door: Thomas van Zijl | 9 maart 2017
De weg is lang en de concurrentie zwaar, maar de beloning mag er zijn. De Europese Unie stelt via het Erasmus+-Programma in totaal 31,8 miljoen euro subsidie beschikbaar voor Europese samenwerking binnen de sport. Lector Kracht van Sport Marije Deutekom-Baart de la Faille van de Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool Inholland weet uit eigen ervaring waar een aanvraag aan moet voldoen en wat die oplevert. In 2015 haalde zij subsidie binnen voor het SEDY-project.
SEDY heeft als doel de sportparticipatie van kinderen met een beperking te verhogen. Zij kiezen nu vaak voor een individuele sport; niet in alle gevallen omdat ze die het leukst vinden, maar omdat andere sporten niet worden aangeboden. Via SEDY werken hogescholen, bonden en andere sportorganisaties over Europese grenzen heen om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Die samenwerking, zegt projectleider Deutekom, was er zonder de financiële ondersteuning vanuit het Erasmus+-Programma niet geweest. De Europese Unie honoreert niet bepaald ieder willekeurig project. Terugblikkend beschouwt Deutekom de aanvraag als zwaar en de slagingskans als gering.
“Er komt veel papierwerk bij kijken. En wie door de procedure heen wil komen, moet uiteraard weten wat er op Europees vlak speelt op dit beleidsterrein. Dat betekent veel lezen in richtlijnen en visiedocumenten. Niet iedereen zal dat voor z’n plezier doen.”
Ruim vier ton subsidie
Deutekom en haar onderzoekspartners deden hun aanvraag in 2014 en zagen hun inspanningen een half jaar later beloond worden met een subsidie van ruim vier ton. Ze is nog altijd content met dat bedrag, maar plaatst het wel in perspectief. Het gaat immers om een financiële ondersteuning voor drie jaar, verdeeld over organisaties in zeven landen. Met name dat laatste vraagt de nodige coördinatie.
“Voordat we met SEDY begonnen kenden wij elkaar niet of nauwelijks. We zijn niet vanuit een bestaande samenwerking met een nieuw project begonnen. Het duurde wel even voordat alle neuzen dezelfde kant op stonden. Laat ik zeggen dat zoiets een uitdaging is.” Bij een volgende subsidieaanvraag zou Deutekom meer tijd en budget reserveren voor persoonlijk contact. Skype, zo weet ze inmiddels, is niet altijd een adequaat alternatief voor face-to-face-gesprekken.
Deutekom kan met nog een klein jaar voor de boeg al wijzen op uitgebreid onderzoek dat is uitgevoerd naar de sportwensen van kinderen met een beperking
Resultaten
Projecten die met succes een aanvraag indienen, hoeven de Europese Unie niet wekelijks op de hoogte te stellen van hun vorderingen. Belangrijk is dat zij aan het einde van de looptijd van drie jaar resultaat laten zien. Deutekom noemt het een eindafrekening. Wat SEDY betreft maakt ze zich daar overigens geen zorgen over.
“Wij doen wat we beloofd hebben. Al onze partners leveren en dat is al tamelijk bijzonder, want in Zuid-Europa lijken deadlines net wat flexibeler dan in Nederland of Scandinavië.” Deutekom kan met nog een klein jaar voor de boeg al wijzen op uitgebreid onderzoek dat is uitgevoerd naar de sportwensen van kinderen met een beperking en interventies om sportdeelname te bevorderen. Bovendien kan die kennis via een website gedeeld worden.
Sportplan op maat
Het stimuleren van Europese samenwerking is voor het Erasmsus+ Programma de eerste ambitie, maar Deutekom ziet in de slipstream van het SEDY-project ook nationaal veel initiatieven van de grond komen. Zo is er een samenwerkingsverband ontstaan tussen hogescholen op het gebied van aangepast sporten en is er ook een samenwerking met NOC*NSF op dit thema.
Pièce de résistance is de pilot waar de Inholland-hogescholen mee bezig zijn. Daarin stellen studenten als persoonlijk begeleider van kinderen met een beperking een op maat gemaakt sportplan op. Het zou Deutekom veel waard zijn als deze manier van werken, ook als de subsidie stopt, in het onderwijs de nieuwe norm wordt. Ze ziet in ieder geval veel enthousiasme en vooruitgang, maar realiseert zich dat het werk nog niet gedaan is.
“Onze start was een tikkeltje onwennig, maar wij hebben met dit consortium wel bewezen dat we kunnen samenwerken en resultaat boeken. Misschien dat we volgend jaar met de huidige partners wel een nieuwe aanvraag indienen.”
De deadline voor projecten die dit jaar een aanvraag indienen is op 6 april 2017. Voor meer informatie over Erasmus+-programma van de Europese Unie en de subsidieaanvraag daarvoor: klik hier