door: Lennart Bloemhof | 24 januari 2013
Werkgevers in de Sport (WOS) ondersteunde in 2012 meer dan 25 sportorganisaties met het aanvragen van vergunningen voor buitenlandse sporters en coaches. Steeds vaker kijkt de Nederlandse sportwereld over de grens. Marjolijn Spoorenberg, beleidsadviseur bij de WOS, benadrukt het belang van gedegen papierwerk bij dergelijke transfers.
“Je merkt dat sommige sportorganisaties nog niet weten wat er precies geregeld moet worden als ze iemand uit het buitenland willen halen”, zegt Spoorenberg. Van hockeyclubs, via de verschillende sportbonden tot ijshockey- en cricketverenigingen. Allerlei sportinstanties klopten vorig jaar bij de WOS aan.
“Van sommigen die buitenlandse spelers/coaches naar Nederland halen horen we nooit wat, die regelen de aanvragen zelf.” En dat is absoluut geen probleem, benadrukt Spoorenberg. “We vinden het juist goed als een organisatie zelf de zaken regelt, maar ze moeten dan wel de juiste dingen doen. Daar zijn wij voor.”
Bureaucratisch web
Deze organisaties hebben voldoende geld, tijd en kennis tot hun beschikking om probleemloos een speler of coach uit het buitenland te halen. Zo ondersteunt de Federatie van Betaald Voetbal Organisaties (FBO) regelmatig clubs uit het betaald voetbal aangaande verblijfsvergunningszaken. Bonden of clubs in andere sporten hebben die middelen lang niet altijd, ervaart Spoorenberg.
Sinds 1 oktober jl. werkt ze voor de WOS. In die ruim drieënhalve maand heeft Spoorenberg veel aanvragen voorbij zien komen, maar ook sportclubs zien stranden in het web van de benodigde handelingen dat bij buitenlandse sportinput komt kijken. “Het is veel papierwerk en een kwestie van de juiste dingen opsturen, anders kom je weer achteraan in de rij en dreigen boetes. Dat vereist expertise.”
Vaak komen sportverenigingen of bonden zelf met een vraag bij de WOS wanneer ze een buitenlandse speler of trainer op het oog hebben. “Dan geven wij eerst advies”, legt Spoorenberg uit. “Pas in een latere fase overleggen we met de club of wij de hele aanvraag overnemen. Er zijn allerlei varianten. Zo doen clubs het soms ook zelf en toetsen wij alleen de aanvraag.”
Nauwgezet traject
Volgens de beleidsmedewerkster luistert de regelgeving voor het halen van een buitenlandse speler of coach nauw. Er moet bijvoorbeeld een contract klaarliggen met daarin een marktconform salaris. Paspoortgegevens moeten compleet zijn en er moet een bewijzen van kwaliteiten van de speler/coach zijn afgegeven.
Vervolgens dient de WOS een aanvraag in bij instantie(s) als sportbonden besluiten de vergunning via de werkgeversorganisatie regelen. Spoorenberg: “Voor spelers buiten de Europese Unie moet er veel geregeld worden. Verder moeten die vaak in het buitenland wachten tot de adviesaanvraag is goedgekeurd.”
Vergeleken met standaardverblijfsvergunningen zijn de regels voor sportclubs wel iets soepeler. De werkgever hoeft bijvoorbeeld niet verplicht een vacature te hebben uitstaan (vacatureplicht) voor spelers. Maar wanneer een sportvereniging een buitenlandse coach of een trainer wil aantrekken, geldt deze vacatureplicht in vrijwel alle gevallen wel.
Regelgeving
Op het gebied van verblijfsvergunningen en tewerkstellingsvergunningen voor buitenlandse sporters en coaches is weinig veranderd met de komst van het nieuwe kabinet. “Het zijn duidelijke regels”, zegt Spoorenberg. Toch erkent zij dat de regels soms wel veel tijd en werk kosten, bijvoorbeeld wanneer transfers haast vereisen.
“Soms zijn er unieke gevallen, en sport is een uniek werkterrein. Dan zijn de regels soms iets te strak.” Spoorenberg wil niet op specifieke gevallen ingaan. “Maar wij hebben een directe lijn met het UWV en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Die denken goed met ons mee en helpen waar mogelijk. Wij hebben afspraken met hen over versnelde procedures.”
Die directe lijn onderstreept de nauwe band van de WOS met de overheid. “Wij zijn niet commercieel, maar een werkgeversorganisatie: bonden zijn lid van ons”, zegt de adviseur. De werkgeversvereniging rekent een kostendekkend tarief voor vergunningsbijstand. Op dit moment is dat 50 euro per uur aan sportverenigingen, tot een maximum van 800 euro. Bij bonden is dat 40 euro per uur - als lid van de WOS - tot hetzelfde maximum. Die tarieven worden binnenkort herzien, maar niet om winst te maken. “Wij willen dingen gewoon goed regelen. Daar heeft de overheid ook baat bij. Vroeger, als je rondkeek bij sportclubs, zag je veel mensen die eigenlijk niet in Nederland mochten zijn. Dat is nu minder en daar dragen wij aan bij.”
Preventief advies
Toch weten veel sportorganisaties nog niet dat de WOS vergunningshulp aanbiedt. Volgens Spoorenberg sneeuwt de service snel onder in het brede dienstenpakket van de WOS. “Daarom zetten we zoveel mogelijk tips alvast op onze website, als een soort geheugensteun. Al is het maar zodat bonden weten waar ze ‘ja’ tegen zeggen, bijvoorbeeld in contracten.”
Met die preventieve adviestaak wil Spoorenberg verder bezig gaan. Zo moeten sportorganisaties op tijd beginnen met het indienen van een aanvraag voor een nieuwe buitenlandse speler/coach. Notie van die tijdige procedure is essentieel voor organisaties. “Ook moeten clubs die de buitenlandse spelers en coaches graag langer in Nederland willen houden, weten dat daarvan niet alleen de contracten maar ook de vergunningen moeten worden verlengd. Met die contract- en vergunningenverlenging moet op tijd worden begonnen, anders moeten ze weer terug.”
Ze verwacht dat sportclubs en bonden dit jaar de WOS meer weten te vinden dan vorig jaar, om de zaken voor buitenlandse sporters/coaches of trainers en de sportorganisatie (beter) te regelen. De eerste weken van 2013 stemmen haar hoopvol. “Ik merk wel dat er steeds meer bewustwording ontstaat om dingen goed te regelen in de sportwereld, wanneer een buitenlandse speler of coach wordt gehaald.”
Voor meer informatie: klik hier