door: Marc Hoeben | 6 juli 2017
Het wereldkampioenschap zitvolleybal maakt volgend jaar deel uit van het grotere evenement Volley 2018, met ook het EK beach en het EK voor landenploegen van jongens onder 20 jaar. De zitvolleybaltak krijgt verspreid door Nederland heuse theaters als speellocaties, als een soort charmeoffensief. Maar die kant heeft de ex-bondscoach van de Oranjemannen, Peter Karreman, al lang ontdekt. Hij trekt tegenwoordig door de wereld als spreker, verzorger van workshops, schrijver van het boek ‘Onbeperkt’ en man achter de stichting ‘I support a coach’.
Hij was altijd al gek van volleybal en hij was docent lichamelijke opvoeding. “Ik heb nog zeven jaar voor de klas gestaan”, zegt Peter Karreman. “Maar begin jaren tachtig was de situatie in het onderwijs voor vakleerkrachten slecht. Ik ben me gaan omscholen voor de IT en sinds 1987 ben ik daar in werkzaam.”
Volleybalfanaat
Karreman werkt tegenwoordig bij Sogeti, een grote ICT-dienstverlener die internationaal opereert. Ondertussen volgt hij daarnaast nadrukkelijk zijn hart. “Ik ben altijd een volleybalfanaat geweest. Na de Academie voor Lichamelijke Opvoeding ben ik trainingen gaan geven. Districtstrainingen en bij ploegen in de tweede en derde divisie, door de hele regio Oost.”
Karreman komt uit Westervoort, een plaats achter Arnhem, en verzorgt op dit moment de trainingen bij het reguliere volleybalteam van Pegasus in Nijmegen. “Maar ooit ben ik bij toeval in de gehandicaptensport verzeild geraakt. Ik zat in het bestuur van onze plaatselijke club in Westervoort, Wevoc. Tijdens een vergadering kwam iemand een verhaal vertellen over zitvolleybal en we zijn later de zaal ingegaan om te kijken wat het precies was. Nou, ik was verkocht.”
"Het verschil met gewoon volleybal is ook weer niet zo groot. Bij zitvolleybal spring je alleen niet en je hebt natuurlijk het specifieke deel van de verschillende handicaps"
Mooie jaren
Samen met de ‘verteller’, Jouke de Haan, ging Karreman clinics geven en de sport promoten. In 2007 reageerde hij op de vacature van bondscoach bij de nationale mannenploeg en tot 2010 beleefde hij in die functie mooie jaren. “Ik rolde erin, het verschil met gewoon volleybal is ook weer niet zo groot. Bij zitvolleybal spring je alleen niet en je hebt natuurlijk het specifieke deel van de verschillende handicaps. Daar heb ik me wel in verdiept. Het was een mooie tijd. We speelden EK’s, we stegen op de wereldranglijst van de twaalfde naar de zevende plaats."
"Ik ben vervolgens zelf opgestapt. In die jaren daarvoor had namelijk de switch plaatsgevonden van de bond voor aangepaste sporten - de NEBAS - naar de gewone volleybalbond, de Nevobo. Dat was in het kader van integratie een prima initiatief en een goede zet voor de toekomst. Bij de bond werd het zitvolleybal echter in die periode in mijn ogen onvoldoende geadopteerd, ze wisten niet zo goed wat ze er op dat moment mee aan moesten. Dat is tegenwoordig gelukkig veranderd. Het heeft nu veel meer draagvlak. Maar dat zou het nog meer mogen hebben.”
"Drie of vier keer per jaar ging ik naar Rwanda om ze een week te helpen en vooral een structuur op te zetten"
Avontuur in Afrika
Ondertussen kwam Karreman via de mondiale bond van de zitvolleyballers - World Para Volley - in aanraking met de sport in Afrika. “Ik deed een keer een promotietraject in Kenia, later belde Rwanda. Ze hadden zich geplaatst voor het WK, maar ze hadden eigenlijk geen idee wat ze moesten doen.”
Karreman werd een pionier. “Er was niks in dat land aan structuur of materiaal of kennis. Een groot avontuur en dat zag ik wel zitten, want zo’n instelling heb ik wel. Het was vrijwilligerswerk, drie of vier keer per jaar ging ik naar Rwanda om ze een week te helpen en vooral een structuur op te zetten. Rwanda plaatste zich met de mannen voor de Paralympics in Londen 2012. Het was de eerste keer dat een zwart Afrikaans team meedeed in een teamsport.”
Competitieopzet
Na de klus bij de mannen ging hij met de vrouwen aan de slag. “Het was niet mijn intentie om mijn hele leven daar te blijven. Ik vond wel dat ze het zelf moesten doen en dat ze moesten leren zichzelf te bedruipen. Na 2012 heb ik voor de vrouwen een plan opgezet en een team neergezet. Het geld werd gevonden. Voor de sportinfrastructuur werd in de vijf provincies een competitie opgezet, die weer leidde tot een nationaal kampioenschap. Het kader voor de breedtesport ligt er nu, daar kunnen ze voor de topsport uit putten."
"Met de vrouwen van Rwanda lukte het om ons te kwalificeren voor de Spelen in Rio van vorig jaar. Een heel mooi traject. Je moet je realiseren dat het in Afrika helemaal niet vanzelfsprekend is dat mensen met een beperking sporten. En al helemaal niet dat ze aan topsport doen. Wat dat betreft is de situatie misschien wel te vergelijken met die in Nederland van veertig of vijftig jaar terug.”
Hart verpand
Karreman is nog steeds als adviseur betrokken bij het zitvolleybal in Rwanda, zoals hij toch al een beetje zijn hart heeft verpand aan het Afrikaanse continent. Hij geeft in verschillende landen cursussen om het niveau van de trainers omhoog te krijgen en hij heeft sinds 2011 de stichting ‘I support a coach.’
“Met de bedoeling ontwikkelingslanden met materiaal en kennis te ondersteunen. Het is een kleine stichting, afhankelijk van sponsoring. Met die sponsorgelden heb ik al wel een keer bij schoolsportleverancier Nijha voor 15.000 euro aan spullen kunnen kopen en deze mogen verschepen naar scholen in Afrika. Maar eerlijk gezegd kom ik aan de stichting weinig toe, omdat ik het ook al druk heb met al die andere zaken.”
"Ik wilde graag de sport meer bekendheid geven en wellicht zorgen voor meer ondersteuning voor het verhaal in Afrika"
Van dagboek tot boek
Zo schreef Karreman vorig jaar het boek ‘Onbeperkt’, met als subtitel ‘de wereld aan mijn voeten.’ “Het is allemaal begonnen als een dagboek, omdat ik mijn ervaringen met Rwanda zo bijzonder vond en dat wilde delen. Voor het boek heb ik een uitgever gezocht en gevonden, maar ik moest het dan wel een keer herschrijven. Ze vonden het te management-achtig. Dat heeft nu een duidelijk beter resultaat opgeleverd. Ik wilde graag de sport meer bekendheid geven en wellicht zorgen voor meer ondersteuning voor het verhaal in Afrika. Hopelijk wordt het boek vertaald in het Engels, we zijn aan het kijken of de wereldbond er wat mee kan in het kader van het WK in Nederland van volgend jaar."
"Het leuke, vind ik, is dat je in het boek kunt lezen hoe de vrouwen van Rwanda van schuchter naar zelfstandig zijn gegaan. Gehandicapten worden in Afrika nog veel meer weggestopt, in die zin heeft de sport echt een functie. Wat dat betreft gaat het boek niet eens zozeer over volleybal. Het is meer de bedoeling dat we ons bewust worden van die situatie en van de kracht van sport.”
Spreker vol passie
Karreman komt dat verhaal ook graag als spreker vertellen. Hij legt graag, juist ook vanuit zijn achtergrond als IT-manager, verbanden tussen sport en het bedrijfsleven. Zijn belangrijkste boodschap? “Dat het moet draaien om passie. Zestig procent, zo blijkt uit de cijfers, doet iets wat hij of zij niet leuk vindt. Mensen mogen zich best bewust zijn dat ze een andere keuze kunnen maken of dat ze kunnen onderzoeken waarom ze op dat moment niet tevreden zijn.”
Voor meer informatie: Scrummaster in Rwanda en Over(winnen) in zitvolleybal