door: Roel Mazure | 19 juli 2012
“Veel verenigingen klagen over gebrek aan kader, maar slechts weinige pakken de werving gestructureerd aan”, stelt Jan Soek, ontwikkelaar en coach van een kaderwervingsaanpak die door de Nederlandse Culturele Sportbond van harte omhelsd is. Met opmerkelijk succes.
Atletiekvereniging Hanzesport wierf ‘tientallen’ nieuwe vrijwilligers, Watervrienden IJmuiden ruim dertig, de Apeldoornse Watervrienden 36 en Watervrienden Lisse 46. Basketbalvereniging Arnhem Eagles kwam tot 65 nieuwe kaderleden, maar de Eindhovense Watervrienden spannen voorlopig de kroon met maar liefst 92 nieuwe vrijwilligers. “Als ik over deze resultaten vertel bij sportverenigingen is de eerste reactie altijd: ‘Dat kan niet!’”, vertelt Jan Soek. “Dan krijg ik te horen dat ze al van alles hebben geprobeerd en dat zulke resultaten er bij hun vereniging echt niet in zitten.” Soek moet daar om lachen. “Want als ik vervolgens vraag wat zij dan precies gedaan hebben, blijken al die verenigingen het min of meer op dezelfde manier verkeerd te doen.”
Sociale sportbond
Soek ontwikkelde op basis van zijn eigen ervaringen in het verenigingsleven een aanpak die hij met succes beproefde in opdracht van de Gelderse Sport Federatie. Vervolgens kwam hij in contact met de Nederlandse Culturele Sportbond (NCS) die de aanpak inmiddels heeft opgenomen in het service-portfolio. De NCS is een sportkoepel die de recreatieve sport voorop stelt. Daarbij maakt de organisatie geen onderscheid tussen religies, seksuele geaardheid of culturele achtergrond. Doel van de NCS is bij te dragen aan een sociaal verbindende en humane samenleving, onder meer door sport en bewegen in een menswaardige ontspannende cultuur te stimuleren. Zo’n honderd sportverenigingen zijn bij de NCS aangesloten, waaronder sterk uiteenlopende verenigingen als homosportverenigingen, Majorette- en Twirlverenigingen en hondensportverenigingen. Lid van de NCS zijn bovendien verenigingen die aan kleine sporten doen, zoals koersbal, Koreaanse zelfverdediging en Nordic Walking. Daarnaast kent NCS een flinke sectie Zwemmen en Martial Arts.
Verenigingen kiezen deels uit overtuiging voor een lidmaatschap van de NCS. Die voelen zich niet thuis bij NOC*NSF dat in hun ogen teveel op prestatiesport is gericht. Andere verenigingen sluiten zich aan omdat zij binnen NOC*NSF helemaal niet vertegenwoordigd zijn, maar met het oog op verzekeringen, gemeentelijke subsidie en het recht op accommodatie bij een bond aansloten moeten zijn. De NCS ondersteunt aangesloten verenigingen met verschillende diensten, waaronder cursussen. Bovendien kunnen verenigingen en aangesloten bonden hun administratie aan de NCS uitbesteden. Ook het Kaderwervingsproject dat Jan Soek ontwikkelde, behoort inmiddels tot het dienstenpakket van de NCS.
Vissen in dezelfde vijver
Dat Kaderwervingsproject is een traject dat bestaat uit vijf bijeenkomsten van twee uur en een actieweek, allemaal binnen een periode van drie tot vier maanden. Deelnemende verenigingen doen hieraan mee met een projectteam van maximaal vijf personen. Over de inhoud van de bijeenkomsten is Soek enigszins terughoudend. Hij wil wel vertellen wat veel verenigingen verkeerd doen bij het werven van kader. “Een veel voorkomende fout is dat een vereniging steeds in dezelfde vijver vist”, legt hij uit. “Vaak wordt aan een beperkt groepje mensen gevraagd om ‘een uurtje’ iets voor de vereniging te doen. Maar in de praktijk groeit dat uurtje snel uit tot meer. Dat is meteen de tweede fout. Door te zeggen dat het om slechts een uurtje gaat, wek je uiteindelijk wantrouwen.”
Een van de bijeenkomsten van het wervingsproject is dan ook gericht op het helder verwoorden van de taken van vrijwilligers. “Dat moet net zo duidelijk als op die briefjes bij een uitzendbureau”, vindt Soek. “Vrijwilligers moeten weten waar ze aan toe zijn.” Nog een basisfout zijn algemene wervingsacties met stukjes in het clubblad of een poster in de kantine. “Veel te vrijblijvend”, oordeelt Soek. Datzelfde geldt voor oproepen tijdens een ledenvergadering. “Daarmee maken verenigingen verschillende fouten tegelijkertijd. Ten eerste zijn ledenvergaderingen saai; verenigingen zouden die leuk moeten aankleden waardoor het voor meer leden interessant is om te komen. Ten tweede zie je bij jaarvergadering vaak alleen leden die toch al actief zijn. Daar is een oproep voor nieuw kader dus vergeefse moeite.”
Actieweek als apotheose
Soek’s kaderwervingsproject werkt in vier bijeenkomsten toe naar een actieweek waarin leden actief benaderd worden. “Op plaatsen en momenten waarop veel leden aanwezig zijn, bijvoorbeeld tijdens trainingen.” De laatste bijeenkomst uit de cyclus is gericht op de begeleiding en dus op het behoud van kader. Soek licht dat toe met een grapje. “Tijdens bijeenkomsten vraag ik wel eens hoe lang kaderleden al actief zijn voor een vereniging. Dan hoor je dat bestuurders bijvoorbeeld al 25 of dertig jaar actief zijn. Vaak zit er ook nog een jonkie tussen die acht maanden bezig is. Die adviseer ik om morgen op te zeggen. Waarom? Omdat die dan omstandig bedankt wordt voor zijn bewezen diensten. “Je gaat toch niet 25 jaar wachten op een bedankje van de vereniging?”
De moraal van Soeks verhaal: verenigingen moeten veel meer aandacht besteden aan de manier waarop zij met vrijwilligers omgaan. “Veel complimenten geven en regelmatig laten blijken dat je hun inzet waardeert!”
Groeiende belangstelling
Volgens Jan Soek groeit de belangstelling voor zijn aanpak sterk. Heeft hij zelf eigenlijk voldoende kader om het project bij verenigingen uit te voeren? “Jazeker. Ik heb een heel team van (sport)docenten die ik getraind heb om dit project uit te voeren”, verklaart hij. Niet alleen verenigingen die bij de NCS zijn aangesloten kunnen meedoen aan het project, alle andere verenigingen maar ook sportbonden, provinciale sportraden en gemeenten zijn welkom.
Voor meer informatie: NCS, 026-381 6009, sporttogether@penkreatie.nl of www.sport4all.nl