Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Mini-imperium van tien klimcentra onder de paraplunaam Neoliet

door: Marc Hoeben | 30 november 2017

Klimmen is bij de Zomerspelen van Tokio 2020 voor het eerst olympisch. Het zou de sport ook in Nederland een nieuwe boost kunnen geven. Maar dat is toch niet helemaal de verwachting van Erik Jacobs, achtvoudig Nederlands kampioen en de man achter Neoliet, dat onlangs in het Utrechtse stadsdeel Leidsche Rijn de deuren opende van een fonkelnieuwe accommodatie en inmiddels is uitgegroeid tot een soort mini-imperium van tien klimcentra in Nederland en Duitsland.

XL40NeolietEricJacobs-1 copyDat het spectaculaire beelden moet gaan opleveren bij de Spelen in Japan, daarover kan nauwelijks een misverstand verstaan. Met het NK lead kreeg Nederland op zaterdag 18 november een voorproefje op het aantrekkelijke karakter van de klimsport als kijkspel. Het evenement bij Neoliet in Utrecht trok een volle zaal met een fel meelevend publiek. De deelnemers mochten na isolatie en een korte verkenning zich wagen aan de taak om in zes minuten zo ver mogelijk te komen op een zeer listig parcours. Winnaars waren uiteindelijk Tim Reuser en Lynn van der Meer.

“Het is allemaal toch nog goed gekomen”, zegt Erik Jacobs met een lachje. Hij doelt daarmee op de hectische periode die net achter hem ligt en toch ook nog niet geheel voorbij is. “Pas drie weken voor het NK lead ging ons centrum in Utrecht open. Het was even spannend of het daar wel gehouden kon worden. Paniek hebben we niet gehad, hoor. In het uiterste geval waren we uitgeweken naar Tilburg, dat had ook prima gekund.” 

Tien klimcentra
Jacobs is inmiddels dé ondernemer met tien klimcentra onder de paraplunaam Neoliet in Nederland en Duitsland. De achtvoudig Nederlands kampioen met roots in het Brabantse Stiphout en die in 2001 voor het laatst een nationale titel veroverde, begon in 1992 met zijn bedrijf. 

“Ik had een studie gezondheidswetenschappen in Nijmegen afgerond, maar wist wel dat ik daar niet verder in wilde. Het verrichten van wetenschappelijk onderzoek kan behoorlijk frustrerend zijn, dat leverde mij niet genoeg succesbeleving op. Ondertussen had ik al een tijdje geprobeerd als klimmer de internationale top te bereiken. Maar dat lukte niet, ik kwam erachter dat ik op z’n minst daarvoor naar het buitenland moest verhuizen, het liefst naar het toenmalige topland Frankrijk. Het was me ook wel duidelijk dat je van de sport niet kon rondkomen. Maar ik zag ook dat er in Nederland - op kleine hallen in Utrecht, Rotterdam en Roosendaal na - geen echte klimhallen waren.”

“Voor die tijd werd er wel geklommen, maar dan vooral in bestaande panden. Ze zijn dan vaak lager, je kunt er minder mooi routes en grepen aanleggen"

Eindhoven anders
Hij moest met de bank in de slag, met verschillende gemeenten. Jacobs kreeg het gedaan om in Woensel bij Eindhoven een nieuwbouwhal voor klimmen te laten verrijzen. “Voor die tijd werd er wel geklommen, maar dan vooral in bestaande panden. Ze zijn dan vaak lager, je kunt er minder mooi routes en grepen aanleggen. Het centrum in Eindhoven was wat dat betreft al anders. En later volgden er uit de verschillende gesprekken bij gemeenten vanzelf meer.”

XL40NeolietEricJacobs-2 copyZo maakt Jacobs van zijn liefde alsnog zijn werk. Bij hem begon het door het enthousiasme voor klimmen van zijn gymleraar van de middelbare school. “Later ging ik een keer met een vriend op pad naar Duitsland, voor het eerst zelfstandig. Mooi verhaal. Ik kwam klem te zitten, ik kreeg last van mijn hoogtevrees en durfde niet meer vooruit of achteruit. Ik wilde het eigenlijk nooit meer doen.”

Worstelroute
Maar stoppen was geen optie, want Jacobs had zich al opgegeven voor een klimkamp en ging met lood in de schoenen toch maar door. “Op de laatste dag van dat kamp is het toch nog allemaal goed gekomen. De docent vertelde mij dat ik veel meer gebruik moest maken van mijn voeten. Ik doorstond een worstelroute goed en toen had ik de smaak te pakken en werd ik fanatiek.”

Het eerste NK was in 1988 in de Jaarbeurs in Utrecht. Jacobs hielp het mede te organiseren. Een kleine dertig jaar later stond hij als 53-jarige op 18 november met een glimlach om de lippen bij het NK lead in zijn fonkelnieuwe centrum in Utrecht-Leidsche Rijn. 

"Tegenwoordig kun je met behulp van complete computerprogramma’s uitdagender wanden aanleggen. Tsja, dat kan ik dan toch niet laten"

“Dit is onze tiende hal en wel een bijzondere. Hij gaat tot twintig meter en dat maakt het ook mogelijk om daar op een goede manier een NK lead te organiseren. Het is een hoge investering geweest, je bent er wel een paar miljoen aan kwijt. Daar denk ik maar even niet aan. Het is mooi dat de sport dit heeft. De meeste, oudere klimwanden zijn haaks, hoekig. Dat was nu eenmaal makkelijker zagen. Tegenwoordig kun je met behulp van complete computerprogramma’s uitdagender wanden aanleggen. Tsja, dat kan ik dan toch niet laten. Dan neem ik de kosten maar voor lief. Ons mooiste centrum stond tot nu toe in Müllheim, in Duitsland. Dat vond ik eigenlijk wel raar. Als Nederlands bedrijf moesten we ook zoiets hier hebben. De mooiste hal is nu wel die in Utrecht.”

Niet de makkelijkste optie
Het jongste centrum wordt niet geregeerd vanuit een puur commerciële gedachte, zegt Jacobs. “Want dan richt je je eerder op het boulderen. Dat zie je nu wel veel gebeuren in bestaande halletjes. Je hebt er maar een hoogte tot 4,5 meter voor nodig. Klimmers hoeven niet gezekerd, bij een val komen ze op een dikke mat terecht. Dat maakte het allemaal een stuk makkelijker. Bij Neoliet in Utrecht hebben we ook wanden voor het boulderen. Maar we zijn er zeker niet alleen voor de makkelijkste optie gegaan.”

XL40NeolietEricJacobs-3 copyDe groei van zijn bedrijf zou kunnen duiden op een groei van de sport in Nederland. Dat is maar gedeeltelijk waar, weet Jacobs. “Ik groei deels omdat ik het niet kan laten. Ik had, financieel gezien, ook na het eerste centrum kunnen stoppen. Maar ik heb een klimhart en genoeg reserves. Daarom vind ik het ook leuk om zo’n NK lead over de vloer te hebben, terwijl het wel een verlieslatende activiteit is. Klimmen is in 2020 olympisch, maar het zal nooit een massasport worden. Het blijft een beetje een niche. Het zal misschien wel meer aandacht krijgen en dat is prima. Maar van mij hoeft het ook geen massasport te worden. Want dan krijg je problemen in de buitenlucht, bij de rotsen waar toch de meeste mensen willen klimmen. Op sommige plekken, bijvoorbeeld in de Belgische Ardennen, is het nu al vaak te druk en moet je kaartjes kopen om te mogen klimmen.”

Drie disciplines in Tokio
Op de Spelen in Tokio komen straks de beste twintig klimmers bij de mannen en de vrouwen in actie. Zij strijden in de drie disciplines lead (in zes minuten zo hoog mogelijk komen, één parcours, gezekerd), speed (zo snel mogelijk naar de top, één parcours, gezekerd) en boulder (4 parcoursen, op tijd, korte krachtige bewegingen, ongezekerd), slechts de overall-winnaar krijgt goud. “Het is niet makkelijk om in alle drie goed te zijn”, weet Jacobs. “Bij het ene komt het meer op duurkracht aan, bij het andere op maximaalkracht. Volgens mij is het ook maar de vraag of het een Nederlander gaat lukken zich te kwalificeren.”

"Klimmers zitten vaak liever op een berg, om voor zichzelf een mooie route te klimmen. Eigenlijk is het helemaal niet zo leuk om het als wedstrijdsport te doen"

De nationaal kampioen lead van dit jaar, Tim Reuser, zei al meteen slechts ‘twintig procent’ kans te maken op deelname aan de Spelen. Jorg Verhoeven, die NK’s overslaat, geldt sinds jaar en dag als de beste klimmer van Nederland. Hij is inmiddels 32 jaar, heeft zich al lang aangesloten bij het Europese klimmekka in het Oostenrijkse Innsbruck en zou wel als kanshebber gelden. Jacobs: 

“Een aantal jaren geleden deed hij het wel goed bij wedstrijden voor de wereldbeker. Nu doet hij nog af en toe mee, met wisselend resultaat. Voor een klimmer als Jorg kan het heel mooi zijn dat er nu olympische erkenning is. Maar ik verwacht dat het voor de meeste mensen toch anders ligt. Klimmers zitten vaak liever op een berg, om voor zichzelf een mooie route te klimmen. Eigenlijk is het helemaal niet zo leuk om het als wedstrijdsport te doen. Je moet vaak uren wachten. En na een paar meter klimmen val je soms en sta je alweer op de grond.”

Voor meer informatie: www.neoliet.nl of www.nkbv.nl

« terug

Reacties: 2

Stan Stolwerk
30-11-2017

goed realistisch verhaal van klimmer / ondernemer of moet ik zeggen ondernemer / klimmer?  Ik denk, als ik het lees dat het klimhart toch nog harder slaat! Respect voor hetgeen neergezet is in afgelopen jaren door Jacobs. En voor zijn realisme tav olympische pay offs; die worden door menig bond, club, stad, land etc met enig regelmaat (en voor eigen gewin, parochie) zo vaak overschat. En als je al een pay off  (meer mensen sporten, meer jeugd .... ) wil ... is investeren (in die zg olympische pay off) voorwaarde; laat dat nu zelden of nooit door al die partijen gedaan worden! Jacobs, de ondernemer, bewijst zelf dat investeren kan lonen. Een ondernemerschap dat bij die olympische dromers (bonden, politiek, steden, etc) achterwege blijft ... en wij allen weten ; een strategie / droom / ambitie werkt alleen als die ook in je budget terug te vinden is. Succes Erik met alle plannen; mooi dat publiek je accommodaties weet te vinden en te waarderen en de 'kick' van het klimmen zodoende bij hen dichtbij kunnen ervaren.

groet Stan Stolwerk

Willem-Jan Vrolijk
30-11-2017

Helemaal eens met de reactie van Stan. Jammer dat het nog steeds niet is gelukt een echt klimcentrum in 's-Hertogenbosch te realiseren.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst