door: Leo Aquina | 1 juni 2017

“Een groot internationaal toernooi hoort bij onze status als judoland”, zegt Wouter Koeman van Judo Bond Nederland (JBN). In het weekend van 17 tot en met 19 november komen zo’n 400 judoka’s uit 70 landen naar de nieuwe Sportcampus Zuiderpark in Den Haag voor een Grand Prix-toernooi. In 2011 schrapte de JBN de Nederlandse Grand Prix - die eerst in Rotterdam en later in Amsterdam werd gehouden - om ‘financiële en sportieve redenen’ van de kalender, maar de tijden zijn veranderd. De Grand Prix in Den Haag wordt een jaarlijks terugkerend evenement en de JBN heeft voor de komende vier jaar afspraken met de internationale federatie IJF, met de gemeente Den Haag en met geldschieters.

Wouter Koeman is bij de judobond aangesteld als Event Manager Grand Prix. “We hebben een veel realistischer kijk dan in het verleden op de organisatie van het toernooi. Ik ben vrijgemaakt om de organisatie van het evenement op mij te nemen, want dit is niet iets dat we met een paar medewerkers van de bond op een achternamiddag kunnen organiseren.”, zegt hij. 

“In 2011 konden we het niet meer bolwerken omdat de internationale federatie een kwaliteitsslag maakte, waardoor de eisen omhoog gingen, wat weer extra kosten met zich meebracht. Wij hebben het toernooi toen terug moeten geven, maar altijd met de gedachte in het achterhoofd om het ooit weer terug te halen.” 

Puzzelstukjes
Om het toernooi daadwerkelijk terug te halen, moest de judobond verschillende partijen bij elkaar brengen. “Wij hadden contact met de gemeente Den Haag, waar werd gewerkt aan de nieuwe Sportcampus”, vertelt Koeman. “Daar waren alle faciliteiten voorhanden die we nodig hadden om aan de internationale standaard te voldoen. Het sportbeleid van Den Haag sluit bovendien goed aan op wat wij als sportbond met dit toernooi kunnen bieden. De wethouder sport, Rabin Baldewsingh, was dan ook enthousiast en bereid om zich voor vier jaar aan dit initiatief te verbinden. Bovendien zijn er tegenwoordig veel toernooien in allerlei oliestaatjes en de internationale federatie wil graag weer toernooien naar West-Europa halen. Op die manier vielen alle puzzelstukjes in elkaar.”

Met de NOS heeft de judobond bovendien de televisieproductie en registratie besproken. “Het is nog niet helemaal rond, maar we gaan er wel uitkomen”, aldus Koeman. “De NOS wordt Host Broadcaster. Zij zullen het televisiesignaal produceren voor zo’n zestig à zeventig landen en er wordt ook op de Nederlandse televisie uitgebreid aandacht aan besteed.” 

Financiën
In 2011 was het wegvallen van subsidie vanuit VWS ook één van de redenen dat de Grand Prix uit Nederland verdween. Draagt het ministerie nu bij aan de terugkeer? “Dat zijn we nog aan het bekijken”, zegt Koeman. “We kunnen het topsportevenement draaien zonder subsidie van VWS. We hebben afspraken met de gemeente Den Haag, geldschieters en met de Internationale federatie, waarmee het toernooi voor de komende vier jaar is gegarandeerd. In de komende vier jaar moeten we ernaar toegroeien dat het evenement financieel ook steeds meer op eigen benen kan staan." 

"De gemeente Den Haag draagt financieel bij, maar het financiële risico ligt bij de judobond. Dat zijn we weloverwogen aangegaan en onze financiële commissie is daar nadrukkelijk bij betrokken geweest. Bij de begroting hebben we rekening gehouden met de inkomsten die we binnenkrijgen vanuit alle deelnemers, en we hebben de begroting uitgebreid doorgenomen met de internationale federatie. Zij hebben laten weten mee te willen denken als we op financiële calamiteiten stuiten, maar dat verwacht ik absoluut niet.”

Breedtesport
Het verlangen om het toernooi terug naar Nederland te halen kwam voort uit de topsportambitie, maar ook omdat de judobond op die manier breedtesport wil stimuleren. “We organiseren een aantal side-events met een duidelijke koppeling naar de Grand Prix”, vertelt Koeman. “Er komt een groot breedtesportprogramma 'Haags judo' onder leiding van de Haagse oud-topjudoka Carola Uilenhoed. Zij kent de stad en is de spil in onze samenwerking met Haagse clubs en andere instanties.” 

De judobond en de gemeente Den Haag richten zich op drie specifieke doelgroepen: 55-plussers, mensen met een verstandelijke beperking en ouders en kinderen uit de wijken rond de sportcampus. “Over een aantal jaar is meer dan een kwart van de Haagse bevolking boven de 55 jaar”, aldus Koeman. “Voor hen hebben we een speciaal programma ‘Zeker Bewegen’. Als het gaat om mensen met een verstandelijke beperking, hebben we een nadrukkelijke koppeling met de Special Olympics, die in 2020 in Den Haag worden georganiseerd. Daarnaast willen we graag iets betekenen voor de ouders en kinderen in de wijken rondom de sportcampus omdat de sportparticipatie daar relatief laag is.” 

Sportopleidingen
Onderwijs is een van de verbindende elementen als het gaat om de koppeling tussen breedtesport en topsport rondom de Grand Prix. Koeman: “Er zijn drie sportopleidingen op de Sportcampus en de studenten worden ingezet om projecten op te zetten en te begeleiden. De Sportcampus biedt bovendien volop mogelijkheden om tijdens het toernooi zelf nevenactiviteiten te organiseren. Naast de wedstrijdhal is er een trainingshal en er is nog een derde hal die we inrichten voor clinics.” 

Uiteindelijk draait het allemaal om drie dagen topsport in Den Haag. Het toernooi maakt deel uit van de IJF World Tour en behoort daarmee tot de vijftien belangrijkste evenementen in het internationale topjudo. In 2018 en 2019 zijn er bovendien waardevolle rankingpunten te verdienen in het kwalificatietraject naar de Olympische Spelen in Tokio. De aanwezigheid van nationale en internationale toppers is daarmee gegarandeerd. 

“Voor ons is het toernooi geslaagd als er straks volle tribunes zijn en als het een belevenis is voor de fans en als we voor Den Haag ook echt iets kunnen betekenen. Het belangrijkste is vervolgens dat het niet bij vier jaar blijft, maar dat het toernooi ook daarna een vast waarde blijft op de kalender.”

Voor meer informatie: klik hier