door: Marc Hoeben | 9 februari 2017
De Amsterdamse Hockey & Bandy Club – ook wel aan te duiden met het meer eigentijdse ‘hockeyclub Amsterdam’ – is een oude dame in de sport. Dit jaar viert de vereniging het 125-jarig jubileum en de aftrap in de volle lustrumkalender was op 28 januari op het bekende Museumplein in de hoofdstad.
Voorzitter Marc Staal van AH&BC legt uit dat dat het Museumplein niet zomaar was gekozen als locatie van de eerste activiteit voor het lustrum. “Voor ons is het een plek met historie. Ooit hebben we daar bij het Rijksmuseum velden gehad. De datum, 28 januari, is onze echte oprichtingsdatum. Dat gebeurde destijds in het American Hotel aan het Leidseplein.”
Bandy
Oud en nieuw smelten bij het 125-jarig jubileum van hockeyclub Amsterdam samen. Zo ook bij de opening, met muziek van Buckwheat en een DJ en een wedstrijd op het ijsbaantje van het Museumplein. Bij die wedstrijd draaide het om bandy, een voorloper van ijshockey. “Heel mooi, om dat te zien. Een aantal mensen bij ons probeert de sport nieuw leven in te blazen, in het kader van het lustrum hebben we ook clinics voor de B-jeugd. Wij hechten aan traditie én aan innovatie.”
Het laatste zegt Staal niet voor niets. Wat belangstelling betreft heeft hockey als familiesport de laatste tien jaar een enorme vlucht genomen. “De sport is enorm veranderd en als vereniging kun je ons heel breed en samengesteld noemen. Wij hebben zo’n 2.300 leden en ook 2.400 betrokken ouders. Wij zijn een familievereniging, maar we staan ook heel erg voor tophockey. Als één van de weinige clubs halen we zowel met de mannen als met de vrouwen vrijwel continu de play-offs van de strijd om de Nederlandse titel.”
"We lopen tegen een capaciteitsgebrek aan. Net als bij onze buren Pinoké en Hurley is de ruimte de bottleneck voor verdere groei"
Grossier in landtitels
Amsterdam afficheert zich graag als club op ‘eenzame hoogte’, in prestatieve zin. Het heeft een staat van dienst met 21 landstitels bij de mannen en 19 kampioenschappen bij de vrouwen. Dat succes komt niet vanzelf, benadrukt Staal, en het komt ook voort uit een vereniging die verder wil kijken.
“We verspreiden onze kennis binnen het hockey in Amsterdam, waar nieuwe verenigingen als Athena en Westerpark zijn ontstaan. We steunen andere vormen als bedrijfshockey en trimhockey, om meer mensen op een betere manier te kunnen bedienen. Maar waar we wel tegenaan lopen is een capaciteitsgebrek. We hebben aan de Kalfjeslaan vijf velden. Net als bij onze buren Pinoké en Hurley is de ruimte de bottleneck voor verdere groei. Een verhuizing kan ik mij daarbij niet voorstellen. Het enige wat we kunnen doen is alert blijven op kleine mogelijkheden in het bos hier om de capaciteit te vergroten."
"Verder is het zaak om alles zo efficiënt mogelijk te doen. Zo hebben we twee jaar terug een klein speelveldje voor de jeugd gecreëerd. Op die manier kun je zo veel mogelijk kinderen aan het hockeyen hebben. Daarnaast hebben we tegenwoordig ook een eigen zaalhockeyhal, die we in de winter op de velden zetten. Daardoor hoeven de kinderen voor de trainingen en de wedstrijden niet meer de hele stad door te fietsen.”
Begin juli wordt het nieuwe Wagener Stadion opgeleverd, zo is de bedoeling, ruim een maand voor het EK hockey
Groot evenement
Het aloude Wagener Stadion, dat door de topploegen van Amsterdam gebruikt wordt voor de thuiswedstrijden in de hoofdklasse, is het bezit van hockeybond KNHB. Sinds vorig jaar is het fors op de schop gegaan voor vernieuwing en renovatie. Begin juli wordt het opgeleverd, zo is de bedoeling, ruim een maand voor het Europees kampioenschap voor landen voor mannen en vrouwen (19 tot en met 27 augustus). De capaciteit van het stadion wordt voor het EK tijdelijk opgeschroefd naar ruim 10.000 plaatsen.
Staal: “Toevallig valt het allemaal zo samen. Het is geweldig dat we in ons lustrumjaar zo’n groot evenement hebben. Het is momenteel rond het stadion door alle werkzaamheden wel even behelpen. Maar daar krijgen we zeker wat voor terug.”
Voorzitterswisselingen
Staal is nu enkele maanden voorzitter, die functie is de laatste jaren bij Amsterdam tussen verschillende mensen gewisseld. Maar volgens Staal is dat voor de continuïteit geen enkel probleem. “Mijn voorganger - Rob Groenemeijer - heeft het drie jaar gedaan, daarvoor was het vijf jaar Erik Cornelissen, die toen voorzitter van de bond is geworden. We hebben een bestuur van acht man, wijzigingen voltrekken zich geleidelijk, er is juist een enorme continuïteit. We hebben een aantal betaalde krachten en een leger aan vrijwilligers. Dan raak je niet in de war als er eens een wisseling van voorzitter is.”
"Zo’n lustrum moet hoog en laag en jong en oud met elkaar verbinden. Als het verenigingsgevoel nog sterker wordt, zou dat een mooi resultaat zijn"
Amsterdam heeft de financiële huishouding goed op orde, betoogt Staal. “Het is bewust beleid om de tering naar de nering te zetten. Onze inkomsten komen uit contributies, het verhuur van de accommodatie en sponsoring. Wat het laatste betreft hebben we met Eiffel en ABN AMRO al tien jaar lang een trouwe relatie. We activeren veel en proberen het voor die bedrijven echt interessant te houden. De sponsormarkt is behoorlijk in beweging en dat beseffen we ons maar al te goed. Je moet je onderscheiden. Natuurlijk hebben we ook het klassieke sponsormodel met zaken als shirtreclame en boarding. Maar we proberen bijvoorbeeld via filmpjes op social media een veel groter bereik te creëren en met ABN AMRO proberen we echt een connectie met de jeugd te maken.”
Energie
Ondertussen gaat Staal met de andere leden van het lustrum genieten. “Het is heel belangrijk als iedereen hier weer energie van krijgt, om zich voor de club te blijven inzetten. Zo’n lustrum moet hoog en laag en jong en oud met elkaar verbinden. Als het verenigingsgevoel nog sterker wordt, zou dat een mooi resultaat zijn.”
Voor meer informatie: www.ahbc.nl