- De vraag van… Sjors Brouwer, programmamanager bij de KNVB
- Aan... Rudmer Heerema, woordvoerder sport voor de VVD in de Tweede Kamer
De vraag
Momenteel wordt er door de sportsector hard gewerkt aan het smeden van een sportakkoord. Een mooie stap voor de partijen in de sport om de handen ineen te slaan. Ik ben benieuwd wat - als geestelijk vader - jouw verwachting is van het sportakkoord. En meer specifiek welke bijdrage het verenigingsleven daaraan kan leveren en vervolgens wat er voor nodig is om verenigingen die rol te helpen vervullen.
Het antwoord
Ten eerste hoop ik dat het sportakkoord een ambitieniveau heeft dat hoger is dan het huidige. Mijn stellige overtuiging is dat de sportbegroting niet in juiste verhouding staat met de impact die sport heeft. Heel lang kreeg de sportbegroting er een paar miljoen euro bij en soms ging er wat vanaf, maar grosso modo bleef de koers hetzelfde en het bedrag ook. Grote stappen werden er eigenlijk nooit gemaakt. Vandaar dat de 10 miljoen euro extra voor topsport in 2016 en de 25 miljoen euro extra in het regeerakkoord echt een stap voorwaarts zijn.
Maar we zijn er nog niet. De begroting neemt weliswaar toe, maar we kunnen de impact van sport met gerichte investeringen nog beter vormgeven. Het is prachtig dat we met het sportakkoord goed zicht krijgen op waar we met sport winst kunnen behalen en met deze informatie moeten we als politici aan de slag om de impact van sport via de sportbegroting beter vorm te geven.
Ik zou het geweldig vinden als we de ambitie hebben om de komende jaren álle sportverenigingen te helpen met de uitdagingen waar ze voor staan
Betere ondersteuning
Specifiek voor het verenigingsleven heb ik een grote wens. Ik geloof namelijk in de kracht van onze sportverenigingen. Ondanks dat er vaak over de ongeorganiseerde sport gesproken wordt, zou ik juist meer aandacht willen voor de professionalisering van de sportvereniging. In een tijd waarin er steeds meer gevraagd wordt van de vrijwilligers van een sportvereniging verdienen ze betere ondersteuning.
Ik zou het geweldig vinden als we de ambitie hebben om de komende jaren álle sportverenigingen te helpen met de uitdagingen waar ze voor staan. Of dat nu om een sterker bestuur gaat, vrijwilligersproblematiek, gekwalificeerde trainers, sponsorperikelen of wet- en regelgeving: het is belangrijk dat onze sportverenigingen sterker worden. Dat zal een flinke investering zijn - het gaat om 25.000 sportverenigingen - maar de winst die we daarmee voor de sport in Nederland behalen is onbetaalbaar.
Volgende keer het antwoord op de vraag van Rudmer Heerema aan Robert van den Hoogenband, voormalig waterpolo-international en als consultant onder meer werkzaam voor BrabantSport en Eindhoven247:
Provincies gaan heel verschillend om met sportbeleid. Een aantal provincies zet er fors op in en kan mooie resultaten laten zien, onder meer met betrekking tot topsportevenementen. Iedere verkiezing heeft verandering van beleid tot gevolg. Dit kan positief en negatief zijn. In jouw regio heb je dat van dichtbij meegemaakt. Ik ben benieuwd welke kansen iemand met zoveel passie ziet om – met de verkiezingen voor Provinciale Staten in 2019 in het achterhoofd - sport op de agenda van de politiek te zetten. De verkiezingsprogramma’s worden nu immers geschreven en vastgesteld. Wat kan de sportgemeenschap in aanloop naar het vaststellen van deze verkiezingsprogramma’s pro actief nu het beste doen om hun regionale politici te overtuigen van het belang van goed provinciaal sportbeleid?