- De vraag van… Sven de Langen, wethouder Volksgezondheid, Zorg, Ouderen en Sport in Rotterdam
- Aan... Gerard Dielessen, algemeen directeur NOC*NSF
De vraag
Virtuele sporten worden steeds populairder. Voor indoor-roeien bestaan al langer kampioenschappen en inmiddels bestaat er ook een NK zwift, ofwel fietsen op de rollers op een virtueel parcours. Welke stappen kunnen we zetten om te zorgen dat virtuele sporten een volwaardig onderdeel worden van het sportaanbod in Nederland?
Het antwoord
Dank voor je boeiende vraag Sven. Jij zou graag zien dat virtuele sporten een volwaardig onderdeel van het sportaanbod in Nederland worden. En je vraagt je af wat we zouden kunnen doen om dat te realiseren. Mijn eerste reactie: zijn virtuele sporten dan geen volwaardig onderdeel van het sportaanbod in Nederland? Als ik kijk hoeveel mensen die ik ken aan virtueel sporten doen dan zou je toch zeggen van wel. En ook nog verspreid over alle leeftijdsgroepen en alle inkomensklassen van onze samenleving.
Het leuke van aan sport doen is dat je wat je doet zelf gerust een sport kan noemen. En doe je het met een paar mensen en probeer je er steeds beter in te worden, dan zullen anderen het ook al snel zien als een sport. Of het nu fitness, yoga, fietsen op rollers is of skiën op een rollend tapijt al dan niet in een virtueel winters landschap. En ook het ‘beoefenen’ van Wii Sports of Wii Fit kan je wat mij betreft gerust als sport zien.
Group Exercise Revolution
Niet dat ik er aan mee doe, maar er is nu zelfs GXR. Dat staat voor Group Exercise Revolution. ‘Klinkt spannend hè? Is het ook! GXR zijn super toffe virtuele groepslessen waarbij de beste presenters, bekend uit de sport- en televisiewereld, jou meeslepen in hun enthousiasme en passie voor sport’, zo staat te lezen op de site van Basic-Fit. Met bijbehorend videoplatform en natuurlijk een prachtige persoonlijke app. Aanbod genoeg dus zou ik zeggen. Maar of het - om jouw woorden te gebruiken - ook een ‘volwaardig’ sportaanbod is, daar kan je over van mening verschillen.
Je ziet overal de beweging om opkomende sporten, zeker als ze in trek zijn bij jeugdige deelnemers of jeugdig publiek, binnen de meer traditionele sportfamilie op te nemen
Je vraag komt op een mooi moment. Deze dagen werd bekend dat vechten met lichtzwaarden een officiële sport is geworden in Frankrijk en dat het Franse Olympisch Comité als medeorganisator van de Olympische Spelen van Parijs 2014 aan het IOC heeft voorgesteld om breakdance éénmalig op het olympisch programma te zetten. Je ziet overal de beweging om opkomende sporten, zeker als ze in trek zijn bij jeugdige deelnemers of jeugdig publiek, binnen de meer traditionele sportfamilie op te nemen. Dat lijkt mij een prima ontwikkeling.
Sport of geen sport
De vraag of een bepaalde activiteit (officieel) een sport is of niet, werd en wordt door de jaren heen zeer verschillend beantwoord. In het prachtige Sportalbum dat 1898 door de Nederlandse sport ter gelegenheid van de inhuldiging van Koningin Wilhelmina aan haar werd aangeboden, valt te lezen dat toen naast de nu nog bekende en bestaande sporten als bijvoorbeeld voetbal, zwemmen en atletiek, ook Jacht, Jacht- en terreinrijden, Kegelen, Weerbaarheid en Visscherij onder de Nederlandse sporten werden gerekend. Daarna is het vissen even weggeweest uit wat we vaak de georganiseerde sport noemen, om in 2013 weer als Sportvisserij Nederland terug te keren als lid van NOC*NSF. Een van de laatste nieuwe leden van NOC*NSF is de Survivalrun Bond Nederland. We hebben in Nederland geen sportwet of zo die bepaalt wat wel of geen sport is. Die hebben we daar ook helemaal niet voor nodig. Dat bepalen degenen die aan die sport doen zelf wel.
Wat je met grote regelmaat ziet is dat groepen die nieuwe sportieve activiteiten beoefenen met grote belangstelling kijken naar de internationale sportwereld van IOC, wereld- en Europese organisaties en nationale sportbonden. Dat is al enige tijd bijvoorbeeld bij esports het geval. De aantrekkingskracht van de verenigingsvorm, de nationale en internationale organisaties en het meedoen met andere sporten op multisport events is groot. Je kan dan namelijk afspraken maken over hoe je het spel speelt, over kampioenschappen op wereldniveau, over het tegengaan van het gebruik van doping en over hoe je de deelnemers/sporters invloed geeft. Door opname in de sportfamilie draag je als sporttak ook een soort keurmerk met je mee waar anderen zoals overheden en het bedrijfsleven op af gaan.
De internationale sportwereld is onder aanvoering van het IOC een steeds meer waarde-georiënteerde wereld geworden
Erbij willen horen geeft ook verplichtingen. Zoals het eerdergenoemde tegengaan van dopinggebruik, redelijk stabiel georganiseerd zijn en je houden aan allerlei integriteitsprincipes. Daar komt nog bovenop dat de internationale sportwereld onder aanvoering van het IOC een steeds meer waarde-georiënteerde wereld is geworden. Building a better world through sport, is de slogan van het IOC. Dat zien wij ook zo en wij hebben dat voor ons land vertaald naar de overtuiging dat er meer te winnen valt met sport.
In december nog zag Thomas Bach dit laatste facet als een van de grotere obstakels voor esports om in de internationale sportwereld te worden opgenomen: '…..because on the one hand, you have an industry with purely commercial interests, on the other hand, you have a values-based organization like the IOC.'
Beste Sven, de ontwikkelingen in de virtuele wereld gaan snel. De mogelijkheden van virtual reality en augmented reality gaan de praktijk van het sporten - virtueel of niet maakt dan niet meer uit - sterk beïnvloeden. Ik zie daarom meer in het bewust en doorlopend opnemen van al de nieuwe mogelijkheden die digitalisering de bestaande sport biedt, dan in het creëren van zelfstandige nieuwe (afgeleide) sportvormen, virtueel of niet. Al is het maar omdat die vormen van sport per definitie in een hoog tempo mee zullen veranderen met de altijd weer veranderende technologische mogelijkheden. Een ‘spel’ van twintig jaar terug herken je nu al niet meer, en kan bovendien niet meer met goed fatsoen gespeeld worden.
We winnen veel met sport in Nederland, ook met virtuele varianten
Prachtige aanvulling op bestaande sporten
Virtuele sporten zijn een prachtige aanvulling op bestaande sporten en geven geweldige mogelijkheden om bestaande sporten door te ontwikkelen. Voor sporters zelf en voor het publiek. En waar technologische mogelijkheden het aantrekkelijker en vooral leuker maken om te gaan sporten, dienen we die mogelijkheden met beide handen aan te pakken. Dat geef jij volgens mij zelf ook al aan: ‘Rotterdam zit niet te wachten op een scheiding tussen on- en offline sporters. Juist de verbinding van deze twee biedt veel kansen.' Dat ben ik van harte met je eens. Want we winnen veel met sport in Nederland, ook met virtuele varianten…
Volgende keer het antwoord op de vraag van Gerard Dielessen aan André de Jeu, directeur van Sport en Gemeenten:
Beste André,
Wij hebben met elkaar - ministerie van VWS, NOC*NSF en de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) - direct na het afsluiten van het landelijk sportakkoord ‘Sport verenigt Nederland’ de gemeenten en de lokale sport opgeroepen lokale sportakkoorden af te sluiten. Weet jij hoe dat bij de gemeenten is gevallen? Denk je dat veel gemeenten ons voorbeeld zullen volgen? En hoe denk jij dat wij vanuit onze landelijke organisaties de lokale partners zouden kunnen ondersteunen? Ik ben benieuwd.