door: Marc Hoeben | 4 april 2019

De Nederlandse hockeywereld kent de Batavieren, het tennis is enigszins vertrouwd met de IC. Het zijn gezelschappen van veelal oud-internationals die af en toe de warmte van het goede gesprek zoeken en ondertussen, bewust of minder bewust, nog een rol spelen bij het toetsen van het beleid van de betrokken bonden. Zoiets moest er ook komen voor het volleybal, bedacht Frits Suèr enkele jaren geleden. Dat idee viel bij volleybalbond Nevobo meteen in goede aarde.

De groep oudgedienden van naam en faam in het Nederlandse volleybal gaat als ‘De Volaren’ door het leven. ”De naam is verzonnen door Peter Blangé”, geeft Suèr aan. De oorsprong van De Volaren is te vinden in het latijn en kan vertaald worden afgeleid van volatilis: ‘zij die konden zweven’.

Aan wieg Bankrasmodel
Zweven doet Suèr allang niet meer. Hij fungeert als vicevoorzitter van De Volaren, na een zeer rijke en diverse loopbaan in de sport. Ooit was hij medepresentator van het destijds populaire tv-programma AVRO’s Sportpanorama. Later werd hij sponsormanager van verzekeringsmaatschappij Nationale Nederlanden en ING Bank en stond hij met enkele anderen aan de wieg van het zogeheten Bankrasmodel onder bondscoach Arie Selinger. Het zou in een later stadium onder diens opvolger Joop Alberda de basis blijken voor het grootste succes uit de Nederlandse volleybalgeschiedenis: het olympische goud in 1996 in Atlanta van de ploeg die als de ‘lange mannen’ door het leven ging.

Suèr had ook via Nationale Nederlanden van doen met het Nederlands voetbalelftal en fungeerde in een later leven als commissaris bij het sportmarketingbureau Triple Double. Zo’n vijf jaar geleden werd hij gegrepen door een vleugje volleybalsentiment. 

“Het plan met de Nevobo ontstond om een vereniging van oud-internationals op te richten. Ik had al wel gemerkt dat bij die mannen van vijftig, zestig jaar er veel behoefte aan was. Even later kwam ook sportkoepel NOCNSF met het advies aan bonden voor het oprichten van zulke verenigingen. Dat allemaal vanuit het oogpunt van het behouden van mensen, die kennis van zaken hebben, voor de sport. Daarbij werd ook gekeken naar het voorbeeld van de Batavieren in het hockey. Zij zijn heel goed bezig, vanuit de achtergrond proberen ze de huidige ontwikkelingen in hun sport te ondersteunen. Het is ook een club van oud-internationals, met status en allure. Je moet bij de Batavieren ook echt een naam hebben om te worden uitgenodigd.”

Criteria voor lidmaatschap
Op die basis moet ook De Volaren een factor worden, vindt Suèr. De criteria om toegelaten te worden liggen niet vast. Maar: “Je moet wel redelijk wat interlands hebben gespeeld of een tijdlang bondscoach zijn geweest.”

Het gezelschap, werkend met financiële ondersteuning vanuit de Nevobo, staat in die zin wel open voor mensen uit de drie huidige verschijningsvormen van volleybal: indoor-, beach- en zitvolleybal. “Peter Blangé, die natuurlijk tot de gouden ploeg van Atlanta behoorde, was ten tijde van de oprichting in dienst van NOCNSF. Hij werd gevraagd te kijken wat er mogelijk was en dat kwam tegelijk met mijn voorstel. Zo werd ook oud-international Caroline Wensink, die stage liep bij de Nevobo, erbij betrokken. Zo werd de groep al wat groter en later lukte het om een geheel bestuur te vormen.”

Sessies
De Volaren telt inmiddels zo’n 110 leden en dat worden er alleen maar meer, weet Suèr. “Velen informeren of ze lid kunnen worden, daar zitten ook veel coaches tussen. Soms moeten we mensen teleurstellen, want we vinden wel dat ze bij een nationale ploeg iets betekend moeten hebben.” Twee tot drie keer per jaar probeert het complete gezelschap bij elkaar te komen, naast sessies in bestuurskring op het bondsbureau van de Nevobo. “Ik moet zeggen: de organisatie bij de Nevobo is nog nooit zo soepel en gesmeerd geweest als nu. Directeur Michel Everaert staat ook open voor advies, hij komt geregeld even buurten als we op het bondsbureau zijn. De bond heeft bijvoorbeeld momenteel een probleem om jeugd voor de sport te interesseren. Wij proberen dan mee te denken en met ideeën te komen.”

Andere functies ziet Suèr in het bieden van een helpende hand voor de jonge internationals van nu. “Soms kunnen ze een duwtje richting een baan heel goed gebruiken en daarvoor is zo’n netwerk heel erg geschikt. Sommige mannen hebben toch inmiddels een onderneming. En wat voor mij ook wel een rol speelt: we zijn er ook om voor elkaar te zorgen op onze oude dag. Soms worden mensen eenzaam, zie dat voorbeeld van oud-bokser Rudi Lubbers laatst. Het zou heel mooi zijn als je kunt voorkomen dat het zo ver komt.”

Manon Flier als nieuw lid
Bij interlands worden enkele keren per jaar de banden van het netwerk aangehaald en komt het gezelschap zo compleet mogelijk bij elkaar. “Op 28 mei bijvoorbeeld, als de vrouwenploeg een interland heeft tegen Brazilië. Dan wordt er afscheid genomen van Manon Flier en bieden wij haar het lidmaatschap van De Volaren aan.”

Voor meer informatie: www.volaren.nl