Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Onderzoekers nemen effect van bietensap onder de loep

door: Leo Aquina | 11 september 2014

Onder de titel ‘Beet-ing your competitors’ is de Universiteit van Maastricht samen met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en verschillende partners waaronder InnoSportNL een onderzoek gestart naar de effecten van nitraat op sportprestaties. Nitraat zit in relatief grote concentraties in bijvoorbeeld bietensap, spinazie en rucola. “Het is al enkele jaren bekend dat nitraat prestatiebevorderend zou kunnen zijn”, zegt projectleider Lex Verdijk. Er wordt in de sportwereld, met name onder duursporters, dan ook veel met bietensap geëxperimenteerd. Er zijn echter nog veel vragen. Doel van dit onderzoek is ‘het ontwikkelen van sportspecifieke richtlijnen voor nitraatsuppletie om sportprestaties bij topsporters te verbeteren.’

Lex Verdijk legt uit wat er al bekend is over de werking van nitraat: “Zo’n twintig jaar geleden werd bekend dat nitraat door het lichaam kan worden omgezet tot nitriet en vervolgens tot NO, oftewel stikstofmonoxide. Dat is een belangrijke signaalstof in het lichaam, die bij verschillende fysiologische processen een rol speelt. De inname van nitraat vergroot waarschijnlijk de beschikbaarheid van NO op bepaalde plekken in het lichaam.”

Er zijn naar aanleiding van deze kennis diverse wetenschappelijke onderzoeken gedaan, maar helderheid is er nog geenszins. “Er lijkt bijvoorbeeld consequent te zijn aangetoond dat de hoeveelheid zuurstof die je nodig hebt om een submaximale inspanning te leveren daalt na inname van nitraat. Sommige studies tonen ook duidelijk aan dat de sportprestatie verbeterd kan worden, maar er zijn ook studies die een dergelijk effect niet hebben kunnen reproduce- ren. Hoe dat precies komt, onder welke omstandigheden en bij welk type inspanning nitraat nu wel of niet effectief is, en wat het precieze werkingsmechanisme is, is nog onbekend”, aldus Verdijk.

Vertaling naar topsport
Een van de belangrijkste vragen die Verdijk en zijn collega’s in het onderzoek stellen, gaat over de vertaling van de bestaande kennis naar toepassingen in de topsport. “Er is relatief veel onderzoek gedaan bij recreatieve sporters, maar studies met topsporters zijn schaars. Bovendien zijn de verschillende onderzoeken moeilijk met elkaar te vergelijken omdat er met veel verschillende parameters wordt gewerkt. We weten inmiddels wel iets over het effect bij duurinspanningen, maar we willen ook weten hoe het zit bij andersoortige sportdisciplines. Uiteindelijk willen we voor verschillende specifieke sporten kunnen zeggen op welke manier nitraatsuppletie prestatiebevorderend kan zijn voor topsporters.”

Bij het gebruik van prestatiebevorderende middelen, liggen vaak gevaren op de loer. Is het niet schadelijk voor de gezondheid? Ook bij het gebruik van nitraat keert die discussie steeds weer terug. Verdijk: “Persoonlijk zie ik er niet zoveel kwaad in. Je praat wel over een hogere nitraat-inname dan normaal, maar niet 365 dagen per jaar. Er zijn geen gegevens over de langere termijn bekend, daar moet in de toekomst nog wel naar gekeken worden. Over de gehele linie wordt er ook op het niveau van Europese regelgeving steeds meer nadruk gelegd op de gezondheidswinst van meer groente, mede omdat er nooit een relatie is aangetoond tussen hoge nitraatinname en gezondheidsrisico‘s.”

Doping
Een andere discussie waar je niet omheen kan bij prestatiebevorderende middelen is doping. Hoe moeten we nitraat in dat spectrum plaatsen? “Ik verwacht zelf wel dat er prestatieverbetering te halen is, maar ik zie het niet als doping. Het is een natuurlijke stof die je gewoon met je voeding naar binnen krijgt. Het gaat alleen maar om lichaamseigen processen. Maar uiteindelijk is het niet aan mij om te bepalen of iets wel of niet op de dopinglijst moet, dat is aan de dopingautoriteit.”

Als Verdijk sportspecifieke kansen ziet om nitraat in te zetten voor betere prestaties, leest de concurrentie dan niet mee? “Uiteindelijk wel”, zegt Verdijk. “In de wetenschap worden resultaten uiteindelijk altijd naar buiten gebracht en dan kan iedereen er zijn voordeel mee doen. Maar op de wat kortere termijn kunnen sporters die bij het onderzoek betrokken zijn er wel degelijk baat bij hebben. Het kan ze helpen bij de individuele voorbereiding en ze weten heel specifiek hoe het hen persoonlijk kan helpen. De richtlijnen zullen in eerste instantie ook op nationaal niveau gecommuniceerd worden.”

Medailles
Verdijk verwacht niet dat nitraatsuppletie Nederland in Rio de Janeiro direct medailles zal opleveren, maar het kan wel net dat ene procentje hulp bieden dat nodig is. “Succes begint natuurlijk met een solide voorbereiding op basis van training, ondersteund door goede voeding. Wij proberen de puntjes op de i te zetten. Het gaat om marginale verschillen en daar zijn we in dit project ook naar op zoek. Het kan een zeer kleine bijdrage leveren, maar dat is precies wat in de topsport nodig kan zijn om het verschil te maken.”

Verdijk, die het onderzoek uitvoert in samenwerking met de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), Nizo Foodresearchers, Kenniscentrum Suiker en Voeding, NOC*NSF en InnoSportlab Papendal, verwacht de eerste resultaten in de eerste helft van 2015 naar buiten te kunnen brengen.

Voor meer informatie: klik hier

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst