door: Thomas van Zijl | 16 maart 2017
Op de vraag of doping de sport oneerlijker maakt zullen verreweg de meeste mensen op voorhand ‘ja’ antwoorden. Voor de sportfilosofen die zich eind april voor een groot Europees congres in Nijmegen melden is dat antwoord aanzienlijk minder vanzelfsprekend. “Filosofen zijn nu eenmaal graag de luis in de pels”, zegt Ron Welters die er verantwoordelijk voor is dat het gezelschap voor de jaarlijkse bijeenkomst van de European Association for the Philosophy of Sport (EAPS) naar Nederland afreizen.
Doping is slechts een van de vele onderwerpen die ter sprake zullen komen. Voor filosofen is het al jarenlang een interessant thema. Het ligt voor de hand om prestatiebevorderende middelen af te keuren, een standpunt dat Welters moeiteloos kan verdedigen. Maar een ander perspectief brengt sportfilosofen op een pad dat ook een verkenning waard.
“Een atleet als Usain Bolt zit fysiek zo goed in elkaar. Die heeft al bij zijn geboorte een nauwelijks in te halen voorsprong. Is dat eerlijk? Eerlijker dan doping? Zorgen prestatiebevorderende middelen niet bij uitstek voor een gelijk speelveld en voor een boeiend schouwspel?” Gedurende drie dagen zullen een kleine veertig bezoekers van het congres over deze en andere onderwerpen in gesprek gaan. Zitten en achterover leunen is niet de bedoeling. Alle deelnemers zullen aan de hand van hun wetenschappelijke werk een presentatie geven.
Sportfilosofie als vakgebied
Welters is nu drie jaar bestuurslid van de EAPS, de Europese associatie die al enige tijd is gefuseerd met de Britse BPSA. In het Verenigd Koninkrijk is de sportfilosofie een groot en gerespecteerd vakgebied. Sinds het samengaan is de afspraak dat het congres een keer in de drie jaar op het Europese vasteland plaats heeft.
“Het vakgebied is een beetje gemarginaliseerd. Ik hoop dat dit congres een nieuwe stimulans geeft"
Bij zijn kandidatuur als bestuurslid gaf Welters, vooral om zichzelf onderscheidend te kunnen presenteren, meteen te kennen dat hij de bijeenkomst graag naar de Radboud Universiteit in Nijmegen zou halen. Toch kwam die ambitie niet helemaal uit het niets. Welters stelt vast dat de sportfilosofie in Nederland wel eens betere tijden heeft gekend. “Het vakgebied is een beetje gemarginaliseerd. Ik hoop dat dit congres een nieuwe stimulans geeft en mijn buitenlandse collega’s laat zien dat er hier ondanks de beperkte middelen veel gebeurt.”
Extra budget
Geld voor onderzoek is er in Nederland bepaald niet in overvloed en Welters moet constateren dat sportfilosofen niet echt in staat blijken om extra budget los te peuteren. De aandacht spitst zich toe op topsport, breedtesport en sociale inclusie. Er zal lang over nagedacht zijn, maar Welters wordt er soms wat kriegelig van. Zo gaat er op dit moment veel geld naar het verder ontwikkelen en toepassen van exoskeletten die topsporters in staat stellen nog intensiever te trainen. Een ander geliefd onderzoeksthema is sport in combinatie met big data.
“Begrijp me niet verkeerd, ik vind het goed dat we allerlei experimenten doen. Het is logisch dat we met het oog op medailles blijven kijken naar waar winst te boeken is, maar hoeveel moeten we investeren om mensen uiteindelijk een duizendste sneller te laten lopen?”
"Nog voordat de discussie goed en wel losbarst wemelt het van de economische modellen en gaat het over de kosten van nieuwe stadions"
Vergeten
Tussen al dat onderzoek naar topsport, breedtesport en sociale inclusie lijkt sportfilosofie een beetje vergeten te worden, terwijl die in grote maatschappelijke discussies wel degelijk van waarde kan zijn. Denk bijvoorbeeld over het al dan niet organiseren van de Olympische Spelen in Nederland. Nog voordat de discussie goed en wel losbarst wemelt het van de economische modellen en gaat het over de kosten van die nieuwe stadions.
“Die stadions worden altijd duurder dan verwacht en andere rekensommen hangen grotendeels af van wat wel en juist niet wordt meegenomen. Draagvlak is veel belangrijker. Sportfilosofie kan daar aan bijdragen door verborgen veronderstellingen naar boven te halen en duidelijk te maken waarom mensen sport waarderen of juist afhaken.”
Publieke debat
Welters geeft aan dat sportfilosofen een belangrijke rol gespeeld hebben in het Britse publieke debat in de aanloop naar de succesvolle Spelen van 2012 in Londen. “De betekenis van sportfilosofen is niet altijd af te meten aan de kleur van een medaille, een nieuw record of de sportparticipatie, maar hij is er wel degelijk. Ook in Nederland.”
Het sportfilosofencongres van de EAPS en BPSA vindt plaats van 24 tot 26 april in Nijmegen. Voor meer informatie: conferentie European Association for the Philosophy of Sport of mail naar R.Welters@science.ru.nl