Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Ongelijke positie van vrouw in sport eindelijk op de agenda

door: Thomas van Zijl | 25 juni 2015

Sport toegankelijk voor iedereen, man en vrouw. Het klinkt bijna vanzelfsprekend, maar helaas is het dat in de praktijk lang niet altijd. De ongelijkheid tussen man en vrouw en hoe die te bestrijden is het thema van het festival Gelijk = Anders. Politici, activisten, wetenschappers en artiesten stellen er een Agenda voor de Toekomst op. Voor het eerst buigen zij zich ook over het thema sport.

XL23-Gelijk=Anders-1Precies twintig jaar geleden werd er tijdens de laatste Wereld Vrouwen Conferentie in Beijing al eens een agenda opgesteld, met specifiek oog voor de positie van de vrouw. Meerdere grote vraagstukken kwamen aan de orde, onder meer mensenrechten, gezondheid en het recht op zelfbeschikking van vrouwen. De VN vatte deze en andere ambities later samen in de Millenniumdoelen. Het festival Gelijk = Anders haalt op 27 juni het net op en kijkt naar wat er de afgelopen jaren daadwerkelijk gerealiseerd is om de positie van vrouwen wereldwijd te verbeteren.

Plan voor premier Rutte
De gelegenheid wordt tegelijkertijd aangegrepen om vooruit te kijken en te bepalen wat de inzet voor de toekomst zal zijn. In de aanloop naar Prinsjesdag moet dat uitgewerkt zijn tot een kernachtig plan dat overhandigd wordt aan premier Rutte. In het ideale scenario spreekt hij later dit jaar de VN toe met deze agenda als leidraad.

Oorspronkelijk zou er tijdens Gelijk = Anders met geen woord gerept worden over sport, maar contact met de Nederlandse Vrouwenraad Atria en Amnesty bracht daar verandering in. “Door de Europese Spelen in Baku, waar Amnesty geen actie mocht voeren om aandacht te vragen voor mensenrechten, kwam de zaak in een stroomversnelling”, zegt Marian ter Haar, staffunctionaris van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB).

"Nu zou dat anders moeten zijn, maar sport lijkt nog altijd geen prioriteit"

Zij leidt 27 juni een sessie onder de titel 'Kampioenen'. De betrokkenheid van Ter Haar vloeit onder meer voort uit het feit dat zij in 2009 als VN-Vrouwenvertegenwoordiger in haar speech voor de Algemene Vergadering hamerde op het belang van sport voor vrouwen. “Het was op dat moment een totaal onontgonnen terrein, er werd nauwelijks beleid gemaakt op dat gebied. Nu zou dat anders moeten zijn, maar sport lijkt nog altijd geen prioriteit.”

Toegang tot sport
De ongelijkheid tussen man en vrouw is in de sport nog verre van vervaagd, zowel in de top als op amateurniveau. De verschillen in prijzengeld en media-aandacht zijn zichtbaar, maar misschien nog wel belangrijker is de toegang tot sport. Ter Haar constateert dat het voor vrouwen – ook in Nederland – niet altijd gemakkelijk is zich aan te sluiten bij een vereniging. “Het bestuur wordt meestal gevormd door mannen. Dat kan een van de redenen zijn dat het aanbod zich vooral toespitst op mannen.”

De sportparticipatie mag de afgelopen jaren dan omhoog gegaan zijn, Ter Haar waarschuwt voor blindstaren op ogenschijnlijk positieve cijfers. Het zijn met name hoogopgeleide mannen en vrouwen die meer aan sport zijn gaan doen. De vrouwen en meisjes uit de achterstandswijken weten we slechts mondjesmaat te bereiken. Sport heeft weliswaar het potentieel anderen te ontmoeten en grenzen te overbruggen tussen groepen, maar niet iedereen voelt zich thuis in de sportcultuur.

XL23-Gelijk=Anders-2“Onder vrouwen en meisjes met een migrantenachtergrond leeft de geringste betrokkenheid bij sport en bij een actieve leefstijl. Het is te kort door de bocht te zeggen dat armoede de enige bron van het gebrek aan binding en interactie met de sport is. Dat is deels te wijten aan cultuur, maar de sport mag het ook zichzelf aanwrijven.” De problemen die in Nederland voorkomen, spelen in andere delen van de wereld op grotere schaal. In sommige Afrikaanse en Aziatische landen mogen zij niet eens naar sport kijken, laat staan er zelf actief in zijn.
 

“Het zijn apenrotsen. Het is om het zo te zeggen een Blatter-way of organizing"

Ter Haar pleit wereldwijd voor meer vrouwelijke bestuurders in verenigingen en op het hoogste niveau in sportbonden. Dat die nu sporadisch te vinden zijn, komt door de wijze waarop sport georganiseerd is. “Het zijn apenrotsen. Het is om het zo te zeggen een Blatter-way of organizing. Vrouwen herkennen zich daar niet in en hebben geen zin om zich er op die manier in te mengen.”

Sport helpt bij moeilijke strijd
Toch is juist de bestuurlijke inzet van vrouwen nodig om de positie vrouwen in de sport te verbeteren. Dat leidt voor Ter Haar geen twijfel. De positieve en emancipatoire effecten van sport zijn volgens haar al vaak genoeg bewezen. “Er zijn vrouwen die dagelijks een moeilijke strijd voeren. Hoe kloteriger hun situatie, hoe meer plezier ze kunnen putten uit sport. Ik geloof er in dat er een dag komt dat iedereen – man of vrouw - in staat is om te sporten waar en wanneer hij of zij dat wil. Dat klinkt misschien heel idealistisch, maar ik vind het een legitieme en rechtvaardige wens.”

Voor meer informatie: www.gelijkisanders.nl

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst