Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

‘Schiphol-in-zee’ voor de sport 17 januari 2017

Pleidooi voor omdenken & kantelen

door: Sandra Meeuwsen

In zijn Nieuwjaarsblog spreekt Gerard Dielessen, algemeen directeur van NOC*NSF, zich vurig uit voor een transitie van de sport. Dit is nodig omdat '… de sport niet langer meer van ons is, van de instituties, maar van de sporters zelf. Sporters willen, en kunnen met behulp van allerlei technische hulpmiddelen, steeds meer zelf bepalen wat voor een sport ze op hun eigen gekozen tijdstip willen doen.' Vanwege deze veranderde situatie is het hoog tijd huidige structuren en systeemdenken in de sport te verwerpen, het inclusieve karakter van sport te versterken en nieuwe financieringsstromen te verwerven. Aldus Dielessen.

Dat is mooi. Eindelijk, de georganiseerde sport gaat zichzelf opnieuw uitvinden! Een reuzeklus met al die instituties die de sport in Nederland inmiddels rijk is. Ruim denken is gewenst om de slag naar voren te maken. Dielessen ontleent inspiratie aan het idee van een zesde Schipholbaan in zee; een op zichzelf waarschijnlijk onhaalbaar plan dat ons uitnodigt compleet anders te gaan denken. 

Welk ‘Schiphol-in-zee’-waardig concept kan de sport versneld doen kantelen? Laten we de beweging versnellen die al op gang is gekomen. Net als in andere sectoren wemelt het in de sport van de burgerinitiatieven, lokale start ups en innovatieve programma’s op basis van co-creatie en duurzaamheid. ‘Voor elkaar, door elkaar’ is daarbij het aloude motto, van nieuw elan voorzien. En, net als in andere branches: de gevestigde orde heeft het nakijken. De georganiseerde sport staat op haar traditionele grondvesten te trillen. 

"Verenigingen, bonden en NOC*NSF lopen al jaren achter onomkeerbare feiten aan"

Dat proces is al vele jaren geleden op gang gekomen, maar lijkt nu in een stroomversnelling gekomen. Lotto-middelen verdampen, ledentallen slinken en de subsidiestroom van overheidswege stokt. Tot zover geen nieuws. Waar het pas echt kritiek wordt, is wanneer bestuurders hier de ogen voor sluiten, sporters bestaande instituties de rug toekeren en een eigen parallelle werkelijkheid creëren. Virtueel, via games, mode, evenementen, reizen en retail, op het werk of anderszins. Grenzen tussen voorheen gescheiden werelden zijn aan het vervagen; sport zien we terug binnen kunst, onderwijs en zorg. Verenigingen, bonden en NOC*NSF lopen al jaren achter deze onomkeerbare feiten aan. ‘Wake Up: It’s Happening!’

Sport Impact-aanpak
In het verlengde van al deze ontwikkelingen lanceer ik graag het concept van een Impact-benadering voor de sport als turbomotor. Wat houdt deze benadering precies in en waarom zou dit concept de sport een ‘Schiphol-in-zee’-injectie kunnen geven?

Twee jaar geleden kwam ik in aanraking met het fenomeen ‘Social Impact Bonds’; een innovatief financieringsmodel om maatschappelijke activiteiten te bekostigen. De eerste Social Impact Bond is in 2014 in Rotterdam gerealiseerd via de Start Foundation op het thema werk. Later volgden meer Initiatieven, zoals in Utrecht, Enschede en Eindhoven. 

Kort samengevat komt de methode hierop neer: private partners investeren risicodragend in het verbeteren van programma’s op sociaal-maatschappelijk vlak, zodat deze meer effect (‘impact’) kunnen sorteren. Het gaat dan bijvoorbeeld om programma’s gericht op werk en opleiding, gezondheidsverbetering of veiligheid. Bij aantoonbaar effect - dus minder werkzoekenden, meer jongeren die hun opleiding afmaken, of meer gezonde inwoners en meer jongeren die op het rechte pad blijven - worden deze resultaten vertaald naar een percentage van de bespaarde kosten. Denk hierbij aan de lokale lasten op het gebied van uitkeringen, integratie, jeugdzorg en criminaliteitsbestrijding. 

"Bij Impact-financiering worden de bespaarde kosten als ‘refund-budget’ opnieuw geïnvesteerd óf uitgekeerd in de vorm van ‘sociaal dividend’"

Deze vormen een veelvoud van de investeringen die het vergt om via een preventieve aanpak deze doelgroepen effectief te bereiken. Na de decentralisaties in 2015 zijn het tegenwoordig vooral gemeenten die deze lasten dragen. Om een indruk te geven; alleen al in Amsterdam gaat in 2017 een half miljard euro om in het sociaal domein. Rotterdam heeft € 432 miljoen ter beschikking, en Utrecht € 196 miljoen. In totaal is voor 2017 € 9,7 miljard beschikbaar voor gemeenten ten behoeve van het sociaal domein.1 En dan laat ik de groeiende lokale budgetten voor integratie, inburgering en anti-radicalisering nog buiten beschouwing. Bij Impact-financiering worden de bespaarde kosten hetzij opnieuw geïnvesteerd in de betreffende programma’s, dan wel uitgekeerd aan de private investeerders in de vorm van ‘sociaal dividend’.

Kansen
In de sport liggen de kansen voor het oprapen om preventieve programma’s te organiseren en daarbij deze Impact-benadering toe te passen. Lokale overheden zijn op zoek naar effectieve preventieprogramma’s binnen het sociaal domein om cure-kosten te besparen. Sport biedt de magische katalysator om mensen te bereiken die via een ‘reguliere’ wijze al onbereikbaar zijn. 

Het is niet zo ingewikkeld om de kernactiviteiten van sportorganisaties (‘sport als doel’) via deze methode ook mede mogelijk te maken. Verenigingsmanagers, technisch kader, ja zelfs accommodaties kunnen via een Impact-benadering gefinancierd worden. De methode biedt ook een uitkomst voor het verduurzamen van voorheen gesubsidieerde activiteiten, zoals Sportimpuls-projecten en de inzet van Buurtsportcoaches en andere gesubsidieerde professionals in de sport. De enige voorwaarde is sport in te richten als een praktijk waarmee onderscheidende Impact wordt gerealiseerd. En de bereidheid om hierin samen te werken met gespecialiseerde ketenpartners om de zwaardere problematiek gezamenlijk aan te pakken.

Waar is het wachten nog op? Inmiddels jagen wij diverse kansrijke Impact-initiatieven binnen de sport aan, waaronder:

  • Verduurzamen van de huidige Buurtsportcoach-programma’s in de gemeenten Nijkerk, Utrechtse Heuvelrug (beide inclusief JOGG), Zeewolde en Zeist;
  • Verder uitbouwen van de maatschappelijke inzet binnen enkele Eredivisieclubs;
  • Verzelfstandiging gemeentelijke Sportbedrijven;
  • Doorstart provinciaal gesubsidieerd talentontwikkelingsprogramma;
  • Turn around gemeentelijke Sportservice organisatie;
  • Maatschappelijk exploiteren van een tweetal buitensportparken.

Een andere kansrijke toepassingsmogelijkheid is gelegen in het organiseren van sportevenementen. Tijdens het EK Atletiek in juli 2016 mocht ik een bijdrage leveren aan de workshop over nieuwe businessmodellen voor evenementen. Daarbij lanceerde ik de volgende visualisatie van de Impact benadering bij evenementen:

XL2-PlaatjeOpenPodiumSandraMeeuwsenDit model biedt richting aan elk van de bovengenoemde Impact-initiatieven. Variabele onderdelen zijn de doelstellingen die centraal staan, te vertalen naar bouwstenen van het lokale preventieprogramma en bijpassende private partners. Anders gezegd: bij de keuze voor jeugdgezondheid bevat een Impact-programma andere bouwstenen dan bij de keuze voor werk. En uiteraard is het benodigde investeringsbudget afhankelijk van het ambitieniveau van de samenwerkende publiek-private partners. 

Proces
Belangrijker nog dan de financiële waarde is het proces dat met een Impact-benadering op gang komt. Het is van belang te starten vanuit de sport; vanuit bestaande activiteiten en het eigen lokale netwerk. Door de verantwoordelijkheid voor sport te verbreden naar private en publieke partners en samen te gaan staan voor een preventieprogramma, ontstaat een compleet andere dynamiek dan we gewend zijn in de sport. Niet sleuren en trekken om wat sponsoring of subsidies, maar zelf het voortouw nemen voor een gezamenlijke inzet binnen het sociaal domein. 

"Resultaten worden niet gemeten, laat staan vertaald naar verbeteracties en procesinterventies. Doodzonde met zoveel goud in handen"

Ik merk dat juist dit aspect de grootste hobbel is voor de meeste bestuurders; er is nog weinig geloof in eigen kunnen binnen de sport. En dat terwijl de pretenties van afgelopen decennia er niet om hebben gelogen! Tijdens mijn gesprekken met de huidige projectleiders en managers in de sport valt me steeds weer op, hoe weinig men vertrouwt in het effect van de eigen activiteiten. Resultaten worden niet gemeten, laat staan vertaald naar verbeteracties en procesinterventies. Doodzonde met zoveel goud in handen.

Bijvangst
Het realiseren van een Impact-benadering heeft allerlei onverwachte neveneffecten. Bijvoorbeeld op moreel vlak; alle betrokkenen maken een grote integriteitsschoonmaak door. Immers, geloof in de kracht van sport én eigen kunnen is een eerste randvoorwaarde om succesvol te kantelen naar een Impact-benadering. En deze overtuiging moet ook echt van binnenuit komen en samenvallen met de eigen-waarde(n) van alle betrokkenen; het kan niet meer alleen voor de bühne zijn. Dit brengt op alle lagen een bewustwordingsproces op gang waar de sport naar snakt. En dit proces heeft ook weer een spin-off naar alle stakeholders binnen de context van de betrokken sportorganisatie. Anders gezegd: het kaf wordt van het koren gescheiden binnen een collectief Impact-proces. Met oneigenlijke, geld gedreven motieven om sport te ‘exploiteren’ wordt korte metten gemaakt. 

Ik kom terug op mijn beginvraag: welk ‘Schiphol-in-zee’ waardig concept kan de sport versneld doen kantelen? Het lijkt me duidelijk: een Sport Impact-aanpak kan deze functie met verve vervullen. 

Verder lezen over Impact financiering?

  • JP Morgan Global Research, Rockefeller Foundation and Global Impact Investing Network: 'Impact Investments: An Emerging Asset Class'. London / New York (2010)
  • Martin M., University St. Gallen: 'Understanding the True Potential of Hybrid Financing Strategies for Social Entrepreneurs'. Genève (2011)
  • Ormiston J. & Seymour R.G., Tilde University Press: 'The Emergence of Social Investment as a Moral System of Exchange.' In ‘Social Entrepreneurship and Enterprise’, Ch. 15 (2014, inclusief overzicht van bronnen)

Noot:
1. Bron: Meicirculaire 2016, bijlage ‘Verdeling Integratiebudgetten Sociaal Domein 2016 - 2020’

Sandra Meeuwsen is mede-eigenaar van Bureau Sportimpuls, dat sportorganisaties en gemeenten begeleidt bij het gebruikmaken van alle regelingen binnen het programma ‘Sport en Bewegen in de Buurt’. Daarnaast is zij Academic Advisor bij de Wagner Group, Coach voor JOGG-gemeenten en voorzitter van de Raad van Commissarissen van Sportbedrijf Deventer NV.

« terug

Reacties: 2

Peter Scholten
17-01-2017

Startfoundation, een investeringsfonds in o.a. SIB's, heeft ook een boekje in het Nederlands uitgegeven over dit onderwerp: zie: http://www.startfoundation.nl/activiteiten/sibboekje

Gaat over de praktische invulling van het concept in Nederland, op basis van een aantal concrete voorbeelden. 

jan stoop
18-01-2017

hallo Sandra.

Bedankt voor je interessant artikel. Je schetst terecht een noodzakelijk omslagpunt in sportbenadering. Het oude denken in structuren en besturen heeft zijn tijd gehad. En er is nu transformatie gewenst.  Sport ook bekijken vanuit verschillende gezichtsvelden. Gezondheid en preventie hebben daar bijvoorbeeld een belangrijke rol in.  Dit zie je nauwelijks op lokaal gebied. Wij (gemeente Tilburg) waren in 2016 Europesche sportgemeente van het jaar en in 2014 sportgemeente van Nederland. Terecht omdat we veel doen om sport een duidelijke plaats te geven in de samenleving. Alleen de relatie met gezondheid komt nog onvoldoende naar voren binnen de Gemeente. Sport en gezondheid vraagt om verduidelijking en ik (als raadslid van D66 en sportwoordvoerder) zal dan ook het komend jaar initiatieven hierin gaan nemen. Want de kanteling is noodzakelijk!

Met SPORTieve groet
Jan Stoop

D66 raadslid Tilburg, woordvoerder Sport 

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst