door: Leo Aquina | 24 augustus 2017
Remco Boer volgde in 2012 Clémence Ross op als directeur van NISB (Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen). Onder zijn leiding onderging dat instituut een aantal grote reorganisaties en een fusie met Onbeperkt Sportief in het nieuwe Kenniscentrum Sport. In september verruilt Boer het Kenniscentrum Sport voor een baan als gemeentesecretaris in Wijchen, vlakbij zijn woonplaats Nijmegen. Ondanks al die ingrijpende wijzigingen, was Boer toe aan een andere omgeving. “Ik werk dertien jaar bij NISB en nu dus het Kenniscentrum Sport. Veel zaken herhalen zich, werkzaamheden komen jaarlijks terug en sommige dingen begon ik echt te beschouwen als corvee.” Boer zocht bewust een nieuwe functie buiten de sport: “Ik wil mezelf blijven ontwikkelen en ik vind het leuk om nieuwe dingen te doen.” Met Sport Knowhow XL kijkt hij terug op de afgelopen vijf jaar.
Welke zaken is Boer in de turbulente afgelopen jaren gaan beschouwen als steeds terugkerend corvee? “Als gesubsidieerde instelling moeten we ieder jaar een jaarplan maken, dat we ter goedkeuring moeten voorleggen aan VWS. Ik zie daar in twaalf jaar weinig ontwikkeling in, dat proces is iedere keer hetzelfde. Daar komt bij dat ik al twintig jaar in de sportsector werk. Je komt dan toch iedere keer weer dezelfde mensen tegen. Je kent elkaar steeds beter en daardoor wordt de mogelijkheid om elkaar te inspireren toch steeds kleiner.”
Bredere opdracht
Tot welke veranderingen heeft de fusie van NISB met Onbeperkt Sportief in het Kenniscentrum Sport geleid en wat is de impact van die verandering op de organisatie? Boer:
“Het Kenniscentrum Sport heeft veel potentie. Ik denk dat we de goede koers op een aantal punten te pakken hebben, en op een aantal andere punten misschien nog niet. De belangrijkste verandering is dat we een publieksfunctie hebben gekregen. We moeten kennis toegankelijk maken voor iedereen en we hebben de gelegenheid gekregen om te investeren in een online kennisplatform (www.allesoversport.nl). De opdracht van de minister is daarmee breder geworden. NISB richtte zich vooral op de maatschappelijke betekenis van sport en bewegen en nu moet iedereen met een willekeurige vraag over sport bij het Kenniscentrum kunnen aankloppen.”
“Ik vind dat de landelijke bundeling die is ontstaan met de fusie van NISB en Onbeperkt Sportief niet ver genoeg gaat"
Goede koers
Op welke punten heeft het Kenniscentrum Sport de goede koers te pakken? Boer: “De totstandkoming van het Kenniscentrum Sport heeft ertoe geleid dat we een betere samenwerking hebben met de universiteiten en hogescholen, die natuurlijk voornamelijk aan kennisproductie doen. Ook in het online kennisplatform hebben we met steun van VWS goed kunnen investeren. Het heeft potentie. Natuurlijk kan de kwaliteit van de content nog beter en ook ons bereik moet nog groeien, maar dat heeft ook tijd nodig.”
En op welke punten heeft het Kenniscentrum de goede koers nog niet te pakken? “Ik vind dat de landelijke bundeling die is ontstaan met de fusie van NISB en Onbeperkt Sportief niet ver genoeg gaat. Er zijn meerdere partijen actief, zoals bijvoorbeeld het Mulier Instituut die zich met dezelfde thema’s bezighouden. Ik vind de afbakening van de kerntaken niet helemaal juist. Als Kenniscentrum mogen wij zelf geen beleidsevaluatie en monitoring doen en dat vind ik erg jammer.”
Verschil van mening
Koen Breedveld juicht die afbakening als directeur van het Mulier Instituut in zijn afscheidsinterview op Sport Knowhow XL juist toe. “Op dat punt verschillen Koen en ik van mening. Natuurlijk is het vergaren van kennis een andere competentie dan het vertalen van die kennis naar de praktijk, maar waarom zou dat niet binnen dezelfde organisatie kunnen? Daarmee zou je de klant veel beter kunnen bedienen.”
Toen het Kenniscentrum Sport net was begonnen, heeft Sport Knowhow XL een uitgebreid interview met Remco Boer gepubliceerd. Onder dat interview verscheen een aantal kritische noten. Wiltfried Idema schreef: ‘Heeft het een Kenniscentrum Sport toegevoegde waarde? Neen! Opnieuw wordt er door een fusie een instituut geschapen dat aan het infuus van de overheid ligt en dat middelen wegslurpt die voor de sport bedoeld zijn.’ Boer reageert geprikkeld:
“Die meneer wordt bij het vormen van zijn mening niet gehinderd door een teveel aan kennis. NISB was altijd al door de overheid gefinancierd. Daar is geen geld bijgekomen, integendeel zelfs. Ook de kritiek dat wij op het domein van NOC*NSF zouden komen vind ik niet terecht. NOC*NSF is een belangenorganisatie en vervult daarmee een heel andere rol dan het onafhankelijke kenniscentrum Sport.”
Niet alleen goede dingen
Boer benadrukt dat het Kenniscentrum Sport verantwoording aflegt voor de subsidie. “We maken jaarlijks een plan en beschrijven onze resultaten zo secuur mogelijk. Natuurlijk zijn er projecten die niet opleveren wat we ervan hadden verwacht. Het feit dat dat gesubsidieerd wordt, betekent niet dat je alleen maar goede dingen doet. Maar we monitoren ons werk en als een project niet oplevert wat we ervan hadden verwacht, zetten we het stop.”
“Kenniscentrum Sport heeft geen formele positie in bepaalde structuren of processen. We zijn dus altijd afhankelijk van de kwaliteit van de producten die we leveren en van de gunfactor"
Sportarts Steef Bredeweg was in een reactie op het interview uit 2016 niet tevreden over de website Allesoversport.nl: ‘Onvolledig, geen wetenschappelijke onderbouwing, veel informatie is sterk verouderd, misleidend en onbetrouwbaar’, schreef hij. Die kritiek heeft Boer ter harte genomen. “Hij maakte een terecht punt en dat hebben we ook serieus genomen. De website kon beter en dat kan nog steeds, maar op dat moment waren we nog maar net begonnen. Ik denk dat we sindsdien al enorme stappen hebben gezet.”
Relevant blijven
Wat is tot slot de grootste uitdaging voor Boers opvolger bij het Kenniscentrum Sport? Boer: “Het Kenniscentrum heeft geen formele positie in bepaalde structuren of processen. We zijn er omdat de minister het belangrijk vindt, maar iedereen kan ons rechts of links laten liggen. We zijn dus altijd afhankelijk van de kwaliteit van de producten die we leveren en van de gunfactor. De grootste uitdaging is dus om de huidige positie te behouden en te versterken. We moeten het Kenniscentrum relevant houden.”
Voor meer informatie: www.kenniscentrumsport.nl