door: Nelleke van der Heiden | 22 november 2018
Twee jaar geleden richtten de verschillende sportlectoren van de acht hbo-instellingen, verbonden aan het Hogescholen Sport Overleg, samen met Kenniscentrum Sport het Lectorenplatform Sport en Bewegen op om beter met elkaar te kunnen samenwerken. Dat gebeurde met de financiële steun van Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA. “Die subsidie loopt nu zo’n beetje af en daarom zijn we aan het kijken hoe we dit voort kunnen zetten”, zegt Steven Vos, lector Move to Be aan de Fontys Sporthogeschool in Eindhoven en voorzitter van het lectorenoverleg.
Volgens Steven Vos is het lectorenplatform een bijzondere. “Wij waren het eerste platform voor lectoren dat door SIA ondersteund werd en inmiddels zijn er een dertigtal op verschillende thema’s”, zegt hij. Het doel van het platform is niet alleen praktijkgericht sport- en beweegonderzoek in het hbo zichtbaar maken, maar ook meer in gezamenlijkheid naar voren treden en met één stem spreken.
Samenwerking kost tijd
In hoeverre is dit de afgelopen twee jaar naar tevredenheid uitgevoerd? Vos: “We hebben onlangs met SIA geëvalueerd en de conclusie was dat het behoorlijk goed is gegaan. We stelden vast dat samenwerking tijd kost, maar dat die wel van de grond is gekomen. Met het platform hebben we landelijk een sterkere positie gekregen en bij landelijke debatten in Den Haag hebben we nu een breder gedragen stem dan wanneer je als aparte hbo-instelling vecht voor je positie.”
Nauwere samenwerking in onderzoek was eveneens een doelstelling. Ook op dat gebied werpt het platform zijn vruchten af, zegt Vos. Dankzij het platform weet je als overheidsinstantie of sportorganisatie sneller en beter bij welke hbo-instelling je het beste terechtkunt voor een bepaalde landelijke onderzoeksvraag. Bovendien is de afstemming en de samenwerking met het wetenschappelijk onderwijs intensiever geworden.
“Onderzoek is niet zo schaars dat je erom moet vechten, maar natuurlijk moet je elkaar ook regelmatig wat gunnen”
Concurrentiestrijd
Er bestaat tussen de verschillende lectoraten onderling weinig concurrentiestrijd om zo snel mogelijk de leukste onderzoeksprojecten naar de eigen hbo-instelling toe te trekken, weet de lector. “We proberen vooral op de wat langere termijn te kijken. Daarom kan het platform in de verdeling van het onderzoek ook goed een faciliterende rol spelen. Hbo-instellingen zijn vaak regionaal actief, via het platform kunnen makkelijker consortia gevormd worden voor onderzoeksprojecten met een landelijk perspectief. We kijken welk onderzoeksthema bij wie past. Zo is bijvoorbeeld een thema als sport en bewegen in de wijk een kernthema voor een aantal lectoraten, maar het is niet voor ieder lectoraat in het platform even relevant. Via het lectorenplatform proberen we overzicht te bieden voor onder meer beleidsmakers en sportorganisaties.”
Dit komt volgens Vos ook goed van pas bij initiatieven zoals het Sportakkoord of het Preventieakkoord. Het moet voor partijen met een onderzoeksvraag duidelijk zijn bij wie ze terechtkunnen. Het platform kan hen altijd doorverwijzen naar lectoraten in Nederland die op dit vlak actief zijn. Dat kunnen ook lectoraten zijn die niet zijn aangesloten bij het platform. “Onderzoek is niet zo schaars dat je erom moet vechten, maar natuurlijk moet je elkaar ook regelmatig wat gunnen.”
“Japan heeft gekoppeld aan Tokio 2020 het doel gesteld om honderd miljoen Japanners gezonder en actiever te laten leven. We hebben gekeken naar mogelijke samenwerking”
Lectorenkamer
Naast het Lectorenplatform Sport en Bewegen is er een lectorenoverleg van het Hogescholen Sport Overleg, dat ook wel de lectorenkamer wordt genoemd. De lectorenkamer heeft vrijwel dezelfde samenstelling als het platform, met Vos als voorzitter. Sterker nog, het voorzitterschap van het platform kwam automatisch voort uit het voorzitterschap van de lectorenkamer. Dat voorzitterschap duurt twee jaar. In januari geeft Fontys Sporthogeschool het stokje door aan Hogeschool Inholland en zal Marije Deutekom, lector Kracht van Sport van Hogeschool Inholland de hamer overnemen.
De lectorenkamer kan ook de gids in het landschap van het praktijkgericht sportonderzoek zijn. “Samen optrekken lukt ook goed binnen de lectorenkamer van het Hogescholen Sport Overleg.” Vos vertelt vervolgens dat de financiering van SIA binnenkort stopt. Het is reden voor de lectoren om samen met SIA te kijken hoe het met de platformregeling in de toekomst verder moet. Als er geen nieuwe financiering komt, zou de lectorenkamer dus een deel van de functie van het platform op zich kunnen nemen.
Ervaringen uitwisselen
Er zijn verschillende voorbeelden van netwerkactiviteiten te geven die er zonder het platform niet van zouden zijn gekomen, betoogt Vos. SIA had bijvoorbeeld internationalisering als opdracht voor het platform meegegeven. Zo was er in 2016 een reis naar Japan, omdat in 2020 daar Olympische Spelen worden gehouden. “We hebben een symposium georganiseerd voor Nederlandse en Japanse praktijkgerichte sportonderzoekers. Japan heeft gekoppeld aan Tokio 2020 het doel gesteld om honderd miljoen Japanners gezonder en actiever te laten leven. We hebben gekeken naar mogelijke samenwerking.”
Vos wil hoe dan ook op zoek naar financiering voor extra netwerkactiviteiten van het platform. Mogelijk weer via SIA
Een paar maanden geleden zijn de lectoren naar Sheffield, Manchester en Liverpool geweest. “In die steden zijn ze bezig met projecten om via sport en bewegen achterstanden in wijken en ongelijkheid tussen mensen weg te werken. We hebben ervaringen uitgewisseld. Dat zouden we zonder het platform niet hebben gedaan.” Daarom wil Vos hoe dan ook op zoek naar financiering voor dit soort extra netwerkactiviteiten van het platform. Mogelijk weer via SIA.
Mooie samenwerkingen
Tot slot zijn er de grote onderzoeksprogramma’s (calls) op het gebied van sport en bewegen. In deze calls werken diverse onderzoeksfinancierders samen en is een samenwerking tussen hbo, wo en werkveldpartners een voorwaarde. Het platform heeft in de voorbereiding van deze calls samen met het wo aan de financierders input gegeven. “Dat levert niet alleen wat op voor de lectoraten van het platform, maar voor het totale hbo. Er zijn uit eerdere calls al mooie samenwerkingen voortgekomen en nu zijn er opnieuw grote consortia van wo en hbo samen aan het kijken hoe ze zo optimaal mogelijk op openstaande calls kunnen inschrijven”, zegt Vos.
Voor meer informatie: drie video’s van de trip naar het Verenigd Koninkrijk