door: Thomas van Zijl | 7 juni 2018

De Nederlandse Tafeltennisbond (NTTB) en badmintonbond Badminton Nederland zijn de afgelopen jaren in razend tempo ingehaald door de realiteit. Die conclusie trekt oud-badmintonbondvoorzitter Ted van der Meer. Niet voor het eerst en waarschijnlijk ook niet voor het laatst pleit hij voor radicale veranderingen. “De racketsporten hebben in Nederland een type Louis van Gaal nodig. Iemand die er flink de bezem doorhaalt en met de sport de markt op durft.” 

De tafeltennisbond en de badmintonbond zijn niet de enige twee sportbonden die het moeilijk hebben en de ledenaantallen zien teruglopen. Wat hun uitgangspositie ten opzichte van andere organisaties bemoeilijkt, is hun structuur. Over de grote thema’s beslist uiteindelijk de bondsraad. "Vroeger", zegt Van der Meer, "werd die raad gevormd door afgevaardigden van districten. Ze stonden dicht bij spelers en verenigingen." 

Affiniteit
Inmiddels is de samenstelling veranderd en zitten er mensen in die meer affiniteit hebben met vergaderen dan met de sport. “De vernieuwing komt niet van zestigers die blij zijn met hun baantje, terwijl verandering wel dringend nodig is. Badminton en tafeltennis waren vroeger grote sporten. Hele families werden, zeker in het badminton, min of meer vanzelfsprekend lid van een vereniging. Die tijd is voorbij en de concurrentie neemt alleen maar toe.”    

Van der Meer heeft zelf geprobeerd het tij te keren door een nieuwe tafeltennisbond op te richten. Het is niet geworden wat hij er van hoopte, geeft hij toe. De kiem daarvan ligt in het feit dat sportkoepel NOC*NSF per sport slechts één bond erkent die competities organiseert en daar ook subsidies voor ontvangt. Gevolg is dat een alternatieve bond op zoek moet naar sponsors om het hoofd boven water te houden. Van der Meer: “Daar loopt het spaak, want sponsors verbinden zich uiteraard liever aan een succesvolle sport met een mooi toekomstperspectief. Op die manier is er sprake van een vicieuze cirkel.” 

Teamsport of individuele sport?
Van der Meer vindt het een gemiste kans, want hij ziet het aantal mensen dat op een andere manier wil sporten alleen maar toenemen. Te lang is er volgens hem geprobeerd om van een in de kern individuele sport een teamsport te maken. “Iemand die wil tafeltennissen of badmintonnen heeft in principe maar één ding nodig: een opponent. Hele competities in teamverband op een vast tijdstip inclusief verplichte bardiensten; voor een grote groep is het overbodige ballast.” 

Een bond moet in de optiek van Van der Meer in de eerste plaats zorgen dat zoveel mogelijk mensen met plezier een racket of batje oppakken. Lid worden van een vereniging, deelnemen aan toernooien en doorstromen naar topsport zijn allemaal volgende hordes. Als het aan hem ligt, richten bonden zich voornamelijk op breedtesport. “Ik snap best dat topsport in het programma een prominente plek inneemt, maar goedbeschouwd is de kans op Nederlands succes in internationaal perspectief minimaal. Daarvoor is de concurrentie uit Azië veel te sterk geworden. Het is voor bonden belangrijker om meer mensen bij de sport te betrekken. Misschien dat er dan, met een beetje geluk, later iemand tussen blijkt te zitten met exceptionele kwaliteiten” 

Verhuren
Om een grote doelgroep te bereiken moeten de bonden in de woorden van Van der Meer ‘de markt op’. Daarmee bedoelt hij onder andere dat ze commerciëler moeten denken. Voor tafeltennis is dat overigens makkelijker dan voor badminton. “Voer verhuur in”, zegt hij daarover. Er zijn veel tafeltenniscentra die verre van maximaal benut worden. Net zoals mensen bij een tennisvereniging voor een uur een baan kunnen huren, moet het mogelijk worden een uurtje te tafeltennissen. “Ik weet zeker dat er veel gebruik van gemaakt zou worden. Denk alleen al aan de grote groep expats.”

Zo heeft Van der Meer zat andere ideeën. Of die allemaal leiden tot succesverhalen, weet hij niet. Het gaat hem veel meer om een nieuwe manier van denken die nu weinig kans krijgt. Wat hem betreft brengt iemand de boel eens grondig in beweging. Er mag wel wat meer reuring ontstaan. “Het beste zou zijn als er iemand met aanzien in de sport opstaat die carte blanche krijgt om de bakens te verzetten. Noem het een dictator die dwars door structuren heengaat en de stilstand doorbreekt. Daar zouden zowel tafeltennis als badminton zeer bij gebaat zijn.”   
    
Voor meer informatie: 'Sport zou heel eenvoudig moeten zijn. Je pakt je spullen, vertrekt naar het veld of naar de hal en je gaat aan de gang.'