keer verkozen tot volleybalscheidsrechter van het jaar.” Terwijl hij nog eens nadenkt, erkent hij: “Maar dit is toch wel weer iets specialer”.
De Brabander is al vele jaren een bekend gezicht in de mondiale volleybaltop. “Een uit de hand gelopen hobby”, noemt hij zijn scheidsrechterscarrière. Zelf begon de bijna twee meter lange Lodérus als volleyballer. “Dan ben je het wel eens niet eens met een beslissing en roepen mensen: ‘Dan ga je toch zelf die bok op?’
“Dat heb ik toen gedaan en ik vond het nog leuk ook. Als dan anderen vinden dat je het goed doet, groei je langzaam door in het vak. Van de nationale competitie, via internationale toernooien tot EK’s, WK’s en de Olympische Spelen.” Twee keer was hij actief op een olympisch toernooi: Peking (2008) en Londen (2012). “Dat zijn echt de krenten uit de pap”, zegt hij over zijn olympische avonturen. “De World League finales zijn ook superpotjes, maar de Spelen: daar doe je het voor.”
Vaak van huis
Lodérus combineert zijn arbiterwerk met een fulltime baan als coördinator bij een transportbedrijf. In tegenstelling tot voetbalscheidsrechters kan hij niet alleen rondkomen van zijn arbiterwerk. Hij berekent dat hij de laatste tien jaar gemiddeld veertig dagen per jaar aan zijn scheidsrechterswerk kwijt was. “Maar gelukkig is mijn werkgever flexibel”, zegt hij. Mid-januari was hij nog in de Italiaanse stad Trento, waar hij het topduel tussen Trentino Diatec en Dinamo Moskou leidde in de CEV Champions League.
In die lange carrière langs volleybalvelden merkt Lodérus dat het niveau van de sport stijgt. “Vooral de laatste jaren. De kracht en snelheid van die mensen is waanzinnig waardoor de bal bijna niet meer te volgen is. Om te zien of een bal dan wel of niet op de lijn is, kan je met het blote oog nog nauwelijks te zien.”
Hulpmiddelen
Lijntechnologie zoals Hawk-Eye - ingeburgerd in sporten als tennis en cricket - zou voor volleybalscheidsrechters een ideaal hulpmiddel zijn, meent Lodérus. Bij de Final Four in 2012 (de finale van het Europese clubvolleybal), georganiseerd in de Poolse stad Lodz, werd Hawk-Eye gebruikt, maar de FIVB vond het te vroeg om het systeem te gebruiken op de Spelen.
Lodérus bevestigt dat - net als in het voetbal en de FIFA - hogere bestuurslagen van de volleybalfederatie nogal sceptisch zijn over de implementatie van elektronische hulpmiddelen. “Ik denk niet dat ik dat nog zal meemaken als scheidsrechter, maar ik denk wel dat het er uiteindelijk van zal gaan komen.”
Pensioen
Lodérus is nu 53 jaar. Over twee jaar moet hij met ‘verplicht’ pensioen als internationale scheidsrechter. De FIVB hanteert een leeftijdsgrens van 55 jaar voor internationale arbiters. Londen was dan ook het laatste olympische uitstapje voor Lodérus als scheidsrechter. Tijdens het toernooi fluisterde iemand in zijn oor dat hij eventueel als tweede scheidsrechter de olympische finale zou mogen doen. Hij bedankte voor de eer en bracht liever als eerste scheidsrechter de strijd om brons tot een goed einde.
Of hij daar spijt van heeft, nu een half jaar na dato? “Nee. Als eerste scheids ben je meer een bepalende factor. Dat vind ik eervoller. Ik heb de finale gezien, het was een schitterend duel en ik vond het mooi zo.”
Eventueel zou Lodérus na zijn internationale pensioen - eind 2014 - nog wel duels in de Nederlandse competitie mogen leiden. “Maar daar stop ik dan ook mee, denk ik. Ik ga liever mijn ervaring overbrengen op jonge scheidsrechters. Wij zijn nu al bezig met een masterclass op dat gebied.”
Geen bokaal, wel bloemen
Als scheidsrechter van het jaar ontving Lodérus geen bokaal, maar bracht Scheids!-hoofdredacteur Westermann hem een bloemetje. Dat hij degene is die scheidsrechters moet eren, vindt hij eigenlijk ongepast. “Eind 2011 heb ik al eens een open brief naar NOC*NSF-voorzitter André Bolhuis gestuurd”, zegt Westermann. “Ik vind namelijk dat scheidsrechters een plek moeten krijgen op het Sportgala, tussen de coaches, sporters en sportploegen. Sport kan niet zonder arbitrage en scheidsrechters zetten net zo goed een topprestatie neer. Iedereen heeft nu wel de mond vol over respect richting arbitrage, maar dan moet je als sportkoepel en sportbonden daar ook recht aan doen.”
Voor meer informatie: klik hier