Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Archief-Nieuwsberichten-Item

‘Superseat’ kan het verschil maken tussen zilver en goud 9 juni 2011

door: Leo Aquina | 9 juni 2011

“Het is eigenlijk bijna te simpel voor woorden: een vaste verbinding tussen de roeier en zijn zitje”, legt Mathijs Hofmijster uit. De bewegingswetenschapper van de Vrije Universiteit Amsterdam is het brein achter de Superseat, een innovatie waarmee zowel toproeiers als recreanten aanmerkelijke progressie kunnen boeken in hun prestaties. Hofmijster hoopt zijn vinding volgend jaar op de Olympische Spelen in Londen terug te zien, maar niets is zeker.

Hoewel Hofmijster zelf een roeier is, komt het idee voor de Superseat niet van hemzelf: “Kennelijk is er iemand van buiten de sport nodig om er met een frisse blik naar te kijken. In mijn promotietijd viel het mijn co-promotor Knoek van Soest bij een roeionderzoek in het buitenland op dat onervaren roeiers vaak het zitje onder hun billen verloren. Hij vroeg zich af waarom de roeiers zichzelf niet gewoon vastmaakten.” Hofmijster legt uit waarom het ook voor een geoefende roeier een voordeel kan zijn om aan zijn zitje vast te zitten. “Als een roeier aan zijn riem trekt, trekt hij zichzelf gedeeltelijk naar boven. Hoe harder de roeier aan de riem trekt, hoe harder hij omhooggetrokken wordt. Dat impliceert dat er een maximumkracht is waarmee de roeier aan zijn riem kan trekken. Trekt hij te hard, dan komt hij met zijn billen los van het bankje. Als de roeier aan zijn zitje vastzit, kan hij dus meer kracht zetten.”


Vijftien procent meer vermogen

Van Soest onderzocht met computersimulaties wat er zou gebeuren als een roeier aan zijn zitje vastzit en Hofmijster zette dat onderzoek voort met proefpersonen op de ergometer. “Maar een ergometer zinkt, zo luidt een gezegde in de roeiwereld”, aldus de bewegingswetenschapper. Om echt iets zinnigs te kunnen zeggen over de Superseat, moest hij het systeem testen in een echte boot. “Als je een geoefende roeier vastbindt aan het bankje en je vraagt hem een stukje zo hard te roeien als hij kan, blijkt hij wel tien tot vijftien procent meer vermogen te kunnen leveren. Dat is gigantisch als je nagaat dat in de topsport een verschil van één procent vaak al doorslaggevend is.”

Een roeier kan met de Superseat harder aan de riem trekken, maar die energie is niet gratis. Om harder te trekken, moet de roeier ook meer brandstof verbranden. “Het was dus nog de vraag of het ook rendement zou hebben over een langere afstand”, vertelt Hofmijster. “Dat bleek zo te zijn, maar de verschillen zijn wel wat minder. Het gaat om ongeveer twee tot drie procent in vermogen, in termen van tijd is dat één tot twee seconden per race. Als je naar de uitslagen van de Olympische finales en de WK’s in de afgelopen tien jaar kijkt, was het verschil tussen goud en zilver altijd binnen de twee seconden.”

Spanbanden van de Bouwmarkt
Technisch was de ontwikkeling van de Superseat niet eenvoudig, hoewel het vastmaken van de roeier aan zijn zitje simpel is. “Dat deden we aanvankelijk gewoon met spanbanden van de Bouwmarkt, maar dat is natuurlijk niet zo veilig als je omslaat. Uiteindelijk hebben we gekozen voor klittenband. Een strook gaat onder het zitje door en de roeier heeft een riem om zijn heupen met daaraan twee flapjes die hij vastklit aan die strook”, aldus Hofmijster. Het stoeltje was een groter probleem. Het rolmechanisme van een normaal roeizitje is er niet op berekend dat er aan het zitje wordt getrokken, dus dat vereiste een aanpassing. De kosten daarvan zijn vooralsnog ongeveer 250 euro per bankje. “Op dit moment is dat een behoorlijke drempel. Als de Superseat commercieel geproduceerd zou worden, gaan die kosten natuurlijk omlaag.”

Olympische Spelen
Een van de redenen om de Superseat nog niet met een marktpartij in productie te nemen, zijn de reglementen. Er is onder meer tijdens het WK voor studenten in wedstrijdverband met de Superseat geroeid en de faculteit bewegingswetenschappen van de VU heeft een ploeg van roeivereniging Okeanos voorzien van de zitjes. “Het was mijn idee om gewoon met de Superseat in wedstrijden te starten, maar de club heeft ervoor gekozen het systeem pas te gebruiken als het daadwerkelijk door de bond is toegestaan”, aldus Hofmijster. “Vorige week kreeg ik van de Nederlandse bond bericht dat de Superseat wordt toegestaan, maar internationaal is het nog niet zover.”

Hofmijster had aanvankelijk gehoopt de Superseat al tijdens de Olympische Spelen van 2008 in Peking aan een Nederlandse ploeg te leveren, maar dat ging vanwege kinderziektes niet door. Die kinderziektes zijn inmiddels verholpen en een aantal nationale toproeiers is enthousiast over de innovatie. De Superseat kan de Nederlandse roeiploegen nu volgend jaar op de Spelen van Londen voordeel bieden. Als de internationale roeibond de innovatie toestaat, is één van de voorwaarden weliswaar dat het systeem voor iedereen beschikbaar is, maar de Nederlandse ploegen hebben dan al uitgebreid de tijd gehad om ervaring op te doen met het nieuwe systeem.
« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst