door: Marc Hoeben | 22 februari 2018
De kwaliteit van de sportvloeren en sportaccommodaties was in Nederland altijd al van een hoog niveau. Toch zag sportkoepel NOC*NSF nog ruimte voor verbetering en mede daarom heeft zij de laatste jaren nog meer de regie naar zich toegetrokken, legt projectleider accommodatiezaken van NOC*NSF Matthijs de Bruin uit. Hij verzorgt op 8 maart op de Dag van de Sportaccommodaties in de Expo in Houten een lezing over dit onderwerp.
Wie in Nederland iets wil weten over de kwaliteit van sportvloeren en sportaccommodaties, komt al snel bij Matthijs de Bruin uit. Voor het geven van een lezing in Houten draait hij zijn hand ook niet om. “Vorig jaar heb ik dat ook gedaan. Ik verwacht nu opnieuw voor een zaal met tussen de vijftig en honderd mensen te staan. Daarbij gaat het enerzijds om sportbestuurders die geïnteresseerd zijn in sportvloeren voor hun accommodaties. Anderzijds gaat het om vertegenwoordigers van gemeenten, marktpartijen zoals leveranciers en aannemers, en mensen van keuringsinstituten en adviesbureaus.”
Complexer dan je denkt
Je zou denken dat De Bruin zijn gespecialiseerde publiek nauwelijks nog iets nieuws kan vertellen. Maar zo ligt het dus niet. “Het blijkt toch een complexe en dynamische wereld te zijn, ook al omdat je met het samenspel van de sportwereld, de gemeenten en de markt te maken hebt. Het NOC*NSF heeft een Sportvloerenlijst ontwikkeld. Maar daarmee bereiken we helaas nog niet iedereen.”
“Je moet je ook voorstellen: in Nederland zijn er driehonderdtachtig gemeenten. Die hebben niet allemaal jaarlijks te maken met de aanleg, ombouw of renovatie van sportvloeren en sportaccommodaties. De grotere gemeenten meestal wel, daar keert het onderwerp jaarlijks terug. Dan is het handig en goed om je bij te laten praten en te weten te komen hoe het precies allemaal in elkaar zit. Dat geldt dan ook weer voor aannemers en de leveranciers, die misschien weer minder goed op de hoogte zijn van de veranderingen van het afgelopen jaar.”
In 2015 is het proces voor gecertificeerde sportvloeren in gang gezet. Sportkoepel NOC*NSF heeft vooral aangestuurd op een verscherping van de procedures
Certificaat voor sportvloeren
Op 6 maart 2017 is het gekomen tot de invoering van het ‘registratie- en beoordelingsproces van gecertificeerde sportvloeren’. Hieraan ging vanaf medio 2015 een hele ontwikkeling vooraf, waarbij sportkoepel NOC*NSF vooral heeft aangestuurd op een verscherping van de procedures bij aanbouw, ombouw en renovatie.
De Bruin: “Voorheen lag de regie bij het Nederlands Normalisatie Instituut, de NEN. Maar de NEN is eigenlijk een organisatie die veel meer kijkt naar de vertaling van de Europese wetgeving en daardoor wat verder afstaat van de Nederlandse markt en de eisen die NOC*NSF en sportbonden stellen. Zij zitten daar juist middenin.”
Voor de sport
“Vanwege alle contacten binnen de accommodatiewereld is het logischer dat wij de regie meer in handen nemen”, zegt De Bruin. “Zo heeft de NEN bijvoorbeeld een werkgroep verlichting en materialen. Daar valt bij hen ook het asfalt en straatverlichting onder. Terwijl wij in onze werkgroepen specifieker en doelgerichter werken en bijvoorbeeld puur kijken naar de verlichting van sportvloeren en sportaccommodaties. De NEN blijft wel bestaan en op veel onderwerpen zullen er twee werkgroepen zijn, waarbij de NEN vooral de Europese ontwikkelingen bespreekt en wij ons concentreren op het NOC*NSF Kwaliteitszorgsysteem voor sportvloeren en sportaccommodaties.”
Voor sportvloeren en sportaccommodaties bestond altijd al een certificering, waarbij de eindkeuring werd gedaan door Kiwa ISA Sport. Officiële wedstrijden en toernooien mogen alleen op een officieel gelabelde ondergrond worden gespeeld, zo is de stelregel. NOC*NSF en sportbonden hebben nu de certificatie naar zich toegetrokken en onder andere de procedure aangepast.
Kwaliteitszorgsysteem
Eerst registreert een opdrachtgever – meestal een sportvereniging of een gemeente – een sportvloerproject. Daarna stort deze een bijdrage voor het Kwaliteitszorgsysteem, voor het beheer, onderhoud en het ontwikkelen van dit systeem. De Bruin: “Daardoor krijgen we tegenwoordig ook steeds beter zicht op wat in de praktijk speelt.”
“De bijdrage verschilt per sport. Bij een voetbalveld gaat het om 350 euro, bij een tennisbaan om 50 euro. Dat geeft ons weer mogelijkheden, bijvoorbeeld om onderzoek te doen. Als er vanuit een werkgroep nu een aanvraag komt om de waterdoorlaatbaarheid van een veld te onderzoeken, dan hebben we daarvoor geld beschikbaar.”
“Het keuringsrapport is een heel belangrijk deel van het proces. Het kan zijn dat op basis van uniformiteit een veld wordt afgekeurd”
Voor kwaliteit en ontwikkeling
Het betalingssysteem bestaat sinds 2014. “Elke opdrachtgever draagt bij, om de kwaliteit te behouden en aan de ontwikkeling te kunnen werken. Voorheen liepen die betalingen over twee of drie schijven. Dat was heel omslachtig, we hadden niet goed zicht op wat er binnenkwam.”
Na de bijdrage volgt de eindkeuring, waarbij tegenwoordig een viertal partijen deze voor de rekening kan nemen. Naast Kiwa ISA Sport zijn dat SGS Intron voor alle sporten, het Belgische Sports Labs BE voor voetbal en hockey en het Belgische Ercart alleen voor voetbalvelden. “Dat keuringsrapport is een heel belangrijk deel van het proces. Het kan zijn dat op basis van uniformiteit een veld wordt afgekeurd. Als een opdrachtgever het er niet mee eens is, kunnen ze naar de betreffende sportbond stappen en dispensatie aanvragen.”
Dispensatie
Sportbonden geven echter alleen bij hoge uitzondering dispensatie. Er zijn natuurlijk niet voor niets vooraf gestelde eisen. Als er dispensatie wordt verleend, dan is dit ook terug te lezen op het certificaat. “Je moet je voorstellen dat je een bestaande tennisbaan hebt en dat de norm voor de uitloop wordt aangepast met een halve meter meer”, legt De Bruin uit. “Als je dan renoveert, kun je niet opeens je hek verplaatsen en moet je dus dispensatie vragen.”
“De sportbond heeft het laatste woord en bepaalt, mede aan de hand van het rapport, of de sportvloer een NOC*NSF/sportbond-certificaat krijgt”
Bij het aanscherpen van de procedures is volgens De Bruin het belangrijkste doel het scheppen van duidelijkheid. “Voorheen was het eindstation de keuring en als dat was gedaan, dan was het goed. Door de aanscherping van de procedures is dit niet meer zo. De sportbond heeft het laatste woord en bepaalt, mede aan de hand van het rapport, of de sportvloer een NOC*NSF/sportbond-certificaat krijgt.”
Dag van de Sportaccommodaties - 8 maart 2018 in Houten
Tijdens de Dag van de Sportaccommodaties zijn er diverse lezingen die gericht zijn op het uitwisselen van relevante vakinformatie; aan de hand van praktijkgerichte projectvoorbeelden passeren actuele thema's de revue. Op die dag houdt Matthijs de Bruin een lezing getiteld
'Het NOC*NSF Kwaliteitszorgsysteem'.
Voor meer informatie: lezingenprogramma Dag van de Sportaccommodaties