Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

Sportpartij te beperkt? Sport wordt juist steeds belangrijker in de samenleving 11 december 2018

door: Jeroen Weijermars

Sport en politiek. Hoe vaak is al niet gezegd dat deze twee zaken van elkaar gescheiden moeten blijven. Dat het ene niets met het andere te maken heeft. Hugo Camps wist het in zijn stuk in de NRC van 3 februari 2017 te verwoorden zoals alleen Camps dat kan: ‘Sport en politiek horen gescheiden werelden te blijven. Leugenachtigheid dubbelop is voor iedereen onverteerbaar. Toch zoeken beide werelden elkaar voortdurend op, vooral in verkiezingstijd. Ze delen de brouille van vermeend lijfeigenschap. De één hoort de ander toe. Dat wordt beklonken met hier en daar een postje of een plaats op de kandidatenlijst. Het loopt meestal slecht af.’

Prachtig beschreven natuurlijk, maar helemaal waar is het natuurlijk niet. Sport en politiek zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Sport is een steeds belangrijker onderdeel van de samenleving. En de politiek bepaalt voor een belangrijk deel hoe de sport wordt ingericht. 

De kracht van sport wordt erkend en inmiddels steeds vaker herkend. Een logisch gevolg is dat er een sportpartij ontstaat

Sportpartij
Steeds vaker zien we dat sport domeinoverschrijdend wordt ingezet. De kracht van sport wordt erkend en inmiddels steeds vaker herkend. Een logisch gevolg is dat er een sportpartij ontstaat. Groningen leek de primeur te hebben. Maar de beste sporthistoricus van Nederland duidde op zijn lezenswaardige sportgeschiedeniswebsite dat de primeur van een sportpartij toch al ver achter ons ligt. Daarvoor moeten we terug naar het vooroorlogse Rotterdam van 1927. 

Sportpartij-2

Maar in het naoorlogse tijdperk was er niet eerder de mogelijkheid om op een sportpartij te stemmen, terwijl de sport in importantie toeneemt. Niet zo gek dus dat er een sportpartij kwam. Verschillende bestaande partijen, zowel in als buiten Groningen, trokken hun wenkbrauwen erover op of haalden zelfs hun neus ervoor op. ‘Een one-issuepartij kent toch maar een zeer beperkt enkel nut’, sprak een bevriende politicus van de Partij van de Arbeid (PvdA) mij toe. 

Ideologie
Toen ik fijntjes riposteerde dat ooit de PvdA net als de Sportpartij begonnen was als one-issuepartij (arbeid) werd ik erop gewezen dat het in de Arbeiderspartij, anders dan de Sportpartij, inmiddels over meer dan arbeid ging en een ideologie betrof. In zo'n dialoog helpt het dat ik inmiddels wat ouder ben en ook nog wat heb onthouden uit het verleden. Was het immers niet diezelfde Partij van de Arbeid die ruim twintig jaar geleden bij monde van de laatste echte staatsman Wim Kok sprak dat nu juist de ideologische veren moesten worden afgeschud? Lees het artikel in de Volkskrant er nog maar eens op na: 'Het afschudden van ideologische veren is voor een politieke partij ook een bevrijdende ervaring'

Vanaf welke kant wil je de uitdagingen in de samenleving oplossen? Sport kan daarbij een goed vertrekpunt zijn

Wat mij betreft is het idee om vanuit de kracht en de mogelijkheden van sport een partij te starten dus zo gek nog niet. Natuurlijk is er meer dan sport. Tegelijkertijd is er meer dan arbeid, ouderen, dieren, democratie, christen, vrijheid, enzovoort. ‘You can’t judge a book by it’s cover’, zeggen onze overzeese buren terecht. Het is meer vanaf welke kant je de uitdagingen in de samenleving wilt oplossen. Sport kan daarbij een goed vertrekpunt zijn. 

Sociale cohesie
Over het beteugelen van de uit de pan rijzende zorgkosten schreef ik eerder al, evenals over het - door middel van sport - tegengaan van de verruwing van de maatschappij gecombineerd met de waarde en normen die sportclub de leden meegeeft. Sport helpt het versterken van de sociale cohesie. 

Nog geen twee jaar geleden werden de verschillende positieve bijdragen van sport aan de maatschappij onder de noemer ‘De kracht van sport’ door Marije Baart de la Faille-Deutekom ondergebracht in vijf krachten: de sociaal-economische kracht van sport, de maatschappelijke kracht van sport, de gezonde kracht van sport, de vernieuwende kracht van sport en de kracht van topsport. Voorwaar een aardig fundament om een partijprogramma op te bouwen. 

Het is opvallend dat sport in coalitieakkoorden steeds vaker een prominentere en een domeinoverschrijdende positie inneemt

XL42OpenPodiumWeijermars-2Georganiseerde sport
Dat andere lokale politieke partijen de kracht van sport herkennen is een gegeven. Sinds de laatste gemeenteraadsverkiezingen in maart zijn de meeste coalitieakkoorden inmiddels wel gesmeed. En het is opvallend dat sport daarin steeds vaker een prominentere en een domeinoverschrijdende positie inneemt. 

Tegelijkertijd blijft de beweging gaande dat aan de ene kant sport als waardevol wordt gezien en er lokaal meer en meer op ongeorganiseerde sport wordt ingezet. Dit is in tegenspraak met het steeds meer vragen aan de georganiseerde sport. De sportverenigingen worden waardevol gevonden bij het ondersteunen en uitbouwen van maatschappelijke taken, maar worden meer en meer financieel afgeknepen. Dat is een beetje valsspelen in het maatschappelijk speelveld.

Professionalisering
Daarom is het initiatief van kamerlid Rudmer Heerema (VVD), waarin hij de minister verzoekt om het grootste deel van de ruim 7 miljoen euro uit het traject 'Veilig Sport Klimaat' vanaf volgend jaar te oormerken als geld dat kan worden ingezet ten behoeve van de professionalisering van sportverenigingen, een goed idee. 

De uitdagingen van een gymnastiekvereniging in het Groningse Aduard zijn anders dan die van voetbalvereniging in Amsterdam Bijlmer

Voor de kleine 300 euro per vereniging - uitgaande van de 25.000 sportverenigingen die Heerema benoemd - kun je hiervan geen professionele kracht inhuren. Wel kun je met de inzet van deze gelden verenigingen helpen met het opleiden van bestuurlijk kader, waardoor zij zich staande houden in de steeds meer vragende omgeving met grotere gemeenten en complexere wetgeving. 

Helpen op lokaal niveau
Het lijkt mij verstandig dit niet te doen met opleidingen op landelijke leest geschoeid met de gedachte one size fits all, maar juist op lokaal niveau en het praktisch ondersteunen in groepen van gelijksoortige verenigingen in een regio. De uitdagingen van een gymnastiekvereniging in het Groningse Aduard zijn immers anders dan die van voetbalvereniging in Amsterdam Bijlmer en die lijken weer in niets op de aandachtsgebieden van de tennisvereniging in het zuidelijke Sittard.

Naast het Rijk zetten organisaties als ING (duurzaam en betrokken) en de Rabobank (growing a better world) vanuit landelijke organisaties meer en meer lokaal in om in kennis en budget aan maatschappelijke meerwaarde te realiseren. Wat zou het mooi zijn als de CEO van andere (multi)nationale organisaties onder de kerstboom bedenken dat ook zij kunnen bijdragen aan de sport. En dan niet als sponsor op zoek naar meer exposure door de sport, maar voor de sport door kennis en budget beschikbaar te stellen. Dan kunnen zij ook in 2020 gewoon op hun eigen partij blijven stemmen en toch significant bijdragen aan een sportieve en betere samenleving. Een mooie kerstgedachte lijkt mij zo.

Alvast een goed nieuw jaar!

Jeroen Weijermars is met Zjerom ondernemer in sportmanagement en sportmarketing. Daarnaast is hij als docent verbonden aan de Johan Cruyff Academy en geeft hij daar les op het gebied van sportmanagement, -marketing en -media. In zijn vrije tijd is hij lid van het bondsbestuur van het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV) met als aandachtsgebied marketing en communicatie. In 2014 behaalde hij zijn MBA Sportmanagement bij het Wagner Instituut te Groningen. Voor meer informatie: jeroen.weijermars@zjerom.nl, Twitter, LinkedIn, of www.zjerom.nl

« terug

Reacties: 1

Rob Rijsenbrij
11-12-2018

Dag Jeroen,

Ik reageer even op het laatste deel van jouw artikel.
Waarom? Omdat ik mij al jaren afvraag waarom het niet echt lukt om op lokaal niveau de krachten te bundelen als het gaat om verenigingen en clubs. Heeft dit te maken met ons DNA als Nederlander en gewend zijn aan "poldermodellen"?
De uitdaging inzake profesionalisering van sportclubs en verenigingen is er nu eenmaal. Al is het alleen al doordat wetgeving dit afdwingt en op lokaal niveau het verstrekken van subsidie vaker en vaker wordt gekoppeld aan eisen. Wetgeving en eisen, die vaak en in het kader van de doelstellingen van hun vereniging, door vrijwilligers maar niet gesnapt (kunnen) worden.
En eens, dan heb je ook nog eens de verschillen ingegeven door waar zich een vereniging bevindt.

Waar ikzelf al een tijd voorstander van ben, is op lokaal niveau de krachten te bundelen en te kijken of er een of meerdere profesionele personen opgeleid of ingehuurd kunnen worden. Is het probleem vrijwilliger en de daarbij horende verantwoordelijkheid ook deels opgelost.
In het buitenland zie je de oplossing van bundelen vaak. Het leidt meestal tot een omnivereniging waarbinnen de verschillende sporten en/of andere activiteiten via een bestuurslid worden vertegenwoordigd.

Naast het besturen en regelen van activiteiten is een omni-structuur ook nog eens interessant voor zaken als inkoopvoordelen tot sponsoring.
Misschien moet de politiek eens geld vrijmaken om andere structuren voor de amateur gedreven verenigingen en clubs te onderzoeken, maar vooral ook beseffen dat een vereniging niet als een commercieel bedrijf gewaardeerd moet worden?
 

Fijne Kerstdagen en een mooi 2019 gewenst,

Drachten 11-12-2018

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst