door: Thomas van Zijl | 26 november 2015
Sportverenigingen uit Amsterdam zijn gewaarschuwd, de Sportbende gaat weer op pad. De leden hebben geen kwade bedoelingen in de zin, maar zullen wel hun ogen open houden en onverbiddelijk zijn. Deze groep jongeren tussen de 14 en 24 jaar test de clubs op hun toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Wethouder Sport Eric van der Burg vergezelt hen vandaag naar Sportcentrum Henny Pleizier.
De Sportbende is geen typisch Amsterdams fenomeen. Ook in andere steden gaan groepen jongeren langs bij verenigingen om te kijken in hoeverre leden met een beperking er welkom zijn. Het initiatief daartoe werd eerder dit jaar genomen door NOC*NSF in samenwerking met de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind (NSGK). De Amsterdamse Sportbende behoort wel tot de fanatiekere, onder meer dankzij de steun van de gemeente. Sportconsulent Harry Visser gelooft dan ook heilig in het concept.
“Wat ik hier zo mooi aan vindt is dat deze groep bestaat uit jongeren met én zonder beperking. Zij zijn bij elkaar gebracht door een bendeleider.” Die rol komt toe aan Sharlon Gardeniers, werkzaam bij revalidatiecentrum Reade. Zij formeerde een groep van drie jongeren zonder handicap en vijf anderen met een lichamelijke beperking.
"Het is geen onwil, maar veel verenigingen realiseren zich niet wat er bij komt kijken om al die barrières weg te werken"
Amsterdam telt ongeveer 250 sportverenigingen met een aanbod voor mensen met een beperking. Lang niet allemaal worden ze vereerd met een bezoek van de Sportbende. De groep gaat er onder leiding van Gardeniers langs bij vier per jaar. “Het is belangrijk dat ze de intentie hebben echt toegankelijk te worden voor zoveel mogelijk mensen. Wij kunnen de club met praktische tips verder op weg helpen. Gardeniers somt een aantal belangrijke zaken op:
“Een invalidentoilet, doorgangen die breed genoeg zijn voor een rolstoel, drempelvrije ruimten, een zitdouche. Het is geen onwil, maar veel verenigingen realiseren zich niet wat er bij komt kijken om al die barrières weg te werken.” Belangrijk is dat er motivatie is om dat wel te bewerkstelligen. Ook sportconsulent Visser richt zich liever op clubs waar de deur voor mensen met een beperking al enigszins openstaat. Hij vergelijkt de huidige situatie met een vissenkom. “Natuurlijk moeten we uiteindelijk toe naar een brede vijver, maar nu is het vooral belangrijk dat we werken aan een paar clubs waar de omstandigheden ideaal zijn.”
Verbetering
Een bezoek van de Sportbende kan een opmaat zijn naar verdere verbetering. Gardeniers bezocht dit najaar een korfbalvereniging die van plan was een apart team op te zetten voor mensen met een verstandelijke beperking. In haar bende zitten echter jongeren met een lichamelijke beperking. Er volgde een training die de korfbalvereniging ertoe aanzette zich ook open te stellen voor deze doelgroep.
"Ten eerste is het belangrijk dat er geen praktische hindernissen zijn, ten tweede draait het om het creëren van een passend aanbod"
“Het gaat om twee zaken. Ten eerste is het belangrijk dat er geen praktische hindernissen zijn, ten tweede draait het om het creëren van een passend aanbod.” Na een verkenning van de accommodatie en een gesprek met een of meerdere bestuursleden schrijft Gardeniers een adviesrapport waarin vervolgstappen zijn opgenomen.
Aanvragen subsidies
Clubs die willen voortborduren op het waardevolle voorwerk van de Sportbende kunnen aankloppen bij Visser. Hij kan het assisteren bij het aanvragen van subsidies die bij de gemeente of de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind beschikbaar zijn om drempels weg te nemen en een passend aanbod daadwerkelijk te realiseren.
“Ik werk sinds 1990 als sportconsulent. De laatste jaren zie ik de wil om zoveel mogelijk mensen te bereiken aan alle kanten toenemen. Dat blijkt onder meer uit personele ondersteuning en budgettaire mogelijkheden. Het is niet voor niets dat nu ook de wethouder meegaat. De gemeente is zich doordrongen van het belang. Daar moeten we resultaat uit kunnen halen.”
De kansen liggen er, maar bij sportclubs is nog niet altijd voldoende bewustzijn. Visser pleit voor meer aandacht, daar begint het mee. “Er zijn veel clubs die al leden met een beperking hebben. Plaats hun verhalen, neem ze op in de nieuwsbrief. Laat weten en straal uit dat iedereen welkom is. Dan nemen we later, met hulp van de Sportbende, de praktische hobbels weg.”
Voor meer informatie: klik hier. Contactinformatie: Harry Visser, Programmamanager Aangepast Sporten Sportservice (Sport & Bos), gemeente Amsterdam, 020-251 8209, 06-2028 9634 of h.visser@amsterdam.nl