Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Vraag & Antwoord-Item

De vraag van Jan de Leeuw aan Johan Wakkie 16 oktober 2018

  • De vraag van… Jan de Leeuw, auteur en opleider sport, sportwereld, ethiek en levensbeschouwing
  • Aan... Johan Wakkie voorzitter Stuurgroep Sport en Cultuur

JanDeLeeuw175FCDe vraag
In de Griekse oudheid bereidden deelnemers zich voor op de Olympische Spelen in een gymnasion, een soort sportschool maar dan in de open lucht bij de rivier. Van oorsprong had het gymnasion een militaire functie. Het was een instituut om de zwaargewapende burgerinfanteristen, vooral afkomstig uit de middenklasse, te trainen voor de oorlog. Op een gymnasion werd intensief getraind en aan lichaamsverzorging gedaan. Verschillende sporten werden beoefend, waaronder atletiek: 100 meter, 200 meter, 400 meter en een lange afstandsloop. De veelal jonge mannen kregen op het gymnasion ook onderwijs in militaire vakken en in cultuur. Bij dit laatste kan gedacht worden aan filosofie, retorica, maar ook basale zaken als lezen en schrijven. Gymnasia waren centra voor de ontwikkeling van lichaam en geest. Sport en cultuur gingen samen in het gymnasion. Tijdens een aantal van de moderne Olympische Spelen in de moderne tijd stonden naast sportieve ook culturele onderdelen op het programma. Zo was er goud voor bokser Bep van Klaveren tijdens de Olympische Spelen in Amsterdam 1928, maar ook voor twee kunstenaars: Jan Wils (de architect van het Olympisch Stadion) en Isaac Israëls (schilderkunst).

Jij bent voorzitter van de Stuurgroep Sport en Cultuur. Welke doelstelling heeft deze stuurgroep en waarom is het van belang dat sport en cultuur meer met elkaar verbonden zijn? Zijn er ook voorbeelden van good practices als het gaat om het samen optrekken van sport en cultuur? En welke rol kan de schaaksport spelen in het verbinden van sport en cultuur?


Het antwoord
JohanWakkie175FCBeste Jan, je schetst de oorsprong van de combinatie sport en cultuur vanuit de Griekse oudheid waar deze samengingen op het gymnasion en tijdens vroegere Olympische Spelen, zoals in Amsterdam in 1928. In mijn jeugd werd op het gymnasium serieus aandacht besteed aan gymnastiek en sport en aan het jaarlijkse toneelstuk werd zelfs door het NRC aandacht besteed. 

Tijdens het WK hockey in 2014 in Den Haag organiseerde de net opgerichte Stuurgroep Sport en Cultuur samen met NOC*NSF bijeenkomsten over het belang van sport en cultuur voor kinderen en ouderen, mede gesteund door de wetenschappelijke presentaties van neuropsycholoog professor Erik Scherder. Het WK hockey was één van de grote evenementen die mede als doel hadden de Olympische Spelen van 2028 naar Nederland te halen, honderd jaar na de Olympische Spelen in Amsterdam. Toenmalig minister van OCW Jet Bussemaker gaf aan dat het tijdens haar periode als staatssecretaris van VWS al was opgevallen hoe sterk de sport doel én middel is en dat de cultuursector nog op weg was van doel naar middel.

Het deelnemen aan sport en cultuur heeft economische en sociale betekenis vanwege de bijdrage aan veerkracht, gezondheid en productiviteit

Waardevolle vrijetijdsbesteding
De werelden van sport en kunst/cultuur hebben veel raakvlakken. Sport en cultuur zijn voor vele mensen een waardevolle vrijetijdsbesteding en in toenemende mate worden beide in lokaal beleid benut om hun maatschappelijke waarde. Lokale sport- en cultuurverenigingen helpen elkaar regelmatig bij de organisatie van evenementen, het werven van vrijwilligers, het delen van accommodaties en trekken samen op om met de gemeente over hun rol voor de directe omgeving. Marian ter Haar (Kenniscentrum Sport) heeft in haar White paper sport en cultuur - in (lokale) samenwerking creëer je waarde de relatie vanuit diverse invalshoeken beschreven.

Om de samenwerking te bevorderen is in 2014 de Stuurgroep Sport en Cultuur gevormd door diverse partijen uit de sport en cultuur. Ik werd in dat jaar voorzitter. Uitgangspunt van de stuurgroep: samenwerking tussen beide domeinen is van waarde voor de leefomgeving in dorpen en steden, voor een veerkrachtige en actieve leefstijl van mensen. Het deelnemen aan sport en cultuur heeft economische en sociale betekenis vanwege de bijdrage aan veerkracht, gezondheid en productiviteit. Daarnaast zijn sport en cultuur krachtige impulsen van talentontwikkeling en topsport/cultuur.

LKCA-1Drie onderwerpen
De stuurgroep richt zich op drie onderwerpen:

  • samenhang tussen sport en cultuur agenderen en lokale inspiratie bieden tot meer integrale gebiedsgerichte benaderingen door het organiseren van studiedagen, workshops en congressen, zoals recent door VSG/VNG met LKCA en KSC tijdens de Nationale Sportweek;
  • het verzamelen en ontsluiten van relevante praktijkvoorbeelden en onderzoek en dit beschrijven en delen via nieuwsbrieven en websites. Via de sites Allesoversport.nl en LKCA.nl vind je vele voorbeelden uit de praktijk. In dit Boekman-cahier is een bloemlezing van praktijk en beleid in Nederland en Europees te vinden. Zo hebben drie gemeenten (Leiden, Schiedam en Nederweert) meegewerkt (met IOC-gelden) aan nieuwe inactieven zowel verenigingsgericht als in wijken. En in deze Boekman-uitgave worden trends in kunst en cultuur, kunst en sport mooi beschreven. Nog een mooi praktijkvoorbeeld: Rabobank heeft in haar sponsorbeleid gekozen om met lokale verenigingen (samen met LKCA en NOC*NSF) op het gebied van sport en cultuur samen te kijken hoe zij hun maatschappelijke impact kunnen vergroten;
  • integraal kijken naar sport- en cultuurbeleid. Rotterdam heeft de beleidsterreinen sport en cultuur onder één directie gebracht, wat de stuurgroep andere gemeenten adviseert. In Rotterdam werken Rotterdam Sportsupport samen met SKVR via Challenge 010 om leerlingen van het voortgezet onderwijs structureel aan sport en dans te doen. Ook kinderen die het thuis financieel niet makkelijk hebben (één op de acht kinderen in Nederland), kunnen via het Jeugdfonds Sport en Cultuur (lid van Stuurgroep) participeren.

Schaakbord omdraaien
Wetenschappelijk is er steeds meer bewijs dat bewegen en muziek het brein van jongeren versterkt en ook op latere leeftijd het brein stimuleert. Waar in andere landen sport/bewegen en muziek op school een verplicht vak is, zien we in Nederland dat we het vooral aan de vrije tijd overlaten. We hebben verwachtingen van curriculum.nu waar 'bewegen & sport' en 'kunst & cultuur' twee van de negen ontwikkelteams zijn voor het primair en voortgezet onderwijs.

‘Meer Muziek in de klas’ is een mooi initiatief dat nu een paar jaar loopt, maar het is aan de school zelf om het in te zetten. Geen verplicht vak

Het wordt tijd dat het schaakbord wordt omgedraaid. Laat de politiek leren van andere landen, luisteren naar de wetenschap, inzien dat er achterstand is ontstaan voor kinderen in het beweegonderwijs net als bij rekenen en taal (rapport Staat van het Onderwijs 2018), maar vervolgens wordt het stil als het om het bewegingsonderwijs gaat, ondanks het recente rapport van drie Rijksadviesraden.

XL35VraagAntwoord-2Brein blijven trainen
‘Meer Muziek in de klas’ is een mooi initiatief dat nu een paar jaar loopt, maar het is aan de school zelf om het in te zetten. Geen verplicht vak. Nog een mooi voorbeeld: het leerorkest.nl. Dat is ontstaan in Amsterdam-Zuidoost, waar kinderen die thuis niet met muziek opgroeien in de klas collectief les krijgen en bij interesse kunnen gaan spelen in het Leerorkest dat door veel gemeenten is overgenomen.

En als we het schaakbord toch omdraaien: weet dat wetenschappelijk is bewezen dat schaken erg goed is voor de ontwikkeling van het brein. Kinderen leren gerichte aandacht te hebben, beslissingen te nemen, zich te verdiepen in de andere partij en actie te ondernemen. En weet dat ouderen er baat bij hebben om hun brein te blijven trainen. Dammen, bridgen zijn ook prima denksporten en dan liefst gecombineerd met bewegen, muziek en gezond eten. Dan worden we gezond oud.

Volgende keer het antwoord op de vraag van Johan Wakkie aan Erik Gerritsen, secretaris-generaal bij het ministerie van VWS:
ErikGerritsenVWS150FCUw ministerie heeft eind juni het sportakkoord openbaar gemaakt, getekend door vele partijen actief in het domein sport en bewegen, met de nadruk op zes thema’s. Binnenkort volgt het Preventieakkoord, met aandacht voor onder meer overgewicht (naast roken en problematisch alcoholgebruik). De sport- en beweegsector richt zich op sport en bewegen als doel en als middel. Er is momenteel veel aandacht voor het sociaal domein, inclusief denken. Mag ik het schaakbord omdraaien en de aandacht richten op het domein zorg, het grootste aandachtsveld van uw ministerie? De zorgsector staat voor grote uitdagingen, als we bijvoorbeeld denken aan de vergrijzing van Nederland, de zelfredzaamheid van vele ouderen en de eenzaamheidsaanpak, alsmede de gehandicaptenthematiek. Ziet u in dat kader een samenwerking tussen het zorgdomein en het domein van sport en bewegen en meer specifiek in het kader van beide akkoorden?
« terug

Reacties: 2

Piet van Loon, orthopeed Houding Netwerk Nederland
16-10-2018

Cultuur? Sportvereniging als opvoeder? Bij zoveel blessures, bij zoveel uitval, bij zoveel afhakers? Sport is en blijft essentieel wat anders dan het volgens de vroegere, vanuit de basale kennis in de Gezondheidsleer ( Vorm volgt Functie)  zo krachtige "gymnastiek", waar al vanaf de wieg belangrijke adviezen aan de ouders werden gegeven om de ontwikkeling ven het steun-en bewegingsapparaat op de juiste wijze te laten verlopen. Na de effectief gebleken invoer van hygiene in de infectiebestrijding, de hygiene in voedselsamenstelling en - bereiding bleek ook de kracht van het invullen van hygiene bij het opgroeiende kind op het gebied van houding en bewegen.Het ging daarbij om de voorbeeldfunctie van ouders, kennis bij ouders ( zitten van kinderen is slecht!), spel-en dans in kleuterfase, begeleiding en controle in de klas, "echte" gymnastiek en vroeg oppakken en bijsturen afwijkende houding en flexibiliteit. Voor dat laatste werden de schoolartsen in het leven geroepen om de "schoolrugverkrommingen" als kyfose en scoliose te signaleren en naar de heilgymnastiek te sturen. Maar een goede houding en een gelijkmatig ontwikkelde kracht en flexibiliteit waren ook verantwoordelijk voor de goede en algemene "weerbaarheid", die de jeugd in Europa ging ontwikkelen, waar de Duitstalige Geneeskunde uit de 18e en 19e eeuw de basis voor heeft gelegd (klassieke orthopedie). Waar het loslaten van deze Europese kennis ons krachtige preventie bracht is de Amerikaanse geneeskunde ( zonder Gezondheidsleer opgebouwd) nu alleen maar oplossingsgericht (en heel duur) bezig om de gevolgen van gebrek aan deze preventie te "verhelpen". 

Juist de sportblessureproblematiek maakt deze "kennisverwaarlozing" heel pijnlijk duidelijk. Zelfs bij kinderen gaat er al van alles "kapot". Dus ook hun plezier in sport. Dat "nudge"en pledge" je als overheid niet meer weg.  De jeugd is aan het "vergrijzen" en dat kost pas echt geld.

Simon Henk Luimstra
17-10-2018

Ik heb behoefte aan een inhoudelijk kader dat uiteenrafelt via welke werkzame principes de verbinding tussen 'sport', 'cultuur', en 'gezondheid' elkaar versterken. Gebruik van de huidige containerbegrippen 'sport', 'cultuur' en 'gezondheid' vertroebelt dat zicht. Welk element van positieve gezondheid wordt nu versterkt door welk element van sport(ief bewegen) en onder welke voorwaarden? Hoe kijk je naar cultuur? Is recreatiesport een vorm van cultuur? of juist niet? Wat is bijvoorbeeld een redelijk werkzaam principe van beeldende kunst als cultuurvorm om topsport te versterken?

Wie kan mij helpen?

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst