door: Marc Hoeben | 15 februari 2018
Duurzamer worden, besparen in energie en uiteindelijk met een steeds vrolijker gezicht naar de inhoud van de portemonnee kijken. Dat is aantrekkelijk voor particulieren, maar al helemaal voor sportverenigingen waar de energierekening vaak een grote kostenpost vormt. Maar hoe pak je dat aan in een markt die vergeven is van de commerciële aanbieders die elk maar een deel van het energievraagstuk kunnen oplossen? Om die vraag te beantwoorden zijn sportbonden KNVB (voetbal), KNHB (hockey) en KNLTB (tennis) in november gestart met een pilot voor dertig clubs onder de werktitel ‘De Groene Club’.
Projectleider van De Groene Club is Micha Rots. Hij is in het dagelijks leven werkzaam als carbon consultant bij Climate Neutral Group en adviseert over CO2-reductie door middel van energiebesparingen en de ontwikkeling van projecten voor hernieuwbare energie. “Dit was een match”, zegt hij over zijn werkzaamheden voor de KNVB. Daar is hij sinds september drie dagen per week aan de slag, nadat de voetbalbond en de Climate Neutral Group in een vooronderzoek gezamenlijk waren opgetrokken. “Daarbij ging het om een inventarisatie van de behoefte van de leden op dit gebied.”
Duurzaam levert geld op
Alles draait bij De Groene Club om het sterker maken van de verenigingen. De weg daarnaartoe loopt bij deze pilot langs duurzame maatregelen op het gebied van het energieverbruik, wat vervolgens bijdraagt aan een gezonde financiële huishouding. “De KNVB is de initiator: de bond heeft eerst contact gezocht met de provincies Gelderland, Overijssel en Zuid-Holland. Deze vonden het project vanuit de provinciale doelstellingen voor sport en duurzaamheid heel belangrijk. Vervolgens betrok de KNVB bij de subsidieaanvraag ook de KNHB en de KNLTB. In deze pilot testen we het idee bij tien clubs per provincie. Er doen nu achttien voetbalclubs, zes tennisclubs en zes hockeyclubs mee, waaronder bijvoorbeeld Quick uit Den Haag en Roomburg uit Leiden.”
“Wij merken dat er heel veel commerciële aanbieders van energieprojecten zijn. Ze bieden echter bijna nooit een totaalpakket”
Commercieel aanbod
De KNVB liet in november een schrijven uitgaan naar alle clubs in de drie provincies. Geïnteresseerde clubs konden reageren, maar moesten dan wel met een onderbouwing van hun interesse komen. KNLTB en KNHB deden zelf een selectie, eind november was de kick-off in Zeist bij de KNVB. “Wij merken dat er heel veel commerciële aanbieders van energieprojecten zijn. Ze bieden echter bijna nooit een totaalpakket met verbeteringen voor de gehele energierekening, maar slechts deeloplossingen om energie te besparen op bepaalde onderdelen. Dat is voor verenigingen geen overzichtelijke situatie. Ook bleek uit onderzoek dat verenigingen behoefte hadden aan een onafhankelijke, niet-commerciële partner. Wij willen daarom nu de clubs van begin tot eind bijstaan in hun keuzes voor een geheel duurzame accommodatie.”
Bij alle dertig clubs werd een ‘nulmeting’ gedaan met een energiescan. “Daarmee kun je laten zien welke duurzame maatregelen genomen kunnen worden, wat dat in eerste instantie kost, welke besparing het oplevert en wat de terugverdientijd is. Dan moet je denken aan zaken als veld- en baanverlichting, de verwarming en het opwekken van energie met zonnepanelen. Op dit moment worden alle nulmetingen afgerond. Eind februari hebben we van alle deelnemende clubs een overzicht.”
“Clubs kunnen een flinke stap zetten naar een gezonde financiële situatie door te investeren in duurzaamheid”
Energie kost geld
De energierekening vormt een grote kostenpost voor sportverenigingen. Het gaat vaak om een bedrag tussen de tien en twintig procent van de begroting, legt Rots uit. “Clubs kunnen dus een flinke stap zetten naar een gezonde financiële situatie door te investeren in duurzaamheid.”
Op 8 maart 2018 komen de vertegenwoordigers van de dertig pilotclubs en de projectleiding bij elkaar in de Expo Houten voor de Dag van de Sportaccommodaties. “Daar kunnen die clubs en aanbieders van duurzame oplossingen elkaar ontmoeten. Clubs hebben op dat moment een voorlopige keuze gemaakt voor maatregelen en kunnen extra informatie inwinnen. Voor veldverlichting zijn er bijvoorbeeld drie grote leveranciers in Nederland. Wij onderzoeken ook de mogelijkheid om aanbestedingen te organiseren voor veelvoorkomende maatregelen, zodat we een inkoopvoordeel kunnen realiseren voor de clubs.”
De beste lening
Daarnaast helpt De Groene Club in het financieringstraject. “Als je bijvoorbeeld praat over veldverlichting: dat is een grote uitgave en clubs hebben daar niet altijd de financiële middelen voor. Ook op dit gebied willen wij de clubs ondersteunen, bijvoorbeeld met advies over de beste lening die de markt kan bieden. Hierbij maken we gebruik van een garantstelling bij Stichting Waarborgfonds Sport. Garantstelling geeft zekerheid aan de financier, mocht een club omvallen. Dat zorgt weer voor een lagere rente.”
Naast een besloten vergadering op de Dag van de Sportaccommodaties voor de deelnemende clubs, is er een openbaar gedeelte voor geïnteresseerde clubs die nu nog buiten de pilot vallen. “We willen graag vertellen wat we precies doen en wanneer ze in aanmerking komen voor deelname in de toekomst. We willen uiteindelijk zo veel mogelijk clubs vanuit een onafhankelijke positie bijstaan in hun keuzes voor een duurzame sportaccommodatie.”
Voor meer informatie: www.degroeneclub.nl