door: Leo Aquina | 9 april 2015

“Ik vind het van levensbelang dat kinderen goed leren bewegen”, zegt Jacob van Schaik. De advocaat, oud-sportjournalist en fervent recreatief sporter richtte onlangs de Stichting ‘Sport is Baas’ op. Directe aanleiding was het wegbezuinigen van de vakdocent lichamelijke opvoeding op basisschool De Morgenster in Haastrecht. Stichting Sport is Baas financiert twee maal per week deskundig bewegingsonderwijs op basisscholen. Met ingang van 5 januari 2015 maakt De Morgenster daar gebruik van. Dat bewegingsonderwijs wordt gefinancierd door scholen, de gemeente, fondsen, bedrijven en giften van particulieren. De Stichting is lokaal begonnen, maar de ambities zijn groot. Het streven is twee lesuren lichamelijke opvoeding per week voor elke Nederlandse basisscholier in het cursusjaar 2016/17.

Scholen in het primair onderwijs zijn niet verplicht om een vakdocent voor het bewegingsonderwijs aan te stellen en dat is Van Schaik een doorn in het oog. “Groepsonderwijzers in het primair onderwijs kunnen bevoegd zijn om bewegingsonderwijs te geven, maar de kwaliteit van het bewegingsonderwijs is merkbaar hoger als het door een specialist gebeurt. Een vakdocent kan zich volledig op de gymlessen richten en kan daardoor meer aandacht besteden aan de organisatie en ook aan de veiligheid van de lessen. We hebben het op De Morgenster ook aan de kinderen zelf gevraagd en die zeggen allemaal dat de gymlessen van de vakdocent veel leuker zijn.”

Lumpsum
Bewegingsonderwijs wordt in het primair onderwijs gefinancierd uit een lumpsum die de scholen van de rijksoverheid krijgen per leerling. Hoe de scholen dat geld besteden, mogen zij zelf weten. “Er is geen apart potje voor bewegingsonderwijs en dat wordt dus snel kind van de rekening als de broekriem aan moet worden getrokken”, aldus Van Schaik. Stichting Sport is Baas zoekt naar mogelijkheden om vakdocenten op scholen te financieren.

“Maar we geven de scholen geen geld voor vakdocenten, wij leveren de docenten zelf”, vertelt Van Schaik. De docenten worden geassisteerd door een stagiair en werken in opdracht van de Stichting. De scholen betalen de Stichting een deel van het honorarium per uur. De Stichting dekt het resterende deel van de kosten en daarmee kunnen de scholen voor veel minder dan de kostprijs een vakdocent aanstellen voor de gymlessen.

Subsidies, sponsors en giften
Om het extra geld voor de vakdocenten te kunnen financieren boort 'Sport is Baas' een aantal verschillende financieringsbronnen aan. “We vragen gemeentelijke en landelijke subsidies aan. De gemeentelijke begroting voorziet in ondersteuning van middelen op het gebied van gezondheid bevorderende middelen, obesitas verminderende maatregelen, stimulering van bewegen”, vertelt Van Schaik.

“Die doelen kun je het best bereiken waar je alle kinderen bereikt en dat is tijdens schooltijd en niet daarna als ze misschien naar een sportvereniging gaan." Ook biedt Stichting Sport is Baas een actief sponsorprogramma voor commercieel bedrijfsleven dat voeding, gezondheid, duurzaamheid of sportgerelateerd opereert. "Die bedrijven kunnen met een financiële bijdrage aan bevordering van beter bewegen bijdragen aan het fundament onder hun toekomstige klandizie”, aldus Van Schaik.

Giften (groot)ouders
Tot slot doet de Stichting Sport is Baas een beroep op giftgevers zoals de ouders, grootouders, verzorgers en andere relaties van de leerlingen. “De Stichting is een ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling, red.), waardoor giften volledig aftrekbaar zijn van de inkomstenbelasting”, vertelt Van Schaik.

Op 15 april organiseert de Stichting Sport is Baas een instuifmiddag om bewustzijn te creëren en geld in te zamelen. “We nodigen daar vooral ouders en grootouders uit om met hun kinderen en kleinkinderen te komen. We willen ze laten zien wat we twee keer per week voor die kinderen van de grond willen krijgen en hopen dat de mensen bereid zijn om bijvoorbeeld vijftig cent per gymles in de toekomst van hun kinderen te investeren”, aldus Van Schaik.

Als voorzitter van de Stichting Sport is Baas zat Van Schaik al om de tafel met het Mulier Instituut, dat het initiatief met belangstelling volgt. Rest de vraag waarom Van Schaik de handschoen zelf oppakt om de vakdocenten lichamelijke opvoeding deels met particulier geld te financieren. Is dat eigenlijk geen taak van de overheid?

“Eigenlijk wel”, aldus Van Schaik. “Ik loop misschien voor de muziek uit en ik maak me ongetwijfeld druk ter oplossing van het probleem van de staatssecretaris van Onderwijs, maar ik besteed graag mijn energie aan beter bewegingsonderwijs voor kinderen. Aan de andere kant is deze Stichting een goede manier om bewegingsonderwijs in het primair onderwijs, mede met behulp van overheidsgeld, structureel door vakdocenten te laten geven.

Voor meer informatie: www.sportisbaas.nl