door: Leo Aquina | 31 mei 2018

'We hebben er nu met zijn allen een puinhoop van gemaakt', citeerde de Volkskrant Redbad Strikwerda op 6 mei in een artikel over de teloorgang van het Nederlands clubvolleybal. Vier Eredivisiecoaches uitten forse kritiek op de Nevobo. Guido Davio, als algemeen directeur van de Nevobo, onder andere verantwoordelijk voor de Eredivisie, reageert niet inhoudelijk op het artikel: "Dan wordt het 'wij tegen jullie' en dat past niet bij de manier waarop we met elkaar bezig zijn. Deze coaches willen vanuit hun betrokkenheid en passie voor de sport dat er iets gebeurt. Daarover zitten we met de Eredivisie-verenigingen aan tafel. We staan allemaal aan dezelfde kant."

Hoewel de Nevobo sinds twee seizoenen aan de slag is met het plan 'Eredivisie Zaalvolleybal 2016+', beaamt Davio dat er nog werk aan de winkel is: "We hebben natuurlijk een verleden waarin het clubvolleybal heel dominant was. Dat is vanaf het begin van deze eeuw lastiger geworden. We zijn structureel bezig om het volleybal op een goede manier te presenteren. Dat lukt ons in de zomer met onze evenementen en onze nationale teams goed. We krijgen veel media-aandacht en mensen komen graag kijken naar onze sport. We willen dit het jaar rond realiseren met een spannende en aantrekkelijke Eredivisie, waar mensen graag komen kijken en talenten zich kunnen ontwikkelen. Met het plan 2016+ werken we samen met de Eredivisie aan verandering. We zijn het erover eens dat het we er nog niet zijn, maar we hebben wel met elkaar de ontwikkeling ingezet."

Geen tegenstelling
Als voorbeeld van de manier waarop zaken in onderling overleg worden verbeterd, noemt Davio de opzet van de play-offs. "Daaraan wordt in het artikel gerefereerd. Dat systeem was niet goed. We zijn toen met de besturen en coaches om de tafel gegaan en we hebben het systeem gewijzigd." 

Waar de Nevobo-directeur gelooft in overleg om gezamenlijk tot verbetering te komen, lijkt die tijd voor Strikwerda voorbij. De meest uitgesproken van de vier coaches in het Volkskrant-artikel pleit voor een revolutie, een Eredivisie geleid door de clubs: 'Waarvoor hebben we de Nevobo nog nodig?' Davio gaat niet inhoudelijk in op de stellingnames van Strikwerda. "Ik ben ervan overtuigd dat je met elkaar de volgende stap kan zetten en elkaar daarvoor nodig hebt. Ik zie in het artikel en bij de verenigingen betrokken mensen met een ambitie die we allemaal delen. Er is daarin geen tegenstelling."

Basketbalverenigingen als voorbeeld
Hoe komt het toch dat Eredivisieclubs, die in het verleden internationaal hun mannetje stonden, tegenwoordig al kansloos zijn in de voorrondes van de Champions League? "Clubcompetities in Nederland hebben het sowieso moeilijk, dat geldt niet alleen voor het volleybal", aldus Davio. "Naast hockey en korfbal ken ik weinig teamsporten die een competitie hebben die structureel internationaal meedoet op het hoogste niveau. Misschien moeten we op dit gebied nog meer de samenwerking zoeken met andere sporten." 

Als voorbeeld noemt Davio een aantal clubs in het Nederlandse basketbal, dat ook ver is weggezakt na een roemrijk verleden in de jaren tachtig van de vorige eeuw. "Neem een club als Donar, die het een aantal jaren terug enorm zwaar had. Die zijn teruggekomen en speelden afgelopen seizoen zelfs in de halve finales van de Europa Cup. New Heroes uit Den Bosch is een ander voorbeeld waar Bob van Oosterhout vanuit liefde en ondernemerschap een nieuw elan en beleving geeft aan de club. We moeten daarvan leren en met de bestuursleden van de Eredivisie gaan we een kijkje nemen in de keuken."

Wenkend perspectief
Met het plan 2016+ is volgens Davio de goede weg ingezet. "Het plan gaat over de volle breedte van de organisatie: sportief, organisatorisch, financieel, marketing. Dat vertaalt zich in licentievoorwaarden en ambities. We zijn er nog niet, maar we hebben een beweging ingezet en we staan nu op een nieuw punt. Ik ervaar bij de Eredivisieoverleggen met alle bestuurders veel bereidheid om dat samen aan te pakken."

Is het in de wereld van het grote geld voor een klein land als Nederland überhaupt nog mogelijk om internationaal hoge ogen te gooien in het clubvolleybal? "Waarom niet? We zijn het land met de langste bevolking ter wereld en er loopt hier ongelooflijk veel talent. We moeten bouwen aan de manier waarop dat talent zich kan onderscheiden. Als je dat goed doet, kun je internationaal concurreren en als de talenten vanwege het geld naar het buitenland vertrekken, moeten we zorgen dat de toevoer van nieuwe talenten goed blijft. Het kan ook een wenkend perspectief zijn voor spelers die op de drempel staan om nog beter te worden."