Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Nieuwe lector talentherkenning wil middelmaat niet als norm

door: Thomas van Zijl | 9 maart 2017 

Meer topsportsucces op het hoogste niveau is niet de eerste doestelling, maar Johan Pion hoopt er als nieuwe lector ‘Herkennen en Ontwikkelen van Sporttalent’ aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) uiteindelijk wel aan bij te dragen. Op 30 maart wordt hij officieel geïnstalleerd. Betere bewegers verdienen al op jongere leeftijd andere programma’s, vindt Pion. Te lang is vooral de middelmaat bediend. 

XL8JohanPion300Pion heeft al een rijke carrière achter de rug als hij later deze maand als lector aan de slag gaat. Hij begon zijn loopbaan als onderzoeker aan de Vrije Universiteit in Brussel, was daarna lang actief in de sportpromotie en begeleidde coaches tijdens hun opleiding op de Vlaamse Trainersschool. Een goede tien jaar geleden keerde hij aan de Universiteit Gent terug naar de wetenschap. Met een aantal collega’s werkte hij daar aan de ontwikkeling van het Vlaams Sportkompas, een instrument voor talentdetectie, -oriëntatie en –identificatie. Via twee verschillende modules wordt in kaart gebracht waar kinderen goed in zijn en waar ze enthousiast van worden. Pion: 

“Daar zijn speciale tests voor, maar meer onderscheidend is dat we gebruik van tekeningen, animated gifs. We laten ze afbeeldingen zien van bewegingen waar kracht, maar ook snelheid of juist duurvermogen belangrijk is. Aan de reactie kunnen we zien waar hun belangstelling naar uit gaat. Dat gaan we aan de HAN ook doen via de I Like app.”   

Goede begeleiding
Pion wil geen enkel kind iets opleggen of verbieden, maar hij vindt het zonde dat veel mensen niet eens wéten waar ze goed in zijn. Hij pleit daarom voor goede begeleiding op jonge leeftijd. “Als iemand graag wil basketballen, maar we schatten in dat hij maximaal 1.80 meter wordt, kunnen we in alle eerlijkheid zeggen: veel succes, maar de kans van slagen op het hoogste niveau is gering. Dat kan een keuze natuurlijk wel beïnvloeden. De vereisten van een sport moeten enigszins overeenkomen met de kwaliteiten van een kind.” 

Klassikale lessen zijn nu zo ingericht dat iedereen kan meekomen. Voor mensen die beter kunnen bewegen is er geen motivatie beter hun best te doen

Toch wil Pion waken voor een al te dwingende sturing op jonge leeftijd. Bang voor praktijken als in de vroegere DDR is hij allerminst. Zijn pleidooi komt vooral neer op maatwerk. Klassikale lessen zijn nu zo ingericht dat iedereen kan meekomen. Voor mensen die beter kunnen bewegen is er geen motivatie beter hun best te doen. Pion zou graag zien dat er, net als bij het leren lezen, sneller een onderscheid in niveau gemaakt wordt.

Kloof overbruggen
Pion stelt vast dat er nu nog een wereld van verschil zit tussen wat er op school gebeurt en hoe het er op sportclubs - laat staat binnen de topsport - aan toegaat. Er is sprake van een kloof, die door betere samenwerking overbrugd kan worden. Als een docent lichamelijke opvoeding nu in de gaten krijgt dat hij te maken heeft met een uitzonderlijk talent, gebeurt daar vaak weinig mee. Die informatie blijft hangen, terwijl dat talent zich bij een sportclub of onder de hoede van een gespecialiseerde trainer juist verder kan ontwikkelen. Als lector wil hij alle data en partijen samen laten komen: 

“Ik zie in de buurtsportcoaches een belangrijke schakel, zij kunnen de verbinding vormen tussen school en club. Als die overgang goed is en kinderen voelen zich op hun plek binnen een sport en vereniging voorkomt dat ook uitval op latere leeftijd.” 

“In een groot land als Australië is talent relatief dun gezaaid en zijn de programma’s erg duur. De Nederlandse begeleiding kan veel intensiever en beter worden gebundeld”  

Puzzel
Het is een lastige puzzel, maar als aan alle voorwaarden wordt voldaan kan het bijna niet anders dan dat betere talentherkenning en -ontwikkeling leidt tot meer succes. Pion wijst op het Verenigd Koninkrijk en Australië waar al jarenlang programma’s zijn om atleten van de ene discipline om te turnen naar de andere omdat de kans dat ze daar succesvoller in zijn groter wordt geacht. Ook NOC*NSF zet dat op vlak inmiddels belangrijke eerste stappen. Pion verwacht dat Nederland daar in de toekomst de vruchten van kan plukken. “In een groot land als Australië is talent relatief dun gezaaid en zijn de programma’s erg duur. De Nederlandse begeleiding kan veel intensiever en beter worden gebundeld.”  


Met het Lectoraat Herkennen en Ontwikkelen van Sporttalent doet men binnen HAN Sport en Bewegen veel onderzoek naar talentherkenning en –ontwikkeling. Kijk voor meer informatie op www.sportbewegen.nl. Voor meer informatie over de installatie van lector Johan Pion aan de HAN: klik hier

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst