De vraag van… Bas van de Goor, oud-volleybalinternational en oprichter van de Bas van de Goor Foundation
Aan… Yves Kummer, oud-rugbyer en directeur van reclamebureau Kumpany
De vraag
Van medio september tot eind oktober wordt het WK Rugby in Engeland gehouden. Welke rol speelt Nederland op het Nederlandse podium? Hoe zou die in jouw ogen een boost kunnen krijgen?
Het antwoord
In het rugby kunnen spelers redelijk makkelijk voor een ander land uitkomen. Ze hoeven slechts drie jaar in dat land te wonen en rugby te spelen en ze mogen als senior niet voor een ander land zijn uitgekomen. Zo zijn er de broers Tuilagi, de één speelt voor zijn geboorteland Tonga en de ander voor Engeland, de in België geboren Vincent Debaty speelt voor Frankrijk en er doen maar liefst zestien Zuid-Afrikanen bij het WK mee bij andere landen. Nederlandse trots tijdens het WK is Tim Visser die voor Schotland speelt. Zijn vader speelde voor Nederland en zo ook zijn broer.
"De prestaties van onze jeugdteams zijn aanzienlijk verbeterd, ze spelen competitief tegen A-landen en -teams"
In Nederland hebben wij inmiddels een zeer goed opleidingssysteem door vier goed georganiseerde Academies. De prestaties van onze jeugdteams zijn dan ook aanzienlijk verbeterd, ze spelen competitief tegen A-landen en -teams. Buitenlandse scouts hebben dat inmiddels ook ontdekt. Er zijn inmiddels een aantal jeugdspelers opgenomen in jeugdopleidingen van buitenlandse clubs, bijvoorbeeld Donny van der Veen (Lille Metropole), Daniel Bouwens (Western Province), Duncan McDonald (Sharks < 19), Conrad van der Klaauw (Western Province), David Weersma (Western Province) en Krijn Twigt (ASM Clermont Auvergne).
Zoals de meeste sportbonden heeft de Nederlandse Rugby Bond ook ambities om hoger op de ranglijst te komen. Dit doen ze door een meersporenbeleid. Enerzijds zullen topspelers het avontuur in het buitenland opzoeken. Daarnaast is er een Nationaal Trainingscentrum gestart waarbij de spelers die uit de Academie komen met elkaar centraal gaan trainen (doel zo’n twintig uur per week).
"Hoewel begrijpelijk, zou het jammer zijn dat spelers die voor een groot deel in Nederland zijn opgeleid voor een ander land zouden gaan uitkomen"
De ambitie is om met deze aanpak over acht tot twaalf jaar deel te kunnen nemen aan een WK. Als de spelers niet kiezen voor een ander land... Hoewel dat begrijpelijk zou zijn, zou het wel jammer zijn dat spelers die voor een groot deel in Nederland zijn opgeleid voor een ander land zouden gaan uitkomen.
Dus ook als wij het WK in 2023 niet halen verwacht ik wel dat we kunnen genieten van een aantal Nederlanders die uit zullen komen voor andere landen.
Volgende keer het antwoord op de vraag van Yves Kummer aan Jac Orie, schaatscoach bij Team Lotto NL-Jumbo:
Waren schaatsers van 30 à 40 jaar geleden echt slechter dan nu? Of ligt het alleen aan het ijs en de materiaalontwikkeling dat schaatsers tegenwoordig veel sneller gaan?