Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Vraag & Antwoord-Item

De vraag van Dennis Reidsma aan Erik Cornelissen 20 maart 2018

  • De vraag van… Dennis Reidsma, onderzoeker creatieve technologie bij de vakgroep Human Media Interaction van de Universiteit Twente 
  • Aan... Erik Cornelissen, voorzitter van de Nederlandse hockeybond (KNHB)

DennisReidsman150FCDe vraag
Sportverenigingen, zeker op recreatief niveau, drijven op vrijwilligersinzet. Voor vervoer, organisatie, bestuur, trainen, coachen, enzovoorts. Ik hoor om mij heen steeds vaker dat het voor sportverenigingen niet makkelijker wordt om die vrijwilligers te vinden en voor langere tijd aan zich te binden. Ook lijken er meer en meer regels en zorgen te zijn omtrent omgang met, en door, vrijwilligers. Mijn vraag is nu: is dit werkelijk zo? Waarom? En welke rol kunnen sportbonden en -verenigingen - die afhankelijk zijn van een sterke onderliggende breedtesportbasis - hierin spelen?

Het antwoord
ErikCornelissen175FC-2Dennis stelt mij eigenlijk een aantal belangrijke vragen in één. Om bij het begin te starten: al onze verenigingen draaien in principe op vrijwilligers in besturen en commissies, daarbij ondersteund door eventueel een verenigingsmanager, en technisch en arbitrage-kader (betaald en onbetaald). Deze vrijwilligers zijn een belangrijke kernwaarde binnen onze sport. 

Volgens mij is er geen vrijwilligerstekort. Het is vooral de vraag hoe je de leden op de juiste manier betrekt bij je vereniging om vrijwilligerswerk uit te voeren

Vrijwilligerstekort?
De verenigingen lopen echter ook aan tegen een vrijwilligerstekort en hebben vaak een harde kern van leden die alles organiseert. De wens om die kleine groep uit te breiden is groot. Een knelpunt hierbij is dat de tijd van leden schaars is. Tegelijkertijd heeft een vereniging een ontzettend groot potentieel aan vrijwilligers rondlopen. Een vrijwilligerstekort is er daarom volgens mij niet. Het is vooral de vraag hoe je de leden op de juiste manier betrekt bij je vereniging om vrijwilligerswerk uit te voeren. 

En precies dat is het vraagstuk dat regelmatig terugkomt in de contacten die we met onze verenigingen hebben. In strategiesessies die we bij de verenigingen verzorgen - om het beleid van verenigingen richting de toekomst te bepalen - is het thema ‘Sterke verenigingen door sterk kader’ een belangrijk onderdeel. 

Inzicht in het ledenbestand
Om de verenigingen te ondersteunen bij het activeren en betrekken van het potentieel aan vrijwilligers helpen we hen op weg. We houden bijvoorbeeld een sessie waarin een stappenplan aan de orde wordt gesteld en waarbij per stap goede voorbeelden getoond worden. Een beeld krijgen als vereniging wie de leden zijn, wat hun achtergrond is en wat de leden kunnen betekenen voor de vereniging is van belang. Vragen die aan de orde komen zijn: hoe inventariseer ik mijn ledenbestand, hoe betrek ik de potentiële groep vrijwilligers en activeer ik hen en hoe zorg ik ervoor dat het vrijwilligersbestand up-to-date blijft. Naast het inzicht in het ledenbestand en de goede voorbeelden van andere verenigingen zijn er enkele aandachtspunten die we benadrukken bij de ondersteuning van onze verenigingen.

Leg uit waar je als vereniging voor staat en wat verwacht wordt. Lid worden van een vereniging betekent dat je ook iets terug doet voor de vereniging

Mensen die lid worden van een vereniging moeten zich bewust zijn wat dit inhoudt. Vertel hen wat ‘lid zijn van een vereniging’ betekent, leg uit waar je als vereniging voor staat en wat er van de leden gevraagd/verwacht wordt. Lid worden van een vereniging betekent dat je ook iets terug doet voor de vereniging. Daarnaast raden wij verenigingen aan een vrijwilligerscommissie of vrijwilligerscoördinator aan te stellen die aan de slag gaat met het vrijwilligersbeleid en die het thema constant op de agenda plaatst.

De rol van de bond
De KNHB ondersteunt driehonderdtweeeëntwintig hockeyverenigingen en zoals aangegeven speelt het thema ‘Vrijwilligersbeleid’ hierbij een rol. Naast de één-op-één ondersteuning aan verenigingen verzorgen we ook sessies gericht op vrijwilligers. Zo kunnen wij verenigingen op weg helpen met het voeren van een goed vrijwilligersbeleid. De goede voorbeelden delen we in het kenniscentrum op onze website. Wij vragen ook regelmatig verenigingen die hier goede ervaringen mee hebben hun kennis te delen tijdens congressen en/of themabijeenkomsten.

Ik denk niet dat de regels en zorgen omtrent de omgang met, en door, vrijwilligers zijn toegenomen. Maar er is, tegenwoordig, nog meer bewustwording bij de verenigingen om ervoor te zorgen dat leden in een geborgen omgeving kunnen sporten. Dit heeft er inderdaad toe geleid dat verenigingen in dat kader meer regels zijn gaan vastleggen ook met betrekking tot vrijwilligers. En dat is verstandig. 

Om ongewenst gedrag te voorkomen vinden wij het belangrijk om aandacht te besteden aan de aanpak, maar juist ook aan de preventie daarvan

Veilige sportomgeving
Zowel de verenigingen als de KNHB vinden het belangrijk dat er sprake is van een veilige sportomgeving. Desondanks kunnen verenigingen worden geconfronteerd met ongewenst gedrag. Denk bijvoorbeeld aan buitensporig ernstige overtredingen, het bedreigen van scheidsrechters, (cyber)pesten, discriminatie en seksuele intimidatie. 

De wijze waarop wij daarmee omgaan binnen onze sport is vastgelegd in de tuchtregelgeving van verenigingen zelf én in die van de KNHB. Om dergelijk gedrag te voorkomen vinden wij het belangrijk niet alleen veel aandacht te besteden aan de aanpak van alle vormen van ongewenst gedrag maar juist ook aan de preventie daarvan.

Advies met betrekking tot preventie
De KNHB raadt haar verenigingen daarom bij de aanstelling van functionarissen (trainers, coaches en dergelijke) en vrijwilligers aan ten minste het volgende te regelen:

  • Check referenties.
  • Vraag een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG).
  • Maak de gedragsregels bekend en laat de functionaris/vrijwilliger zich hier contractueel aan conformeren. 
  • Laat de functionaris/vrijwilliger die geen lid is van de vereniging een verklaring ondertekenen waarmee hij/zij zich onderwerpt aan de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging en van de bond, de zogenaamde Verklaring Onderwerping Tuchtrecht (VOT).
  • Bevraag het registratiesysteem Seksuele Intimidatie van NOC*NSF. 

Volgende keer het antwoord op de vraag van Erik Cornelissen aan Eric van der Burg, wethouder sport in de gemeente Amsterdam: 
Het is de ambitie van het huidige kabinet om op nationaal niveau zowel een sportakkoord als een preventieakkoord te sluiten, in samenwerking met de sportsector. Vind jij dat er ook op gemeentelijk niveau dergelijke akkoorden gesloten zouden moeten worden? Welke rol zouden de hockeybond en andere bonden daarbij kunnen spelen in jouw ogen? 
« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst