Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Vraag & Antwoord-Item

De vraag van Nicolette Schipper-Van Veldhoven aan John Goedee 5 juni 2018

  • De vraag van… Nicolette Schipper-Van Veldhoven, lector sportpedagogiek aan hogeschool Windesheim 
  • Aan... prof. dr. John Goedee, bijzonder hoogleraar 'Ketensamenwerking' aan de Universiteit van Tilburg

NicoletteSchipperVanVeldhoven150De vraag
Binnen de sport is er een roep om cultuurverandering. Aandacht voor veilig sportklimaat, maar juist ook voor sportplezier en een ontwikkelingsgericht jeugdsportklimaat, oftewel een pedagogisch sportklimaat. Aan de andere kant zien we ook een vrij conservatieve sportsector die niet echt op verandering zit te wachten. 'Ze komen hier om te ballen, niet om opgevoed te worden', wordt er gezegd. Echter, op het moment dat je voor een (trainings)groep gaat staan, voed je altijd op (al was het alleen al tussen de regels door). Daar moeten trainers, bestuurders, scheidsrechters, ouders zich bewust van worden. Dit vraagt om commitment, om het neerzetten van een nieuwe cultuur waarin niet de wedstrijduitslag voorop staat, maar de ontwikkeling van onze jeugdigen in en door sport. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat we dan ‘werkelijk winnen met sport’. Mijn vraag: hoe zorgen we dat de roep om deze pedagogische cultuurverandering versterkt wordt en de sport ook hier de benodigde transitie werkelijk door kan zetten?

Het antwoord
JohnGoedee175Cultuur is een historisch fenomeen. Om cultuur in de identiteit van mensen te kunnen verankeren, is historisch besef en een collectief bewustzijn essentieel. Nu geloof en politiek - die voor een dergelijk bewustzijn kunnen zorgen - steeds meer naar de achtergrond verdwijnen, kunnen verenigingen in de verpersoonlijking van trainers, bestuurders, scheidsrechters etc. in relatie tot de leden, deze rol op zich nemen. 

Het streven naar een ‘nieuwe cultuur’ kan hierbij juist averechts werken, omdat het verleden hierbij wordt ontkend. Het is belangrijk om in dialoog te bepalen wat juist de positieve elementen en de kracht van de cultuur van de sportclub zijn, om vervolgens daarop verder te bouwen. 

Door een taal te gebruiken die waarderend is (in plaats van probleemgericht), ontstaat een ander actierepertoire

Voortbouwen op kracht verleden
Voor de leden betekent dit dat zij op een wijze worden bejegend die waarderend (appreciërend) is. Voor trainers, bestuurders, scheidsrechters etc. Betekent dit dat zij zich met name bewust zijn van de taal die zij gebruiken in de praktijk van de club. Door een taal te gebruiken die waarderend is (in plaats van probleemgericht), ontstaat een ander actierepertoire bij henzelf én de leden. De appreciërende taal leidt tot een actierepertoire dat in zijn gestolde vorm leidt tot een andere cultuur die juist voortbouwt op de kracht van het verleden.

Volgende keer het antwoord op de vraag van prof. dr John Goedee aan Sjors Brouwer (KNVB): 
Samenwerken met partners wordt voor bestuurders van sportclubs belangrijker. Met name omdat leden, gefaciliteerd door sociale media, creatiever worden in het ontmoeten van elkaar. De vraag hierbij is of leden in de toekomst hiërarchische verenigingen nodig blijven hebben om zichzelf te organiseren (wedstrijden, bijeenkomsten etc.). Zijn bestuurders van verenigingen gereed voor deze ontwikkeling? Op welke wijze kunnen deze bestuurders de verenigingen als loosely coupled systems op een dergelijke ontwikkeling voorbereiden?
« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst