Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Vraag & Antwoord-Item

De vraag van Hein Verbruggen aan Gerard Dielessen 6 juni 2017

De vraag van… Hein Verbruggen, voormalig IOC-lid en voormalig voorzitter van de UCI
Aan... Gerard Dielessen, algemeen directeur van NOC*NSF

HeinVerbruggen-150Beste Gerard,
 
Ik begrijp natuurlijk zeer wel de spagaatsituatie van een NOC met leden (nationale bonden) die aan de ene kant lid zijn van het NOC maar aan de andere kant, en eigenlijk op de eerste plaats, deel uitmaken en verantwoording afleggen aan hun internationale bonden.

Die situatie bestaat nu zo’n 120 jaar en nodigt, naar mijn waarneming niet uit tot initiatieven om belangrijke veranderingen aan te brengen, gezien ook de afhankelijkheid van het bestuur van de nationale bonden. Mijn vragen:
 
1.    Ben je (nog) tevreden met de rol van NOC*NSF of vind je dat aanpassingen nodig zijn?
2.    Vind je het niet wat - mager - dat NOC*NSF hoofdzakelijk afgerekend wordt op medailles tijdens de Olympische Spelen?
3.    Of vind je dat, gezien de belangrijke rol van sport in de huidige maatschappij, NOC*NSF een veel prominentere rol zou moeten gaan spelen namens de hele Nederlandse sportwereld, uiteraard zonder zich teveel te begeven op het terrein van de nationale bonden?
4.    Zou er niet permanent publiekelijk gediscussieerd moeten worden over de rol van NOC*NSF (deze vraag met het risico dat er een antwoord komt van 'dat gebeurt reeds', want dan verschillen we wel echt van mening)? 
 
Hartelijke groet (en blijf fietsen!!)
 
Hein Verbruggen


Het antwoord
Beste Hein,

Ik ben blij met je vragen over de organisatie van de sport in Nederland en over de rol van NOC*NSF daarbij. Dat geeft mij de kans jou en de lezers van Sport Knowhow XL bij te praten over een aantal recente ontwikkelingen op dit vlak.

Als we naar de organisatie van de sport in Nederland kijken, en dan met name op landelijk niveau, vallen een aantal zaken op. Het gaat om ontwikkelingen die belangrijk zijn, zeker als we naar de toekomst kijken. Er zijn kenmerken van de sport in Nederland die het risico met zich meebrengen dat we de boot zullen missen. Niet direct morgen, want we zijn ook heel sterk, maar het kan toch wel snel gaan.

"Eén ding staat voorop, het gaat er om de dagelijkse sport, op welk niveau ook, mogelijk te maken"

Iedereen kent de burning issues in de sport wel, het gaat om transparantie en integriteit, om gebrek aan inclusief denken, we haken te weinig of te langzaam aan bij de tijdgeest en hebben er vaak moeite mee om de sporter echt centraal te stellen. Deze issues zouden een rem kunnen worden op het bereiken van onze ambities. Een rem die je misschien niet eens altijd voelt, maar die op een goed moment wel alles bepalend kan worden. Natuurlijk, ondanks al deze kwesties gaat het ook heel goed met de sport in Nederland. Soms gaat het er echter niet om hoe de werkelijkheid er uit ziet, maar wordt erg veel door de beeldvorming bepaald.

Fijnmazig netwerk 
We kunnen in Nederland bouwen op een zeer krachtig en internationaal gezien jaloersmakend fijnmazig netwerk van al die verenigingen in zoveel sporten en met zoveel vrijwilligers. We willen deze typisch Nederlandse manier van organiseren vernieuwen en versterken. Juist ook door daarbinnen en eromheen met steeds nieuwe vormen en verbindingen te experimenteren. Eén ding staat voorop, het gaat er om de dagelijkse sport, op welk niveau ook, mogelijk te maken. 

Want het is onze overtuiging dat sport mensen gelukkig maakt, mensen met elkaar verbindt, zorgt voor persoonlijke ontwikkeling en mensen in beweging brengt. Individueel prachtige doelen en nog mooier: vele positieve individuele ontwikkelingen zorgen voor een grote maatschappelijke impact!

"Het gaat er ook om idealisme en creativiteit te stimuleren zodat iedereen binnen de sport wat vindt, dat hem of haar boeit, bindt, lokt en verleidt"

En het mooie van sport is dat mensen eraan mee willen doen. Zelf doen of ernaar kijken, maakt niet uit, men wil meedoen. Of iedereen de meerwaarde daarvan beseft is bij die motivatie niet echt van belang. Wat wij aan die sportwens toevoegen is dat we de toegang naar sport zo prettig mogelijk willen maken. Daarbij gelden een paar principes: dienstbaar zijn aan álle sporters; kennis en ervaring delen en de revenuen daarvan weer inzetten om nog meer toegang te verschaffen. Het gaat er ook om idealisme en creativiteit te stimuleren zodat iedereen binnen de sport wat vindt, dat hem of haar boeit, bindt, lokt en verleidt.

Sportagenda
In de afgelopen jaren hebben we eens per vier jaar de plannen binnen de sport vastgesteld, telkens voor de vier daaropvolgende jaren. Daaruit zijn de Sportagenda’s 2012 en 2016 voortgekomen. Al in 2015 hebben we met zijn allen besloten om te stoppen met die bijna oud-communistische ‘planperiodes’ van vier jaar. Het gaat grofweg gezegd altijd om twee belangrijke zaken: wat doen we morgen en waar willen we uiteindelijk naar toe. Met vier jaar leg je vanuit dat perspectief jezelf zowel te lang als te kort vast. Geen Sport Agenda 2020 dus, maar de Sport Agenda 2017+. Met doorkijkjes naar 2024 of nog later en een daadwerkelijk programma voor 2017.

‘Als we niets doen loopt het huidige systeem vast’

Tegelijkertijd hebben we besloten om dit keer ook eens goed naar onszelf en de wereld om ons heen te kijken. In de Sport Agenda 2017+ staat het vetgedrukt: ‘Als we niets doen loopt het huidige systeem vast’. Wat we natuurlijk al wel wisten, maar nu ook echt met elkaar delen, is dat de sport van iedereen is en niet van ‘ons’ als relatief kleine groep vrijwillige en professionele bestuurders en deskundigen. Of van het IOC, of van de Internationale Sportfederaties. Een sporter kan tegenwoordig overal sport halen en aan sport doen wanneer hij of zij dat wil, en met wie hij of zij dat wil. Er zijn geen sterke nationale of internationale gezagspiramides meer, wel zijn er steeds meer contacten en verbindingen. Inclusief tal van meer en minder onafhankelijke toezichthouders, al dan niet privaat in de sport zelf of daar buiten en soms ook overheidsgerelateerd.  

De spreekwoordelijke spagaat waar jij naar verwijst lijkt inmiddels vervangen door een netwerk van veel touwen en knopen. Kan lastig zijn om overheen te lopen, kan ook veel ondersteuning bieden, is maar hoe je er naar kijkt. 

NL Sport
Het zou inderdaad goed zijn als er een doorlopende publieke en maatschappelijke betrokkenheid en discussie zou zijn bij NOC*NSF en over de zaken waar we voor staan. De buitenwereld proberen we middels tal van expert- en andere groepen ook al wel binnen te halen. In het afgelopen half jaar hebben we met zo’n tweehonderd mensen van binnen en buiten de sportwereld met bovenstaande in het achterhoofd naar de toekomst gekeken. Daar kwam een nieuw begrip uit naar voren dat we NL Sport hebben genoemd:

  • NL Sport is van de bonden en van NOC*NSF;
  • NL Sport is er voor de sporter en voor de vereniging;
  • NL Sport richt zich op alle mensen, ongeacht leeftijd of andere kenmerken;
  • NL Sport zet zich in voor een leven lang sporten van 0 tot 100 jaar.

De bonden en NOC*NSF maken dus gewoon onderdeel uit van NL Sport. Zeker voor de sport specifieke kennis en de inhoudelijke ontwikkeling van iedere sport afzonderlijk, zijn en blijven de sportbonden van wezenlijk belang, net als voor de sport specifieke internationale contacten. Zou mooi zijn als het de bonden daarbij lukt om alle hedendaagse ontwikkelingen te integreren. 

"We gaan samen met bijna dertig bonden en het Nederlandse bedrijfsleven topsporters en fans daadwerkelijk dichterbij elkaar brengen"

De rol die NOC*NSF bij de creatie van NL Sport zal gaan spelen is vooral die van supporter, aanjager en wellicht ook van dirigent. Helpen er voor te zorgen dat al die initiatieven ook echt doorgang vinden en tot een mooi samenspel leiden. Voor mij is de Team NL-ontwikkeling een mooi voorbeeld van hoe dat zou kunnen gaan. NOC*NSF heeft - samen met vooral VWS, de sportbonden zelf en sponsors - een optimaal samenspel tussen sporters, begeleiders, adviseurs en experts mogelijk gemaakt, ongeacht waar deze personen formeel gepositioneerd zijn, uit welke sport ze komen of voor wie ze werken. De volgende stap die we nu met Team NL maken is dat we samen met bijna dertig bonden en het Nederlandse bedrijfsleven topsporters en fans daadwerkelijk dichterbij elkaar gaan brengen. 

Branchetaken
Voor NOC*NSF zelf blijven er naast het leveren van een belangrijke bijdrage aan de verdere ontwikkeling van NL Sport en Team NL altijd belangrijke branchetaken over. Een recent voorbeeld daarvan is ons initiatief om sport-breed onderzoek te laten doen naar seksuele intimidatie in de Nederlandse sport. Een initiatief waar positief op is gereageerd. En sprekend over onszelf, dit is ook de rol die terecht publiekelijk van ons wordt verwacht. Aansprekende taken vanuit onze rol als Nationaal Olympisch (en Paralympisch) Comité zullen ook altijd blijven bestaan. Internationaal geldt dat er tal van platforms zijn waar je invloed uit kunt oefenen in het belang van de Nederlandse sporter en om met sport de wereld een stukje beter te maken.

"De sportdeelname in Nederland is op recordhoogte en in Rio zijn we weer een stapje dichter bij de Top 10 gekomen"

Rest mij nog wat te zeggen over de waardering die wij voelen voor wat we doen. Je vroeg daarnaar. Natuurlijk, rondom Olympische en Paralympische Spelen wordt er vooral naar de medailles gekeken. Onze prestaties gemeten naar medailles krijgen zowel nationaal als internationaal veel waardering. Er wordt echter ook veel breder gekeken. De sportdeelname in Nederland is op recordhoogte en in Rio zijn we weer een stapje dichter bij de Top 10 gekomen. Dat wordt ook gewaardeerd, zowel nationaal bij voor de sport belangrijke decisionmakers, als internationaal bij de wereldsportorganisaties. 

Beste Hein, nogmaals dank voor je vragen. Ze getuigen wederom van je altijd gewaardeerde vermogen om de juiste zaken op het juiste moment aan de orde te stellen. En fietsen? Dat blijf ik zeker doen!

Met hartelijke groet,
Gerard Dielessen

Volgende keer het antwoord op de vraag van Gerard Dielessen aan Eddy de Smedt, directeur topsport bij het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC):
Beste Eddy, 
 
In Nederland verschijnen na successen van Nederlandse topsporters steevast verhalen in de media over hoe gezegend wij toch zijn met zoveel talent. Waarbij telkens in het midden wordt gelaten of de successen het gevolg zijn van het hebben van deze talenten, of dat de successen wel degelijk ook het resultaat zijn van het Nederlandse topsportbeleid.

Mijn antwoord op zo’n vraag ligt voor de hand. Vandaar dat ik het nu eens aan een ander wil vragen, en wel aan iemand die verstand heeft van zaken en die zowel dicht genoeg bij ons staat om inzicht te hebben, als ver genoeg weg om met enige distantie te kunnen oordelen. Ik zou daarom jou als directeur Topsport van het Olympisch Comité van België (BOIC) willen vragen om jouw zienswijze op het tot stand komen van de Nederlandse successen met ons te delen. 
« terug

Reacties: 1

bernard fransen
10-06-2017

gerard met interesse gelezen, vraag me wel af op hoeveel draagvlak je visie kan rekenen bij de bonden, maar zeker ook bij de vele verenigingen en organisaties die zich ook allemaal ' eigenaar ' voelen van meestal dezelfde doelen. Maw hoe krijg je iedereen mee ? Gr bernard en inderdaad blijven fietsen 👍👍

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst