Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Archief-Nieuwsberichten-Item

Joop Alberda legt topsportfundament bij roeibond 20 december 2012

door: Lennart Bloemhof | 20 december 2012

Joop Alberda is nu ruim twee weken aan de slag als topsportadviseur bij de Nederlandse roeibond (KNRB). Missie: in drie maanden een internationale topsportfundament leggen bij coaches, atleten en bond. Op dit moment inventariseert de ervaren topsportmanager intern bij de roeiers, coaches, bond en oud-roeiers, om in het nieuwe jaar knopen door te hakken.

Na het vertrek van René Mijnders als technisch directeur bij de roeibond in oktober, opereerde de KNRB zonder technisch hoofd tot de tijdelijke aanstelling van Joop Alberda, begin december. Hoewel Alberda officieel als ‘topsportadviseur’ werkt onder naam van de KNRB en NOC*NSF, heeft hij het mandaat om ‘noodzakelijke beslissingen te nemen’.

Internationale topsportstandaard
Athlete centered, coach driven, performance oriented’ is het motto dat Alberda aanhangt bij zijn opdracht. Hij dicht coaches een belangrijke rol toe in de reorganisatie die hij bewerkstelligt. “Anders is het een dood project.” Maar wat de sportmanager nog belangrijker vindt is duidelijkheid, gebaseerd op internationale topsportregels. “De basis van topsport is overal hetzelfde. Alleen het decor is anders. Er zijn veel wegen die naar Rome leiden, maar iedereen moet uiteindelijk over dezelfde weg naar het stadion.” Kortom, het moet op één lijn binnen de roeibond, volgens de oud-technisch directeur van NOC*NSF. Het Romeinse stadion moet volgens hem de Amsterdamse Bosbaan worden.

“Dat moet straks echt een Center of Excellence worden voor elke Nederlandse roeier. Zo’n topsportcentrum is het voorbeeld van een eis die komt uit het internationale veld.” Alberda streeft er naar om na zijn drie maanden in KNRB-dienst vooral geen poldermodel gecreëerd te hebben. En een gebrek aan visie kan de gouden volleybalcoach van Atlanta 1996 niet verweten worden.

Sportideeën van onder andere volleybalcoach Arie Selinger en schaatscoach Peter Mueller vormen de basis van de ‘topsportstandaarden’ die Alberda aanhoudt: internationale sportrichtlijnen op gebieden zoals trainingsprogramma’s, begeleiding, voeding en herstel, materiaal, accommodaties, reizen en transport.

Laatste stap
Op de Olympische Spelen in Londen behaalde de Nederlandse roei-equipe één medaille (brons, Vrouwen Acht). Met oog op het WK roeien van 2014 - gehouden in Nederland - is er haast geboden bij de stap naar roeisucces. Die stap is niet heel groot, volgens Alberda, maar wel cruciaal.

“De fijnafstemming die nodig is, zit in het omvormen van een bepaalde cultuur: het creëren van een soort helderheid en hardheid. En dat kan niet op het laatste moment rechtgetrokken worden. Daar moet een goede basis voor liggen.”

Hij pleit voor het inslijten van automatismen bij bond, coaches en roeiers. “Want zodra het verstand ertussen komt, gaat het mis”, zegt Alberda. “Mijn missie is nu om iets neer te leggen waaruit die automatische piloot kan ontstaan, om daar in Rio 2016 voordeel mee te doen. Nu gaat dat via een soort snelkookpan in drie maanden, waarna uiteindelijk een sfeer van veiligheid, duidelijkheid en vertrouwen moet ontstaan voor coaches en roeiers.”

Oppassen met uitzonderingen
Oppassen met uitzonderingen is het devies van Alberda, bij het creëren van die automatismen. “Er wordt vaak overal commentaar op gegeven. Dat heeft voor- en nadelen. Maar ooit zul je je moeten ‘overgeven’ aan het programma. En wel onvoorwaardelijk. Je zult de internationale wetten moeten respecteren en accepteren. Daar is geen onderhandelingsruimte. Je kunt wel boos zijn over een snelheidslimiet, maar hij blijft wat hij is.”

Alberda benadrukt dat zijn topsportreorganisatie voornamelijk door de huidige roeigeneratie als hinderlijk kan worden ervaren. “Maar ik hoop en verwacht dat het ook voor hen logisch zal zijn. Nieuwe generaties weten straks niet beter. Voor hun is dan de Bosbaan hét roeicentrum van Nederland.”

“Ik vergelijk het met volleybal”, vervolgt Alberda. “Als bijvoorbeeld Ron Zwerver tegen mij had gezegd: ‘ik ga gewoon in Sneek trainen, want dat vind ik veel makkelijker en die hal is mooier’, terwijl wij ons een ongeluk trainden in de Bankras in Amstelveen. Dat werkt niet. Zo is dat bij elke sport. Er is volgens mij geen reden om te denken dat tweetjes, viertjes of een acht uitzonderingen op de regel kunnen maken.

Alberda juicht een inspirerende omgeving - waar de besten van het land bij elkaar zijn - toe. “Het is vergelijkbaar met een conservatorium: het creëren van een succesvolle omgeving die inspireert. Dat maatwerk het uitgangspunt is, is allang in internationale topsport aangetoond. Het is maatwerk gebaseerd op een systeem.”

Hij benadrukt dat zijn voornemens niet in een korte periode bewerkstelligd zijn. “Maar dat wordt wel het einddoel. En met het WK in eigen land voor ogen, en verderop Rio, zie ik geen reden waarom dat niet zou kunnen. De tijd is er rijp voor.”

Brede basis leggen
Alberda benadrukt dat personele besluiten en roeispecifieke keuzes eerder door de permanente technisch directeur gemaakt worden, die de roeibond uiterlijk in maart 2013 hoopt te presenteren. De topsportadviseur is er vooral om het brede fundament te leggen.

“Ik kan mij nu wel heel erg druk gaan maken over het aankomende trainingskamp in Portugal, in januari, maar ik houd me liever bezig met de lange termijn. Anders wordt mijn aanstelling een soort interbellum, zonder dat er veel verandert. Wel zullen besluiten worden genomen die een internationaal karakter hebben.”

Daar moet ook de toekomstige technisch directeur vanuit gaan, vindt Alberda. “Daarbij kan het wel zo zijn dat er straks pijnlijke keuzes gemaakt worden. Die kunnen pijnlijk zijn voor coaches en roeiers, maar ook voor de bond.”

Hij heeft niet de illusie die cultuuromslag bij de roeibond ‘even’ te bereiken. “Maar het is belangrijk dat we de spelregels van topsport bewaken. Die moeten een soort handtekening krijgen bij de roeibond. De handtekening van coaches moeten daar onder staan, maar ook die van de nieuwe technisch directeur.”

Drie drukke maanden
Op dit moment is Alberda druk met een rondgang binnen de roeibond. Zo heeft hij al met roeiveteraan Diederik Simon gesproken, een expertteam van vier oud-toproeiers om zich heen verzameld (Irene Eijs, Gerritjan Eggenkamp, Nico Rienks en Henk-Jan Zwolle) en ook heeft hij al drie keer met Antonio Maurogiovanni gesproken, hoofdcoach van de zware mannen. Maurogiovanni werd kort voor de Spelen als coach van de Holland Acht vervangen door René Mijnders. Na de Spelen bekritiseerden enkele roeiers - waaronder Rogier Blink - de werkwijze van de Italiaan in Nederlandse dienst.

Conclusies trekt Alberda nog niet. “Na die gesprekken kan ik bijvoorbeeld niet zeggen of Maurogiovanni goed of slecht is. Ik neem nu alles in me op, noteer alles. Spreek met zoveel mogelijk mensen, combineer dat met vele evaluaties. Trek daarna conclusies en kom daarna met de consequenties.”

Tot de kerst voert Alberda gesprekken. Daarna gaat hij met ‘kerstreces’. “Dan sluit ik mezelf een week op en neem ik alles door.” In het nieuwe jaar gaat hij dan opnieuw met onder andere coaches en roeiers en het expertteam in gesprek, en confronteert ze met zijn bevindingen.

Ondertussen zoekt de roeibond verder naar een permanente technisch directeur, waarvoor de sollicitatie-uitnodigingen begin deze maand zijn verstuurd. Alberda zit niet bij de sollicitatiegesprekken. “Ik weet wel wat namen, meer niet. Eventueel kan ik wel advies geven, want het is belangrijk dat het topsportfundament straks gehandhaafd blijft, voor in ieder geval de komende vier jaar.”

Voor meer informatie: www.knrb.nl

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst