Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Vraag & Antwoord-Item

De vraag Jacques van Rossum aan Sabrina Oudkerk Pool 1 november 2016

De vraag van… Jacques van Rossum, ontwikkelingspsycholoog en gepromoveerd in de bewegingswetenschappen op een onderwerp naar motorische leerprocessen
Aan... Sabrina Oudkerk Pool, coördinator trainer-coacheducatie aan de ALO Amsterdam

JacquesVanRossum125De vraag
Afgelopen maart werd op de ALO een succesvolle avond georganiseerd over de hersenschudding in de sport. Dat was een nieuw, onbekend onderwerp. Desondanks was er veel belangstelling vanuit allerlei takken van sport, op velerlei niveau. Is zo'n avond een uitzonderlijk gebeuren? Anders gezegd: in hoeverre kunnen trainer-coaches zich voldoende laten (bij)scholen over actuele (wetenschappelijke) ontwikkelingen (zoals 'hersenschade door sport') als ze eenmaal aan 't werk zijn? Is er voldoende, te weinig of wellicht te veel aanbod, en heeft het aanbod voldoende kwaliteit, dat wil zeggen is er dan ook een begaanbare brug naar 'de praktijk', of is er toch (te?) vaak van wel erg theoretisch getinte informatie sprake?

Het antwoord
SabrinaOudkerkPool150Beste Jacques,

Bedankt voor de mooie vragen. Goed om hier vanuit de ALO Amsterdam antwoord op te mogen geven en kenbaar te maken hoe wij als HBO-opleidingsinstituut hier een bijdrage aan proberen te leveren.

Het symposium 'Kopzorgen' van 17 maart jl. is een samenwerking geweest van het vakblad Sportgericht en de ALO Amsterdam (Faculteit Bewegen Sport en Voeding van de Hogeschool van Amsterdam) en de Vereniging voor Bewegingswetenschappen Nederland. Ik was tijdens het symposium zelf zeer onder de indruk van de documentaire 'Headgames - The global concussion crisis' en de, in mijn ogen, nog onderbelichte gevolgen van hoofdletsel. Dit is een voorbeeld van een nieuw inzicht in de wetenschap en dat is de reden dat het thema dit studiejaar onderdeel uitmaakt van de lessen voor de minor sportcoaching, waaraan vierdejaars ALO-studenten, een student fysiotherapie en een student van de opleiding Sport Management en Ondernemen deelnemen. In deze minor worden lessen gegeven die ondersteunend zijn voor de trainer-coach niveau 4-opleiding en de bijbehorende opdrachten.

"De test geeft een baseline, zodat bij incidenten in de wedstrijd/training waarbij er sprake kan zijn van hersenletsel de trainer/coach een eenduidige beslissing kan nemen"

King Devicktest
Een aantal studenten nemen binnenkort de King Devicktest (een eye movement screening test for reading instructions) af bij sporters uit verschillende disciplines (onder meer turnen, voetbal, handbal, rugby, hockey en American Football). De test kan in enkele minuten worden afgenomen en geeft een baseline, zodat bij incidenten in de wedstrijd/training waarbij er sprake kan zijn van hersenletsel de trainer/coach een eenduidige beslissing kan nemen: wel of niet stoppen met de sportactiviteit en bij stoppen doorverwijzen naar een medisch deskundige. Op deze manier willen wij een start maken met het verzamelen van data vanuit de Nederlandse sport. Bovenstaande geeft aan dat de studenten van de minor sportcoaching met wetenschappelijke input in de stage aan de slag gaan.

De ALO heeft de ambitie om kwalitatief goede professionals op te leiden vanuit een basiscurriculum (leidend tot eerstegraads docenten) en de mogelijkheid te bieden om zich te profileren. De ALO Amsterdam vindt het belangrijk om pedagogisch didactisch geschoold kader (lees: ALO-afgestudeerden) in de sport actief te laten zijn, waarbij onze missie is de sport te dienen en afgestudeerde ALO-ers met een trainer-coachlicentie de mogelijkheid te geven in de sport werkzaam te zijn.

Daarvoor hebben wij het curriculum vijf jaar geleden aangepast en halen de derdejaars studenten verplicht een trainer-coachlicentie in de Kwalificatie Structuur Sport niveau 3. Hierbij werken wij samen met verschillende sportbonden (zoals de Atletiekunie, JBN, KNGU, KNHB, KNLTB, KNVB, NBB, NHV) en kunnen wij samen met de opleiding Sport Management en Ondernemen een aantal opleidingen intern aanbieden.

"Wij vertalen wetenschappelijke inzichten naar de beroepspraktijk van trainer-coaches"

Als onderdeel van dit studiedeel 'Verantwoord trainen en Coachen' organiseren wij samen met NLcoach een trainer-coach congres in april 2017, waarbij de derdejaars ALO -studenten verplicht deelnemen en ook ongeveer honderd trainer-coaches uit het werkveld aanwezig zijn. Samen met Tim Lubout van NLcoach bepaal ik het thema en spelen wij in op actuele ontwikkelingen, waarbij wij wetenschappelijke inzichten vertalen naar de beroepspraktijk van trainer-coaches. Denk aan onderwerpen als: de praktische toepasbaarheid van wetenschap en innovatie, mental coaching en communicatie, talentherkenning en talentontwikkeling, fysieke training.

Minor sportcoaching
In het vierde studiejaar kunnen studenten zich profileren in de sport, door niet alleen hun onderzoek hierop af te stemmen, denk aan de verschillende lectoraten binnen onze faculteit, zoals bijvoorbeeld Sportzorg (het voert te ver om hier nu dieper op in te gaan, zie hier voor informatie) maar ook te kiezen voor de minor sportcoaching, waarbij zij zich verder ontwikkelen als trainer-coach op niveau 4 van de Kwalificatie Structuur Sport (zoals hierboven al beschreven).

Deze minor is ontstaan uit de samenwerking van ALO Amsterdam, NOC*NSF en Landstede Zwolle waarbij wij een generiek trainer/coach 4-niveau hebben ontwikkeld. In september is de vierde lichting hiervan gestart. Tot nu toe hebben cursisten hieraan deelgenomen die werkzaam zijn bij bonden in de volgende takken van sport: basketbal, boccia (gehandicaptensport), badminton, handbal, handboogschieten, hippische sport, ijshockey, korfbal, skiën, snowboarden (valide en minder valide), roeien, rugby, schaatsen, schermen, tafeltennis, triatlon, turnen en wielrennen.

"De interactie tussen de trainer-coaches van de verschillende disciplines en sportbonden is een mooi proces waarbij men van elkaar leert"

Bij deze opleiding gebruiken wij in de workshops de nieuwste wetenschappelijke inzichten, waarbij deze voor de deelnemende disciplines worden besproken en inzichtelijk gemaakt, zodat ze in de praktijk van de trainer-coach (veelal op nationaal en internationaal niveau actief) kunnen worden toegepast. Hierbij is de interactie tussen de trainer-coaches van de verschillende disciplines en sportbonden een mooi proces waarbij men van elkaar leert en de sport kan doorontwikkelen.

Wetenschappelijke onderbouwing
Om verschillende redenen hebben wij dit jaar alleen deelnemers uit de volgende disciplines: badminton, tafeltennis, schaatsen, turnen, skiën en snowboarden. Ook topcoach 5 zit in ons aanbod, waarbij wij samenwerken met de ALO Groningen. In deze opleiding zit de wetenschappelijke onderbouwing het meest ingebed, daar men ook moet publiceren, alvorens de deelnemers met goed gevolg de opleiding kunnen afronden.

De verschillende lectoraten van de Faculteit Bewegen Sport en Voeding organiseren ook symposia en/of congressen en de nauwe samenwerking met AISS (Amsterdam Institute of Sport Science) zorgt voor een nog breder aanbod. In Amsterdam is er veel te halen.

Incidenteel kunnen trainer-coaches dus deelnemen aan symposia en congressen op de ALO en zich laten informeren over de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen. De verantwoordelijkheid voor (bij/na) scholing van trainer/coaches uit het werkveld ligt m.i. bij de bonden, NOC*NSF en NLcoach, kortom de sportsector zelf.

"Wij kunnen goed verbinden tussen onderzoek, onderwijs en het werkveld"

Hier kunnen wij (als onderwijs) en willen wij misschien wel een rol in spelen, waarbij de uitdaging ligt in een goede afstemming tussen de verschillende partijen. Wij kunnen goed verbinden tussen onderzoek, onderwijs en het werkveld. Voor ons interne aanbod aan studenten hebben wij al een goede samenwerking met verschillende bonden, NOC*NSF en NLcoach, maar ik denk dat dit voor het totale aanbod van scholing voor trainer-coaches beter kan.

Ambitie
De uitdaging is om een optimaal aanbod te creëren voor sportkader, waarbij inderdaad de wetenschappelijke ontwikkelingen moeten worden aangeboden in een begaanbare brug naar de praktijk.

Voor mij begint de ambitie om Nederland in de top 10 te krijgen op de Olympische Spelen, onder meer bij de kwaliteit van trainers/coaches op alle niveaus.

En nee, Jacques, ik denk niet dat op dit moment het aanbod van scholing toereikend is. Er wordt van alles aangeboden, maar het is te fragmentarisch. Wij hebben een inhaalslag te maken en de uitdaging ligt in een goede samenwerking/verbinding tussen de verschillende partijen. Kennis is kracht, kennis delen is macht. Ik kan jou helaas geen antwoord geven op de vraag wie dit gaat aansturen. Kansen zijn er genoeg!

Volgende keer het antwoord op de vraag van Sabrina Oudkerk Pool aan René Wormhoudt, fysiotherapeut, grondlegger van het 'Athletic Skills Model' en de 'Athletic Skills Track', conditie-, kracht- en hersteltrainer van het eerste elftal van Ajax (2003 en 2012) en sinds 2012 conditie- en hersteltrainer van het Nederlands Elftal:
Het ASM (Athletic Skills model) is inmiddels in veel sporten op verschillende niveaus doorgedrongen. Daarnaast heeft het ASM-team ook de 'skills garden' ontwikkeld, waarbij breedtesport, topsport, gezondheidszorg en bewegingsonderwijs gebruik kunnen maken van dezelfde voorzieningen. Hoe heb je de doelgroepen bij elkaar kunnen brengen en welke rol er ligt voor de sportbonden, sportclubs en de individuele sporter? Hoe zie je het optimale gebruik van de 'skills garden' voor je?
« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst