door: Marc Hoeben | 15 maart 2018
Op de grens van Utrecht en Maarssen liggen de sportparken Daalseweide, Zuilen en Elinkwijk. Er liggen concrete plannen voor het ontwikkelen van één sportpark, ‘Zuilense Vecht’, dat zich uit zal strekken over twee gemeenten. Behalve de komst van een nieuwe sporthal is er jarenlang weinig veranderd en in bepaalde opzichten lijkt de tijd er te hebben stilgestaan. Dat moet veranderen. De gemeenten Utrecht en Stichtse Vecht, waar Maarssen toebehoort, zoeken het in hun toekomstvisie nadrukkelijk in een vorm van samenwerking. De aanstelling van ‘kwartiermaker’ Aart-Jan van den Berg past daarbij.
Aart-Jan van den Berg is op 1 maart begonnen en is druk bezig de eerste indrukken te verwerken. “Dit is een heel mooi project. Omdat het op de grens van twee gemeenten ligt is het wel een bijzonder terrein. Er wordt, ook door de verschillende wethouders, al langer gepraat over samenwerking. Ik ben nu de kwartiermaker, dat is een term die volgens mij oorspronkelijk uit het leger komt. Je ging dan als een soort voorhoede verkennen wat er allemaal kwam kijken bij het veroveren van het terrein.”
Terrein met potentie
“Zo is het ook wel een beetje voor mij. Ik ben druk met het inventariseren en het praten met verschillende partijen. De locatie ligt wat ingesloten tussen Maarssen, de Utrechtse wijk Zuilen en het Amsterdam-Rijnkanaal. Tegelijk is het enorm in oppervlakte, met ongeveer twintig voetbalvelden, twee tennisparken, twee sporthallen, handbalvelden, korfbalvelden, beachvolleybalvelden en een kegelaccommodatie. Het heeft een enorme potentie; zowel voor het verbinden van het park met de buurt als voor de samenwerking tussen de verenigingen op de sportparken.”
Bekende voetbalclubs aan weerszijden zijn de voormalige profclub Elinkwijk en vv Maarssen. Ook zij krijgen te maken met de plannen voor de nieuwbouw van zo’n driehonderd woningen. Van den Berg: “Die plannen kun je heel logisch noemen, de grond is duur. Om andere plannen te kunnen realiseren moet je ook op die manier aan projectontwikkeling doen. Het is de bedoeling dat we uiteindelijk een compacter en levendiger sportpark krijgen.”
“Voor mij zal dit een project van twee jaar zijn. Na een paar maanden moet ik wel al het gevoel hebben dat ik weet wat alle partijen willen”
Fervent sporter
De vijftigjarige Van den Berg gaat in het voortraject een belangrijke rol spelen. “Voor mij zal dit een project van zo’n twee jaar zijn. Dat heb ik in samenspraak met de gemeenten zo bepaald. Waarbij ik na een aantal maanden wel al het gevoel moet hebben dat ik weet wat alle partijen willen.” Van den Berg heeft een commerciële achtergrond aan de heao, met de opleiding Smart Business in Haarlem. “Dan leer je al hoe organisaties functioneren en hoe partijen beter kunnen samenwerken en met wat voor missie ze dat het beste kunnen doen. Daar heb ik nog steeds veel aan.”
Zelf is hij een fervent sporter; hij doet aan fitness, hardlopen en yoga. Hij werkte een tijdlang bij David Lloyd in Utrecht, bij SnowWorld in Zoetermeer en bij sportcentrum De Uithof in Den Haag, voordat hij directeur werd bij Stichting Space in Amsterdam. “Daar werd de sport in het centrum van Amsterdam door de gemeente ondergebracht in een aparte stichting, om het zo meer op een commerciële manier aan te pakken.”
“Het gaat in de eerste plaats om het aantrekken van nieuwe gebruikers en in de tweede plaats om het ontwikkelen van nieuwe activiteiten”
Vernieuwing en samenwerking
Na een uitstapje van enkele jaren met een oesterbar op Ibiza (“uiteindelijk was het niks voor mij zo’n eiland, ik ben blij dat ik terug ben”) is hij nu dus neergestreken op sportpark Zuilense Vecht als kwartiermaker. “Het zal voor mij om een aantal dingen draaien. In de eerste plaats gaat het om het aantrekken van nieuwe gebruikers. In de tweede plaats om het ontwikkelen van nieuwe activiteiten en in de derde plaats om het verbeteren van de samenwerking tussen allerlei partijen, zoals de gemeenten, de horeca, de aanwezige clubs, de buurtinstellingen, de onderwijsinstellingen, noem het allemaal maar op.”
Wat het eerste punt betreft: het terrein ligt driekwart van de dag vooral leeg. “Ik ben er nu een paar keer geweest en het is natuurlijk doodzonde dat het voornamelijk in de avonduren wordt gebruikt.” Bij het tweede punt schroomt Van den Berg niet om ‘outside the box’ te denken. “Op het gebied van de meer ongeorganiseerde sport liggen tegenwoordig veel kansen.”
Buurtfunctie
De bezettingsgraad kan ook in samenwerking met buurt- en nabijgelegen onderwijsinstellingen omhoog. “Daar ga ik zeker naar kijken. Denk aan de meer kwetsbare groepen in de buurt en wat je daarvoor kunt organiseren. Het terrein moet nog veel meer een buurtfunctie krijgen.”
Beide gemeenten willen dat de lege uren van het sportpark actief in de markt worden gezet via het model van sportparkmanagement. De sportclubs moeten zich kunnen focussen op hun kerntaak: een kwalitatief goed sportaanbod voor hun leden. Een sportparkmanager concentreert zich op het goed vermarkten van het sportpark als geheel en van de niet-gebruikte uren. Een en ander moet complementair zijn aan wat de sportclubs aanbieden.
“Hoe meer er gebeurt, hoe meer er te doen is en hoe meer mensen er lopen, des te minder is er dat gevoel van onveiligheid”
Veilig gevoel
Een ander puntje is het wegnemen van het gevoel van sociale onveiligheid rond het gebied. “Ik heb het zelf nog niet gezien, maar ik hoor wel verhalen over hangjongeren en je kunt de patronen van het lachgas wel her en der zien liggen. De verlichting zou beter kunnen, we moeten wat aan de afvalbakken doen. En het is ook zo: hoe meer er gebeurt, hoe meer er te doen is en hoe meer mensen er lopen, des te minder is er dat gevoel van onveiligheid.”
Voor meer informatie: www.zuilensevecht.nl