door: Thomas van Zijl | 15 maart 2018
Sportverenigingen en zorginstellingen kunnen elkaar versterken, maar werken in de praktijk nog te vaak langs elkaar heen. Om de verschillende eilandjes te verbinden is in de regio Alkmaar eerder deze maand Stichting Sport-Z gelanceerd. “De brug van sport naar sociaal domein is best lang en niet overal even stabiel, maar we zetten stapjes in de goede richting”, zegt coördinator Pascale de Hoogh. Sport kan in haar ogen bij uitstek een middel zijn om mensen mee te laten doen in de maatschappij.
Stichting Sport-Z bestaat officieel pas een week of twee. Toen vond een bezoek aan de notaris plaats. Achter de schermen is de organisatie al wat langer bezig. Sport-Z is weliswaar gehuisvest in Alkmaar, maar wil de hele regio bedienen. Naast Alkmaar zetten Pascale De Hoogh en haar collega’s in op projecten in Heerhugowaard, Langedijk, Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo.
Verbinding leggen
De Hoogh is nadrukkelijk op zoek naar co-creatie. Ze wil verbindingen leggen tussen werelden die elkaar nu nog niet gemakkelijk weten te vinden. Ze noemt het project sport en maatschappij als voorbeeld. Daarin kijken sportverenigingen en zorginstellingen samen naar een zinvolle dagbesteding voor mensen met een beperking.
“Het is misschien een open deur, maar maatwerk is erg belangrijk. Als je weet dat iemand graag iets in het groenonderhoud wil doen en affiniteit met sport heeft, waarom laat je hem dan niet op een vereniging werken, maar zet zo iemand nu nog plantjes in een potje? Dat is zonde. Door creatiever na te denken kan het mes aan twee kanten gaan snijden.”
Sport als middel
De Hoogh sluit haar ogen niet voor de extra begeleiding die wellicht nodig is om mensen met een beperking optimaal te laten functioneren. Vanzelfsprekend is daar geld voor nodig. Wat De Hoogh betreft komt het budget niet uit de sporthoek, maar is het sociale domein daar verantwoordelijk voor. “Sport is hier het middel, niet het doel. Als de functie verandert kan ook de financiering veranderen.”
“Het is niet eenvoudig voor sportbedrijven om bij zorginstellingen een voet tussen de deur te krijgen, en andersom”
Veel sportbedrijven kiezen volgens De Hoogh nog voor een eenzijdige benadering van sport als vrijetijdsbesteding. Dat komt deels omdat het de klassieke opvatting is en deels omdat het lastig is contact te leggen in een vreemde omgeving. “Het is niet eenvoudig om bij zorginstellingen een voet tussen de deur te krijgen. Andersom geldt dat veel mensen die in de zorg werken weer geen netwerk hebben in de sport.”
Samenwerken loont
De Hoogh wil met succesverhalen laten zien dat het loont om in elkaar te investeren. Geslaagde samenwerkingen zijn er nog niet in overvloed, maar een hoopvol begin is zeker al gemaakt. Bijvoorbeeld binnen het project VakantieFUN dat kinderen met een GGZ-indicatie met de nodige aanpassingen in staat stelde om mee te doen aan sportactiviteiten.
Weer meedoen
Een andere nu lopende pilot met ouderen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt, geeft ook reden tot optimisme. “Bewegen, liefst in groepsverband, is een eerste stap om weer mee te doen. Het kan mensen zelfvertrouwen geven en geeft een boost aan hun sociale vaardigheden. Het is vaak een lange weg met de nodige hobbels, maar uiteindelijk zou dan ook een baan in zicht kunnen komen.”
Sport-Z richt ook op doelgroepen die vanwege een handicap, stoornis of gedrag niet kunnen deelnemen aan het reguliere sportaanbod. Samen met gemeenten wordt gekeken op welke manier deze doelgroepen in beweging gebracht kunnen worden, want sporten en bewegen is voor iedereen van groot belang. De Hoogh is zich er echter van bewust dat de sport niet alles op kan lossen.
Sport-Z is er niet voor niets. De stichting zet niet zomaar zorgcliënten op de stoep van een club; er gaat een intensief begeleidingstraject aan vooraf
Duwtje in de rug
“Ik begrijp de angst van verenigingsbestuurders om overbelast te raken, maar die is in dit geval niet op zijn plaats.” Ze geeft aan dat Sport-Z er niet voor niets is. De stichting zet niet zomaar zorgcliënten op de stoep van een club. Er gaat een intensief begeleidingstraject aan vooraf, vaak met een eigen trainer. “Ik realiseer me dat er een tussenstap nodig is. Die bieden we dus ook. Ik ben er vast van overtuigd dat een zorgcliënt met een duwtje in de rug op termijn een volwaardig en gewaardeerd onderdeel kan zijn van een vereniging en de maatschappij.”
Voor meer informatie: www.sport-z.org