Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

VU onderzoekt faire classificatie visueel beperkte paralympiërs

door: Thomas van Zijl | 5 november 2015

Een eerlijke competitie, daar is iedere wedstrijd bij gebaat. Zo komen op de Paralympische Spelen sporters tegen elkaar in actie met gelijksoortige beperkingen. Maar het classificatiesysteem is niet helemaal sluitend. De Vrije Universiteit (VU) doet in opdracht van het Internationaal Paralympisch Comité (IPC) onderzoek naar verbetering, bijvoorbeeld bij Visually Impaired (VI) Judo.

Het IPC onderscheidt drie categorieën beperkingen die fysiek, verstandelijk of visueel van aard kunnen zijn. In hoeverre die de sportieve prestaties beïnvloeden en of er een eerlijke classificatie is, is op dit moment onderwerp van onderzoek aan drie verschillende universiteiten. In Australië buigen wetenschappers zich over fysieke beperkingen, Leuven richt zich op de verstandelijke beperkingen en de VU onderzoekt prestaties van sporters die blind zijn of slecht zien.

XL37VIJudo-1

Direct vastpakken
Binnen die laatste categorie is VI Judo zeer populair, omdat het een sport is die met relatief weinig aanpassingen beoefend kan worden. Het belangrijkste verschil ten opzichte van het reguliere judo is dat de judoka’s elkaar bij het begin van het duel direct vastpakken. Er geldt geen onderscheid tussen judoka’s die volledig blind zijn en een beperkt zicht hebben van maximaal tien procent. De aanname is dat zij, als ze elkaar eenmaal vastgepakt hebben, op gevoel kunnen varen en de aard van de visuele beperking niet van invloed is op hun prestatie.

Binnen de judowereld wordt er aan die verklaring getwijfeld en ook bij andere sporten is de huidige classificatie niet onomstotelijk aanvaard. Het IPC is zich daar al langere tijd van bewust en kwam in 2007 met een onderzoeksopdracht naar de VU. Het vaststellen van de kaders was tijdrovend, maar junior-onderzoeker Kai Krabben, zelf judoka, kan inmiddels aan de slag.

"Binnen het judo is de dynamiek van een wedstrijd veel minder meetbaar"

“De eerste prioriteit is een goede prestatieanalyse van een judo-duel. Wie wint en waarom? Het is nog niet zo eenvoudig om bepalende factoren aan te wijzen. Bij veel andere sporten volstaat een stopwatch, binnen het judo is de dynamiek van een wedstrijd veel minder meetbaar.”

Hinder van visuele beperking?
Zijn bevindingen zijn niet alleen interessant voor VI Judo, maar kunnen ook van pas komen in het reguliere judo. Het is een van de redenen dat de video-analist van Judo Bond Nederland het onderzoek met interesse volgt. Voor Krabben blijft het voornaamste dat hij met een goed beeld van de prestatiebepalende factoren duidelijk kan concluderen in hoeverre judoka’s gehinderd worden door hun visuele beperking.

XL37VIJudo-2Krabben heeft daar overigens al een idee van. Voor het afstudeerproject van twee studenten liet hij verschillende wedstrijdjudoka’s zowel zonder als met blinddoek judoën tegen dezelfde tegenstander. Een duidelijke constatering is dat geblinddoekte judoka’s aanzienlijk minder punten scoorden en veel vaker geworpen werden door hun niet-geblinddoekte tegenstander.

Minder veegtechnieken
Krabben: “Ook de stijl van judo lijkt te veranderen. Zo gaven de judoka’s aan dat zij door de blinddoek geneigd waren om dichterbij tegenstander te judoën en dat zij minder veegtechnieken maakten. Op dit moment ben ik de partijen verder aan het analyseren om te kijken of we deze uitspraken kunnen kwantificeren.”

Hij realiseert zich dat het geen volmaakte simulatie is, aangezien er mensen bij betrokken waren die in het dagelijks leven gewoon kunnen zien. In het vervolg van zijn onderzoek wil hij dan ook vooral werken met visueel beperkte sporters. Tijdens het EK VI Judo in Portugal later dit jaar, hoopt hij de eerste contacten te leggen.

Centrale vraag
De centrale vraag die gedurende het onderzoek beantwoord dient te worden, blijft of judoka’s die beperkt kunnen zien in het voordeel zijn ten opzichte van mensen die volledig blind zijn. Krabben kan in deze eerste fase geen uitsluitsel geven, maar begrijpt de scepsis over de classificatie. De eerste twijfel borrelt al op bij de test.

“Dat zijn tests die opticiens ook gebruiken, met lettertjes op een muur die steeds kleiner worden. Zeker een indicatie, maar in een judowedstrijd is het veel interessanter en relevanter of iemand die voetveeg net wel of net niet ziet aankomen.”

Het onderzoek moet zoveel mogelijk leiden tot een gelijk speelveld

Het onderzoek van Krabben - gefinancierd door de International Blind Sports Federation - moet zoveel mogelijk leiden tot een gelijk speelveld. Dat is bij de Paralympische Spelen een nagenoeg onmogelijke opgave, omdat iedere beperking een andere is en er verschillen blijven bestaan.

“De categorieën blijven altijd tot op zekere hoogte arbitrair en verder verkleinen en versplinteren komt de sport niet noodzakelijk ten goede. Cruciaal is wel dat de kampioen de beste atleet is in zijn klasse en niet simpelweg de minst beperkte. Hiervoor is een eerlijke, wetenschappelijk onderbouwde classificatie nodig. In 2016 zijn we daar wellicht nog niet helemaal klaar mee, maar komt daarvoor net te vroeg. In 2020 moeten we wel een heel eind op weg zijn.”

Voor meer informatie: ibsasport.org, paralympic.org/judo of lees hier meer over het classificatiesysteem

 

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst