Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is er inactief in dit land? 21 oktober 2014

door: Léonie Uijtdewilligen

‘To keep the body in good health is a duty. Otherwise we shall not be able to keep our mind strong and clear’. Ondanks deze wijze woorden van Buddah, zijn er binnen en buiten de Nederlandse grenzen steeds meer mensen die onvoldoende bewegen (denk aan sporten, maar ook aan wandelen) en teveel zitten (bijvoorbeeld in de auto of voor de televisie). Deze trend is zorgelijk omdat zowel weinig beweging als veel zitten slecht zijn voor de volksgezondheid. Beide hangen samen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, diabetes en verschillende vormen van kanker. Voldoende bewegen en weinig zitten verlaagt deze gezondheidsrisico’s, en hebben een positief effect op de mentale gesteldheid en kwaliteit van leven.

Of iemand weinig beweegt en veel zit hangt onder af van zogenaamde gedragsdeterminanten. Hieronder vallen alle factoren die gedrag positief of negatief kunnen beïnvloeden. Werk wordt beschouwd als een gedragsdeterminant; als medewerker van een kledingzaak zit je gedurende een werkdag waarschijnlijk vrijwel niet, terwijl iemand met een kantoorbaan veel achter zijn/haar computer zit te werken.

Er bestaan verschillende categorieën van gedragsdeterminanten. Werk, opleiding en leeftijd vallen bijvoorbeeld onder persoonsgebonden gedragsdeterminanten, terwijl ‘familie’ bij omgevingsdeterminanten kan worden onderverdeeld en ‘stadplanning’ bij beleidsdeterminanten hoort. Gedragsdeterminanten worden door onderzoekers en beleidsmakers gebruikt als basis voor het ontwikkelen van initiatieven die proberen beweging te bevorderen en zitten te ontmoedigen en het is daarom van belang ze door middel van onderzoek te identificeren.

Tot nu toe heeft determinantenonderzoek zich vooral gericht op de kinderen en oudere generaties. Over de gedragsdeterminanten van beweeg- en zit gedrag onder jongvolwassenen is nog maar weinig bekend. Toch beweegt ook een aanzienlijk aantal van hen te weinig en zitten zij veel. Het doel van mijn promotieonderzoek was daarom om meer inzicht te krijgen in de persoonsgebonden determinanten van beweging en zitten bij 21- tot 36-jarigen en daarmee antwoord te krijgen op de vraag:

‘welke jongvolwassenen lopen het hoogste risico om inactief te zijn, en welke determinanten bieden aanknopingspunten voor het ontwikkelen van programma’s die beweging proberen te bevorderen en zitten te ontmoedigen voor deze doelgroep?’.

Daartoe analyseerde ik samen met mijn collega’s bestaande data afkomstig van het Amsterdams Groei en Gezondheids Onderzoek (AGGO) en de Australian Longitudinal Study on Women’s Health (ALSWH). Zowel AGGO als ALSWH zijn unieke studies omdat ze longitudinaal zijn. Dat betekent dat ze informatie van deelnemers over meerdere jaren verzameld hebben. De resultaten die voortkomen uit de analyses zijn daarom sterker dan resultaten die afkomstig zijn van studies met maar één meetmoment. Met behulp van de longitudinale AGGO en ALSWH data onderzochten we de samenhang van:

i) sociaal-demografische factoren,
ii) lichaamssamenstelling en fitheid,
iii) werkuren en type werk,
iv) persoonlijkheid,
v) leefstijl en
vi) levensgebeurtenissen met beweging en zitten.

Uit onze analyses kwam naar voren dat determinanten van beweging verschilden tussen mannen en vrouwen en ook tussen matig intensieve beweging zoals traplopen en zwaar intensieve beweging zoals voetballen. Daarnaast bleek dat jongvolwassenen met een slechtere gezondheid en fitheid, een lagere sociaaleconomische status, die getrouwd waren en kinderen hadden, rookten en gestresst waren over het algemeen minder bewogen.

Met betrekking tot 'zitten' lieten de analyses zien dat determinanten verschilden tussen verschillende typen van zitten en ook tussen zitten door de weeks en zitten in het weekend. Ook bleek dat mannen, jongvolwassenen met een slechtere gezondheid en fitheid, een lagere sociaaleconomische status, die full time werkten, rookten en gestresst waren over het algemeen meer zaten. Voor zowel beweging als voor zitten moet worden opgemerkt dat de negatieve associatie met gezondheid en fitheid zeer waarschijnlijk onderdeel is van een vicieuze cirkel, namelijk; jongvolwassenen die weinig bewegen en veel zitten hebben daardoor een slechtere gezondheid en fitheid waardoor zij vervolgens nog minder gaan bewegen en nog meer gaan zitten, etc. In dit onderzoek hebben wij gezondheid en fitheid alleen als voorspellers van beweging en zitten geanalyseerd.

Hoe dan ook, sommige jongvolwassenen lopen een hoger risico om minder te bewegen en meer te zitten dan anderen. Programma’s die proberen beweging te bevorderen en zitten te ontmoedigen doen er goed aan zich op deze risicogroepen te richten. Maar, het is ook belangrijk om dergelijke programma’s af te stemmen op specifieke gedragingen. Bijvoorbeeld op TV kijken of computeren, op matig intensieve beweging of zwaar intensieve beweging. Deze insteek draagt mogelijk bij aan de ontwikkeling van effectievere programma’s die beter aansluiten bij mensen met een inactieve leefstijl.

Op basis van onze resultaten zien wij kansen voor initiatieven die beweging bij jonge ouders bevorderen en voor het onderbreken van zitten op het werk en raden wij onderzoekers aan meer onderzoek uit te voeren onder jongvolwassen. Niet alleen om te bepalen wie er risico lopen om inactief te zijn, maar ook om te weten te komen waarom sommige van hen minder bewegen en meer zitten.

En nu is het tijd voor déze jongvolwassene om te stoppen met schrijven achter haar computer en in beweging te komen!

Léonie Uijtdewilligen is werkzaam bij de Saw Swee Hock School of Public Health, National University of Singapore. Zij promoveerde in september 2014, de titel van haar proefschrift luidt: 'Magic mirror on the wall, who is most inactive of them all? Untangling determinants of a long-term inactive lifestyle in young adults’ (ISBN 978-90-822602-0-5).

Het onderzoek werd uitgevoerd bij het EMGO instituut voor onderzoek naar gezondheid en zorg, afdeling Sociale Geneeskunde, VUmc, Amsterdam, Nederland. De complete inhoud van het proefschrift is hier te vinden.

 
« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst