Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

Olympische Spelen op één vaste plek: de dood in de pot? 18 maart 2014

door: Jeroen van Tets

De Olympische Winterspelen van Sotsji waren voor Nederland natuurlijk een absoluut hoogtepunt, althans wat de sportprestaties betreft. Maar als we het evenement zelf evalueren, dan komen er toch hele andere sentimenten naar boven: de ‘Vladimir Poetin-show’, de duurste Spelen ooit, het rigoureus verbouwen van stad en landschap rond Sotsji, het gebrek aan enig profijt voor de lokale bevolking, de homorechten (homo = mens) en nog vele andere ‘dubieuze’ zaken. In diverse commentaren werd de keuze destijds voor Sotsji (lees: Rusland) als olympisch gastheer dan ook kritisch beschouwd. En in het verlengde daarvan de ‘discutabele’ keuzes voor het WK voetbal in (opnieuw) Rusland en Qatar. Daarbij kwam ook weer de vraag naar boven of we de Spelen niet beter op één vaste plek kunnen organiseren, of nog rigoureuzer maar helemaal zouden moeten afschaffen vanwege deze corrupte en geldverslindende praktijken? De vraag is echter of dat bijdraagt aan de doelstellingen van degenen die deze vragen – op zich terecht – opwerpen.

Er zijn bij de toewijzing van Olympische Spelen en belangrijke en grootschalige WK’s een aantal behoorlijke weeffouten ingesleten in de procedures van het IOC , FIFA en andere sportfederaties. Maar is de afschaffing van een dergelijke keuze voor de locatie van bijvoorbeeld Olympische Spelen (nog even los van het realiteitsgehalte) daar een goede oplossing voor? Moeten we de handdoek in de ring werpen omdat een organisatie als het IOC haar verre van optimale besluitvorming niet zou kunnen verbeteren? Eigenlijk een nogal fatalistisch standpunt.

Eén vaste plek
Het belangrijkste argument om de Olympische Spelen voortaan op één vaste plek te houden - bijvoorbeeld altijd in Griekenland - is de besparing van veel geld, doordat het gehele scala van accommodaties en overige infrastructurele voorzieningen (wegen en spoorlijnen, gebouwen, mediavoorzieningen, etc.) maar één keer hoeft te worden gebouwd voor een langere periode van jaren. Er blijven dan na het evenement ook niet telkens weer nieuwe onrendabele accommodaties over, alhoewel toch ook een land als Griekenland (of bijv. Zwitserland voor de Winterspelen) wel degelijk met een aantal onrendabele accommodaties (van minder populaire sporten) zou worden opgezadeld. Ook de benodigde aanpassingen aan de inrichting van het landschap, die in sommige gevallen zelfs leidt tot aantasting van het landschap (denk aan skipistes), behoeven slechts eenmaal te worden uitgevoerd. Kortom - aldus de voorstanders - het is een goedkopere en ook duurzame oplossing voor langere termijn.

Omdat op deze wijze alle sportaccommodaties met aanverwante voorzieningen eigenlijk in één keer ’voor de gehele wereld’ zouden worden gebouwd, zou ook de financiering beter verzorgd kunnen zijn, wanneer alle landen van de wereld (bijvoorbeeld naar rato van nationaal inkomen) een gezamenlijke bijdrage zouden leveren, misschien ook in een gespreide jaarlijkse vorm, tevens te benutten voor de benodigde onderhoudskosten.

Om een eventuele oppositie tegen slechts één olympische plek voor veel landen in andere delen van de wereld vóór te zijn, wordt ook wel geopperd om een iets groter aantal vaste olympische sportparken te bouwen en te benutten (bijvoorbeeld één per werelddeel) en vervolgens te rouleren. Ook dit kan uiteindelijk besparingen opleveren, zij het wat minder en pas op wat langere termijn, want de initiële investering zou in eerste instantie een stuk groter zijn.

Links- of rechtsom, het idee zou inderdaad een enorme – meer dan tiencijferige (!) – besparing kunnen opleveren. Althans wanneer men het, zoals zo vaak, uitsluitend vanuit de kostenkant bekijkt. Het is ook niet onlogisch dat deze argumentatie vooral weer de kop opsteekt wanneer men de verhalen hoort over hoeveel (aardgas)miljarden de Russische president er tegenaan heeft gegooid om de Olympische Spelen (en het WK 2018) binnen te slepen. Toch zal ook hij stellig beweren dat het houden van mega-sportevenementen gezien moet worden als een investering in de toekomst en ontwikkeling van een land, regio, of stad. Alleen is het de vraag of hij dat in werkelijkheid ook waarmaakt.

Geen promotiefeestje
Toch is er vrijwel geen land ter wereld dat een groot evenement alleen maar wil organiseren om het evenement zelf (twee weken feest) of vanwege puur promotionele doeleinden. Elke kandidaat-stad en -land wil de Spelen met name gebruiken voor een veel groter doel: een economische opleving en ontwikkeling van hun land, stad of regio. De hamvraag daarbij is of men dit ook daadwerkelijk weet te bewerkstelligen.

Hier komen we bij de werkelijke achilleshiel in het proces tussen theorie en praktijk: in veel gevallen is men in deze opzet maar matig geslaagd. Vaak werden steeds dezelfde fouten gemaakt. Denk aan Atlanta (alleen maar commercie) of aan de leegstaande ‘white elephants’ in Athene, Beijing en in Zuid-Afrika na het WK voetbal van 2010. Terwijl juist succesvolle Spelen, zoals die van Barcelona (complete facelift van de infrastructuur), Lillehammer (passende kleinschaligheid) en Londen (oplappen van verpauperd gebied en veel hergebruik), of de economische winstgevendheid van het WK 2006 in Duitsland (waar anders ?) nauwelijks als voorbeelden zijn benut om het voortaan goed te doen.

Voor Brazilië en Rio de Janeiro was de potentie er zeker, om op een juiste wijze - dus met profijt voor de hele samenleving - optimaal te profiteren van de unieke 'dubbelslag' van het WK en de Olympische Spelen, maar naar de recente berichten te oordelen houd je nu alweer je hart vast.

Opgeven van dynamiek
Is dat alles reden om de Olympische Spelen voor de toekomst dan maar vast te pinnen op één centrale locatie in de wereld? Hoe aantrekkelijk dat op het eerste gezicht ook lijkt uit kostenoogpunt of beperking van het ruimtebeslag, het grote gevaar zit ‘m in het verlies van de kracht van de dynamiek. Er is geen sterkere en krachtiger potentiële impuls voor de ontwikkeling, of verbetering van een achtergesteld gebied, dan die van de Olympische Spelen, mits deze ongekend sterke impuls op de juiste en passende wijze wordt aangewend. Deze bijzondere dynamiek, die juist alleen bereikt wordt dankzij roulatie, moet niet worden onderschat. Een vaste locatie levert gevaar voor stilstand en zulks is funest voor nieuwe ontwikkelingen.

UEFA-experiment
Er is wel een nieuw soort roulatie in de maak, waarbij wellicht enige dynamiek voor nieuwe impulsen overblijft. Bij wijze van experiment heeft de UEFA namelijk besloten om het EK voetbal van 2020 niet meer in één (of twee) landen te houden, maar in dertien landen tegelijk. Dit concept biedt ook kansen voor een kleinschaliger opzet van een mega-evenement, een mogelijk goede gedachte voor een gezonde toekomst. Wat de effecten van dit idee zullen zijn (positief en negatief) zal nog moeten blijken.

Als het een succes blijkt te zijn, ontstaat er dan een mogelijkheid om ook de Olympische Spelen volgens dit concept te gaan organiseren? Nemen we de Winterspelen weer even als voorbeeld, dan zou je je kunnen voorstellen dat de skiwedstrijden steeds in Zwitserland plaatsvinden, het schansspringen in Oostenrijk, het bobsleeën in Duitsland, langlaufen in Noorwegen en Zweden, ijshockey in Tsjechië, kunstrijden in Rusland, ja zelfs curling in Schotland en jawel, het schaatsen natuurlijk in Nederland.

Het lijkt misschien een aardig idee, maar ook hier heeft elke medaille haar keerzijde.
Stel dat de Olympische Spelen inderdaad per continent zouden rouleren en dan steeds op dezelfde plek (eventueel per sport) zouden kunnen plaatsvinden, dan zou het per continent telkens minstens 20, of 24 jaar duren voor er weer olympische wedstrijden op hun permanente accommodaties gehouden zouden worden. Hoe rendabel is dat?

Een ander vraagteken is hoe de beleving is van zo’n versnipperd concept, vergeleken bij de huidige Olympische ‘happening’? Alhoewel men bij diverse Zomerspelen een aantal sporten (zoals paardrijden, roeien, of zeilen) wel vaker op grote afstand van elkaar heeft georganiseerd. Het betekent in elk geval het einde van het begrip 'compacte' spelen.

Vernieuwing IOC
Nee, het probleem zit op een heel andere plek en daar moet het ook aangepakt worden. Bij de toewijzing van de volgende Spelen aan een land, of stad, zal de kennis omtrent het duurzaam, kleinschaliger en economisch verantwoord realiseren van toekomstige Olympische Spelen een doorslaggevende rol moeten spelen, evenals de daadwerkelijke bijdrage aan de ontwikkeling van een land, of regio. Bij een deel van de huidige IOC-leden begint dit besef al een beetje door te dringen en met de komende 'verkeerd verkochte' evenementen tot 2022 nog voor de boeg mag je hopen dat dit besef alleen nog maar sterker wordt.

Een grote handicap is dat een zeer groot deel van de stemgerechtigde leden van het IOC voortkomt uit een volstrekt andere cultuur en de gevoeligheid voor het makkelijke (grote) geld nu juist te vaak de doorslag geeft. Maar het kiezen voor één plek - zodat er geen (verkeerde) keuzes meer behoeven te worden gemaakt - lost dat probleem niet op. Daartegen helpt alleen een vernieuwing van het IOC van binnenuit. Toegegeven, dat is een lastig en vooral langdurig proces, maar er zijn voorzichtige signalen dat daar toch langzamerhand enige voorzichtige verbetering in komt.

Met een aantal (kleinere) landen zou men gezamenlijk kunnen gaan optreden als een soort gidslanden, om een beter concept voor het duurzaam (dus ook zuinig) organiseren van toekomstige Spelen te bewerkstelligen. En dit schept ook direct weer kansen voor Nederland om daarin een sterke rol te spelen, niet alleen als olympisch gastland, maar zelfs ook als 'slechts' olympisch kandidaat. Steden als Parijs (al driemaal verliezend kandidaat), Manchester (2x) en Stockholm hebben enorm kunnen profiteren van de dynamiek van hun kandidatuur. Zelfs het toen kansloze Amsterdam heeft er in de jaren tachtig een ringweg aan overgehouden. Een kandidatuur kan al voldoende zijn om ons als klein land te profileren als aangever voor verbeterde en innovatieve ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, beperkt ruimtebeslag, flexibele en verwisselbare accommodaties en voorzieningen, met onze watertechnologie als ‘unique selling point’.

Aanwakkeren
Tijd om het olympische waakvlammetje weer langzaam iets omhoog te draaien. Het zou daarbij goed zijn als NOC*NSF dit keer niet zelf in de ‘driver’s seat’ plaatsneemt. Met name het bedrijfsleven, samen met de wetenschap (innovatie) en óók de overheid (alle lagen) zouden er goed aan doen om gezamenlijk deze kracht van de dynamiek te omarmen: het ‘vliegwiel’-effect van een kandidatuur voor 2028 gebruiken voor het aanzwengelen van onze economie, werkgelegenheid en ruimtelijke ontwikkeling en een beweging naar een duurzame toekomst (zoals het ook oorspronkelijk bedoeld was).

Een hernieuwde 'Dutch approach' zal het bovendien goed doen in een periode dat de ervaringen straks met Brazilië, (nogmaals) Rusland en Qatar de bobo’s van IOC, FIFA, en anderen flink aan het denken zullen zetten.

Jeroen van Tets is sinds 2011 freelance debat-/ discussieleider en dagvoorzitter (‘Mr. Speaker’). Daarnaast schrijft Van Tets ook columns en opiniestukken in diverse media (‘Mr. Write’). Van Tets was van 2005 tot en met 2010 programmamanager Ruimte & Accommodaties bij sportkoepel NOC*NSF. Daarvoor werkte hij als manager gebiedsontwikkeling bij Arcadis Bouw en als sales manager bij Desso DLW Sports Systems. Voor meer informatie: jvantets@planet.nl of 035-623 29 07 / 06-533 55 755.
« terug

Reacties: 1

-
19-03-2014
Jeroen bedankt voor weer een genuanceerd artikel. Degene die in Sochi was en niet heeft begrepen dat de investeringen veel verder reiken dan alleen de winterspelen 2014, is zo blind dat hij/zij waarschijnlijk ook over de curbstones van het geheel nieuw aangelegde formule 1 circuit is gestruikeld. Dan heeft hij/zij ook het Disneyland Pretpark met Hotel gemist en niet gezien in wat voor toestand de oude touristische infrastruktuur was en deels nog is. Maar waarschijnlijk wel erg genoten van de medailles in de schaatshal en het holland house. Of en hoe deze mega investeringen in de infrastruktuur in de toekomst gaan renderen blijft natuurlijk de vraag. Eerst goed nadenken over het waarom van investeren in Olympische Bids. Speculeren over veranderende spelregels door het IOC heeft weinig zin. Maar wie weet wordt het UEFA concept een doorslaand succes, en volgt het IOC deze weg,.. Kees de Voogd

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst