door: Peter Hopstaken
Ondanks zijn strafblad vanwege fysieke mishandeling van zijn toenmalige vriendin heeft IOC-lid Camiel Eurlings recent een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) gekregen. Eurlings had de VOG aangevraagd op dringend verzoek van NOC*NSF, waar hij vanwege zijn IOC-lidmaatschap 'qualitate qua' in het bestuur zit. 'Het gevoel van ongemak rond Eurlings is door zijn VOG voor mij persoonlijk verdwenen', tekende het AD uit de mond van Gerard Dielessen - algemeen directeur van NOC-NSF - op. Is die opluchting logisch? En: welke waarde mogen sportorganisaties eigenlijk aan een VOG toekennen?
Nadat er steeds meer gevallen van seksuele intimidatie in de sportwereld aan het licht kwamen, werd sportverenigingen geadviseerd om trainers en coaches een VOG te laten overhandigen, alvorens ze echt aan de slag te laten gaan. 'Justis' is de naam van de instantie die VOG-aanvragen behandelt. Deze instantie onderzoekt of de aanvrager strafbare feiten op zijn of haar naam heeft staan. Als dat niet geval is, wordt sowieso een VOG verstrekt. Als een aanvrager wél strafbare feiten heeft gepleegd, dan beoordeelt Justis of deze relevant zijn voor het doel waarvoor de verklaring is aangevraagd.
Old boys-netwerk
In tegenstelling tot veel sportverenigingen en -bonden vroeg NOC*NSF nooit om een VOG aan nieuwe bestuursleden. Dat leek ook niet echt nodig, veel kandidaat-bestuurders kwamen uit het old boys-netwerk van zittende bestuursleden, een strafblad leek meestal onwaarschijnlijk. Maar wat nu als een zittend bestuurslid ná zijn benoeming met justitie in aanraking komt en een strafblad krijgt? En wat als dat bestuurslid als IOC-lid 'qualitate qua' deel uit van het bestuur van NOC*NSF?
"Als Ei van Columbus bedacht de sportkoepel toen om aan álle zittende bestuursleden een VOG te vragen"
De nationale sportkoepel moet - terecht natuurlijk, zoals ik in maart al beargumenteerde - enorm met de kwestie Eurlings in de maag hebben gezeten, hoewel dat in het openbaar nergens uit bleek. Achter de schermen zou het bestuur volgens de Volkskrant dit voorjaar wel aan Eurlings hebben gevraagd zich terug te trekken als bestuurslid, maar Eurlings weigerde dat. Als Ei van Columbus bedacht de sportkoepel toen om aan álle zittende bestuursleden een VOG te vragen. Omdat de VOG 'onderdeel gaat worden van een breder ethisch kader voor bestuurders', lazen we in het eerder aangehaalde AD-artikel.
Misstappen niet relevant, althans voor bestuursfunctie
Bijna alle zittende bestuursleden van NOC*NSF kregen in no time een VOG. Alleen de behandeling van Eurlings' aanvraag duurde wat langer, hij had immers een strafblad. Justis oordeelde uiteindelijk dat de misstappen van Eurlings niet relevant waren voor het doel waarvoor de verklaring was aangevraagd. 'Voor een leraar zijn andere strafbare feiten van belang dan voor de functie van accountant', lezen we op de website van Justis. Met andere woorden, Eurlings mag gerust bestuurslid van NOC*NSF zijn, maar als hij een dameshockeyteam had willen gaan coachen is nog maar de vraag of er een VOG aan hem verstrekt zou zijn. Mocht hij alsnog die ambitie krijgen, dan zal hij wederom een VOG moeten aanvragen, als de betreffende hockeyvereniging in dat geval zo'n verklaring van hem zou verlangen.
"Sportverenigingen doen er goed aan om de tekst van de VOG-verklaringen die door nieuwe vrijwilligers worden overhandigd goed te lezen"
Sportverenigingen en andere sportorganisaties moeten zich dus heel goed realiseren dat een VOG bepaald niet zaligmakend is. Nogmaals, als de aanvrager geen strafblad heeft, krijgt deze de verklaring sowieso. Dat wil nog niet zeggen dat de aanvrager zich in de toekomst altijd goed zal gedragen. Bovendien doen sportverenigingen er goed aan om de tekst van de VOG-verklaringen die door nieuwe vrijwilligers worden overhandigd goed te lezen. Iemand kan van bestuurslid bij de ene vereniging de overstap maken naar trainer/coach bij een andere vereniging. De VOG kan echter eerder verstrekt zijn voor de uitoefening van een bestuursfunctie. Dat wil dus niet zeggen dat Justis instaat voor het goede gedrag van diezelfde persoon als hij - al dan niet bij dezelfde vereniging - jongens of meisjes gaat trainen/coachen.
Gevoel van ongemak
Wat voor belang mogen we nu dus hechten aan een VOG in het algemeen en die van Eurlings in het bijzonder? Justis acht de kans niet waarschijnlijk dat Eurlings in een blinde bui van woede medebestuursleden een pak rammel zal gaan geven. In die zin is het logisch dat 'het gevoel van ongemak' voor Dielessen nu verdwenen is, met Eurlings als bestuurslid. Aan de andere kant, is dat verdwenen gevoel van ongemak weinig geloofwaardig. Het bestuur van diezelfde organisatie roept immers andere sportbestuurders regelmatig op om zich te houden aan de regels van Goed Sportbestuur, vraagt sporters en coaches via campagnes om onsportief gedrag zo veel mogelijk te bestrijden én laat de doofpot van seksueel misbruik in de sport eindelijk door een externe commissie lichten. Kortom, Eurlings is lid van een bestuur dat integriteit en sportiviteit hoog in het vaandel draagt, maar heeft een aantekening op zijn strafblad omdat hij zijn toenmalige vriendin in elkaar sloeg. Leading by example is het in ieder geval niet.
En wat als Eurlings géén VOG had gekregen? Had NOC*NSF hem dan kunnen ontslaan als bestuurslid? Welnee, zoals juriste Marjan Olfers vorige week via Twitter opmerkte: de juridische grondslag daarvoor ontbreekt, dat kan alleen het IOC doen. Er is hier feitelijk sprake van een 'democratisch tekort', als offer voor de verbinding met de hogere regionen van de Olympus. Dit bestuurslid wordt niet benoemd en ontslagen door de Algemene Leden Vergadering van de vereniging NOC*NSF maar zit krachtens de overkoepelende olympische codificatie - waaraan ook NOC*NSF onderworpen is - in het verenigingsbestuur van NOC*NSF ten gevolge van zijn hoedanigheid van IOC-lid.
"Als Eurlings geen VOG had gekregen had NOC*NSF hem hooguit nogmaals kunnen vragen om zich terug te trekken als bestuurslid"
In eenvoudiger woorden: Eurlings zit als vertegenwoordiger van het IOC in het NOC*NSF-bestuur. En het IOC had al eerder laten weten de misstap van Eurlings als een 'privézaak' te beschouwen. Oók al zo bijzonder. Want het IOC huldigt het principe van 'Olympisme' en verkondigt daarover in het Olympic Charter onder meer: ‘Olympism seeks to create a way of life based on the joy of effort, the educational value of good example, social responsibility and respect for universal fundamental ethical principles’. Als Eurlings nu geen VOG had gekregen had NOC*NSF hem hooguit nogmaals kunnen vragen om zich terug te trekken als bestuurslid. De kans is groot dat hij dat wederom geweigerd zou hebben, zijn eerdere argument - hij achtte zichzelf onschuldig - herhalend.
Schaamlap
Al met al kan je je dus afvragen wat het voor zin had om aan alle bestuursleden - lees met name Eurlings - een VOG te vragen. Waarschijnlijk niet om de cv's van de bestuursleden te actualiseren. Ik kan maar één reden bedenken: de VOG is als schaamlap misbruikt om bestuurlijk onvermogen te maskeren. Nu Eurlings de VOG gekregen heeft, is het dossier gesloten en hoeven we het er niet meer over te hebben. Dat idee dus. Maar dat het gevoel van ongemak verdwenen is nu Eurlings een VOG heeft gekregen, wordt denk ik door velen niet gedeeld. Zoals columniste Nynke de Jong vorige week in het AD schreef: 'Ik schaam me als Nederlander kapot dat zo’n man het boegbeeld van onze sporters mag blijven. Dat hij straks tijdens de Olympische Spelen weer medailles mag omhangen en handjes mag schudden.'
Voor meer informatie: Wat is een VOG?
Naschrift
Deze column is geschreven na een uitgebreid telefonisch gesprek met Justis, de instantie die VOG-aanvragen in behandeling neemt. Verder is in een conceptversie van deze column het commentaar verwerkt van twee juristen die gespecialiseerd zijn in verenigingsrecht én van twee juristen die hun sporen verdiend hebben in o.m. de sportbestuurlijke sector.
Peter Hopstaken is sinds 2007 hoofdredacteur van Sport Knowhow XL. Daarnaast lanceerde hij begin 2017 - samen met Hans Koeleman - het label Denktank Sport. Eerder was hij hoofdredacteur van SPORT Bestuur & Management (1998-2007) en als senior consultant/onderzoeker werkzaam bij respectievelijk KPMG (1996-1998) en Stichting Economisch Onderzoek (1987-1996). Hopstaken studeerde economie aan de Universiteit van Amsterdam.