Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Onderzoek wijst uit: tegenstander maakt duursporters sneller

door: Thomas van Zijl | 12 april 2018

Een goed begin is het halve werk, maar een sporter weet dat voor een snelle start vaak de tol betaald moet worden aan het einde van de rit. De vermogensindeling van een race, de zogenoemde ‘pacing’, is dan ook cruciaal voor een optimaal resultaat. Wetenschapper Marco Konings deed er de afgelopen jaren promotieonderzoek naar. Hij keek naar de invloed die een tegenstander kan hebben op pacing, want een sporter kan wel individueel een strategie uitstippelen, voor winst moet hij ook reageren op wat er om hem heen gebeurt. 

Schermafbeelding 2018-04-11 om 12.28.47Marco Konings werd al vroeg gegrepen door het onderwerp. Hij studeerde in Groningen af op pacing in het shorttrack en vertrok in het kielzog van doctor Floor Hettinga naar het Britse Essex voor verder onderzoek. De keuze voor die universiteit werd deels ingegeven door de laboratoriumfaciliteiten. Het is daar namelijk mogelijk om experimenten uit te voeren met een speciale ergometer. 

Fietsen tegen een Avatar
Op een Velotron-hometrainer met scherm zien fietsers niet alleen een afbeelding van zichzelf, maar kunnen onderzoekers ook virtuele tegenstanders een avatar geven. Konings: “Wij waren in de gelegenheid om die tegenstander te sturen, dus bijvoorbeeld te laten demarreren of juist te vertragen. Zo konden we de reacties van sporters duidelijk in kaart brengen.” In zekere zin benadert het shorttrack in bepaalde opzichten de situatie van een laboratorium. Schaatsers leggen voortdurend hetzelfde rondje af en hebben geen last van wisselende temperaturen of tegenwind. Samen met Hettinga analyseerde Konings de gegevens van meer dan tienduizend races die gereden zijn sinds 2010. 

Shorttrackers gokken erop het verschil te kunnen maken in de laatste fase van de race

Eindsprint
Hij kwam tot de conclusie dat de start van de finale over het algemeen veel langzamer is dan die in de voorrondes. Konings vermoedt dat de toppers hun kruit droog houden voor een vernietigende eindsprint. Dit is een trend die de afgelopen jaren sowieso waar te nemen is op de duizend en vijftienhonderd meter: shorttrackers gokken erop het verschil te kunnen maken in de laatste fase van de race. 

Overigens waarschuwt Konings ervoor om de tegenstander als enige omgevingsfactor van betekenis aan te merken. Zaken als hoogte, luchtweerstand, aerodynamica en de kwaliteit van het ijs spelen in het shorttrack eveneens een belangrijke rol. 

XL13-5-Pacing_foto2Het belang van de tegenstander
Niet allesbepalend dus, maar Konings geeft aan dat concurrenten wel een groot effect hebben op hoe sporters zoals hardlopers, wielrenners en schaatsers hun race inrichten. Dat hoeft niet altijd positief te zijn, al zijn mensen die hun aandacht op iemand anders kunnen richten over het algemeen wel sneller dan degenen die hun rit alleen moeten voltooien. 

Dus toch maar proberen het wiel van de renner voor je proberen te volgen, al gaat dat eigenlijk net iets te snel voor het mooie? Konings is geneigd die vraag met 'ja' te beantwoorden. “Het blijft altijd een moeilijke afweging, want vasthouden aan het eigen tempo is ook een goed advies, maar tegenstanders kunnen ook medestanders worden en net dat beetje extra bij sporters naar boven brengen.” 

Recept voor winst
In tijdritten met een virtuele tegenstander presteren wielrenners beter. Voor individuele inspanningen die langer duren dan drie minuten is een vast schema op te stellen voor de beste vermogensverdeling. Het recept voor het beste resultaat is: relatief snel beginnen, dan een gelijkmatig middenstuk om nog een klein beetje energie over te houden voor een eindsprint.

Er zijn experimenten geweest waaruit bleek dat kinderen die twee keer een stuk rennen de tweede keer aanzienlijk rustiger beginnen

Een race zo goed mogelijk indelen is een kwestie van ervaring, zegt Konings. Er zijn experimenten geweest waaruit bleek dat kinderen die twee keer een stuk rennen de tweede keer aanzienlijk rustiger beginnen. “Ze leren dus vrij snel, maar wat interessant is: zodra er een competitie-element aan de race wordt toegevoegd zijn ze die kennis direct vergeten.” 

Nog meer onderzoek
In een volgende studie waarvoor nu een aanvraag is ingediend bij de Universiteit van Leuven wil Konings nader ingaan op de factor ervaring en hoe het komt dat mensen met een verstandelijke beperking minder goed in staat blijken te zijn hun energie zo goed mogelijk te verdelen. “Onderzoek brengt altijd vragen naar boven voor verder onderzoek. Zeker in het geval van pacing is meer onderzoek nodig, omdat het mentale aspect bij duursporten zolang over het hoofd gezien is.”

Voor meer informatie: zie hier

« terug

Reacties: 1

Bart van pstal
16-04-2018

Hallo,

is het ook onderzocht voor wandelsport? Daar lees ik nietsover.

vriendelijke groet.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst