Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

Het vergt lef om te investeren in een vitalere samenleving 19 juni 2018

door: Jeroen Weijermars

Over de financiering van de Nederlandse sport is de laatste jaren nogal wat gezegd en geschreven. Niet in de laatste plaats omdat de Nederlandse georganiseerde sport financieel gesteund wordt door met name de gelden uit de Lotto en Toto. Je hoeft geen economisch expert te zijn om te constateren dat die inkomsten in het afgelopen decennium achteruit holden. 

Door een trage besluitvorming op dit dossier teerde NOC*NSF in op de reserves en duurde het jaren voordat er uiteindelijk een merge was tussen de Staatsloterij en de Lotto. Door die samenwerking ontstond een kansspelimperium met een omzet van ruim 1,1 miljard euro per jaar. Staatsloterij en Lotto hebben samen meer dan de helft van de 2 miljard euro omzet van alle loterijaanbieders in handen. Dat zijn hoge bedragen, zeker als je door een ‘sportbril’ naar de omvang van deze inkomsten kijkt en wetende dat jouw business daaruit gefinancierd wordt.

Afhankelijk van gokbedrijf
In hun bijdrage aan Sport Knowhow XL november 2015 schreven Marcel Wintels en Huib Kloosterhuis al dat het - hoewel historisch verklaarbaar - best opmerkelijk is dat de financiering van de georganiseerde sport en de ruim 75 sportbonden van een gokbedrijf afhankelijk is.

De kans dat de inkomsten significant afnemen is buitengewoon groot omdat betting door Nederlanders in het buitenland alleen maar toeneemt

Wie de historische context even buiten beschouwing laat, ziet nu gokopbrengsten -‘slecht geld’ - geconverteerd worden naar ‘goed geld’. Dat wil zeggen dat het ingezet wordt op een gezonde maatschappij. Een aardig idee, maar wat mij betreft niet wanneer je als maatschappij ervoor kiest om zoiets waardevols als sport voor het belangrijkste deel financieel afhankelijk te laten zijn van de gokkende Nederlander.

Vraagtekens
Het is een vreemd gegeven, zeker waar maatschappelijke meerwaarde van sport inmiddels door ieder weldenkend mens wordt onderschreven. Tegelijkertijd kunnen er grote vraagtekens gezet worden bij de maatschappelijke waarde - laat staan meerwaarde - van gokken. 

Bovendien is de kans dat de inkomsten significant afnemen buitengewoon groot omdat betting door Nederlanders in het buitenland alleen maar toeneemt. Ik zou als sport niet meer al mijn kaarten zetten op de binnenlandse inkomsten uit gokken. Wat dan wel? Zoals iedere verenigingssporter weet, financiert de georganiseerde sport vooral zichzelf. Dit gebeurt voornamelijk door het innen van contributies bij de verenigingsleden en uit deze middelen wordt door de enorme inzet van vrijwilligers de georganiseerde sport voor een relatief lage prijs een belangrijke pijler van de maatschappij overeind gehouden. 

Kiezers zitten niet te wachten op successen over tientallen jaren en willen eerder resultaat zien, bij voorkeur binnen vier jaar

Lef
Dat de sport de eigen broek ophoudt is een prima uitgangspunt. In de sport zijn we niet anders gewend. Waar de overheid om verschillende redenen steeds meer wil inzetten op een vitalere samenleving mag er wel een tandje bij. In dit geval niet vanuit de sport, maar vanuit de overheid in de vorm extra financieringen. Dat dit politiek gezien een beperkt interessante boodschap is, moge duidelijk zijn. De echte terugbetaling van die extra financiering wordt pas zichtbaar over ongeveer dertig jaar. 

Electoraal is dat een weinig interessant verhaal. Kiezers zitten niet te wachten op successen over tientallen jaren en willen eerder resultaat zien, bij voorkeur binnen vier jaar. Het vergt lef om de koe bij de horens te vatten en de lange termijn toch als uitgangspunt te nemen. Investeren in een vitalere samenleving levert op termijn bewezen rendement op. Zo kunnen de curatieve zorgkosten van bijna 100 miljard euro omlaag. Zie het als preventieve zorg. 

Verdienmodel
Daarnaast wordt het tijd dat grote sportevenementen niet meer door dezelfde potjes van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport worden ondersteund. Het zijn economisch gezien prima renderende evenementen. Tegelijkertijd plukken vooral commerciële organisaties en steden, die deze events aangrijpen voor citymarketing, daar de vruchten van. De sport is hierbij het vehikel van een mooi verdienmodel, maar het blijft een typisch geval van dóór in plaats van vóór de sport. Dat er geld verdiend wordt door de sport is prima. Tegelijkertijd betreft het hier vooral winstgevendheid die niet of nauwelijks terugvloeit naar diezelfde sport. 

Volgens marktexperts staan bedrijven te popelen om zich te verbinden aan topsport en grote evenementen

Laten we deze events vooral behouden, het aantal opschroeven en financieren vanuit het bedrijfsleven of met eenmalige subsidiestromen vanuit het economische domein van de landelijke en/of lokale overheden. Op deze wijze houden we het zuiver. Gaat het om het gezonder maken van de Nederlander, dan financiert het domein welzijn van de overheden. Gaat het om het amuseren, dan financiert het economische domein.

Sexy
Volgens marktexperts staan bedrijven te popelen om zich te verbinden aan topsport en grote evenementen. Sla het interview met Michael van Praag (Voorzitter van de Nederlandse Sportraad) in de laatste editie van Sport & Strategie er maar op na1. Van Praag vertelt onder meer over de ambitie van de Sportraad. De suggestie die in dit artikel gedaan wordt, is dat het financieren van de sport door bedrijven dan alleen niet meer via NOC*NSF moet gebeuren. 

Ik zou daar aan willen toevoegen dat de focus van NOC*NSF weer op het versterken en van de georganiseerde sport kan. Daar wordt niemand slechter van. Misschien is dat minder sexy dan topsport(evenementen), maar dat pakt het bedrijfsleven (lees: de markt) dan wel op. Diezelfde markt is slagvaardiger, creatiever en flexibeler en kan bovendien beter omgaan met gecalculeerd risico nemen. Een win-winsituatie. 

Noot

  1. “Ik had de politiek in moeten gaan”: Michael van Praag over de agenda en ambitie van ‘zijn’ NLsportraad, Sport & Strategie, juni 2018, jaargang 12, editie 2.

Jeroen Weijermars is met Zjerom ondernemer in sportmanagement en sportmarketing. Daarnaast is hij als docent verbonden aan de Johan Cruyff Academy en geeft hij daar les op het gebied van sportmanagement, -marketing en -media. In zijn vrije tijd is hij lid van het bondsbestuur van het Koninklijk Nederlands Korfbalverbond (KNKV) met als aandachtsgebied marketing en communicatie. In 2014 behaalde hij zijn MBA Sportmanagement bij het Wagner Instituut te Groningen. Voor meer informatie: jeroen.weijermars@zjerom.nl, Twitter, Linkedin of www.zjerom.nl

« terug

Reacties: 1

loek Jorritsma
19-06-2018

Ik raak aan het eind even het spoort bijster. De laatste zin van de een na laatste alinea: " De suggestie die  in dat artikel gedaan wordt, is dat het financieren van de sport door bedrijven dan alleen niet meer via NOC*NSF moet gebeuren." Is dat nu dan zo? Ik heb het gehele artikel niet gelezen, ben niet geabbonneerd op Sport&Strategie. Maar staat dat er echt? 

Wat ik vervolgens mis is de expliciete invulling van de overheidsfinanciering. Niet naar evenementen, alleen de markt? Maar waar dan wel naar toe? In mijn analyse kom ik dan automatisch bij de infrastructuur die nodig is om de maatschappelijke meerwaarde vorm en inhoud te geven: verantwoorde sportbeoefening. En dat kan alleen maar door die instituties structureel te belasten met die publieke taak en die activiteiten te zien als DAEB. Of ben je - of welke andere schrijver of lezer dan ook - het daar niet mee eens? 

Overigens was het destijds niet de roep van de kiezer om de rijksregeleing voor subsidiering van de landelijke organisaties op het gebied van de sport af te schaffen. De ambtelijke top van WVC adviseerde dat aan de minister. En er was geen krachtig NOC*NSF noch top Directie Sport die zich daar met argumenten tegen verzette. Ik denk dat er geen kiezer wakker ligt van een structurele bijdrage van in totaal 20 mio aan de landelijke sportorganisaties om zorg te dragen voor die verantwoorde sportbeoefening. Wat betreft topsportevenementen dienen we goed vast te stellen welke evenementen louter dienen als verdienmodel voor welke organisatie dan ook, dan wel als behorend bij de publieke taak van de betrokken landelijke sportorganisaties. Wat betreft die langere termijn: stel dat we voor ogen hebben om ons land geschikt te laten zijn voor de organisatie van de Olympische Spelen, stel. Dat hoort daarbij een complete infrastructuur die dat mogelijk moet maken. En daar horen de landleijke sportorganisaties een centrale rol in te spelen. Op het gebied, van de kwaliteit van de sport, de trainers, de opleidingen, de accommodaties en de financering daarvan. DAEB.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst