door: Marc Hoeben | 8 december 2016
Wie de gebaande paden verlaat, komt soms mooie dingen tegen. Coach Arjan Taaij durfde met de volleyballers van landskampioen Lycurgus uit Groningen dit seizoen verder te denken dan de Nederlandse competitie. Het bracht de ploeg een deelname aan het toernooi op het hoogste Europese niveau, de Champions League, als eerste Nederlandse team sinds 2009. En daarvan heeft Lycurgus, dat meer van zulke dromen heeft, nog geen moment spijt gehad.
De Champions League mag dan als een soort walhalla voor het clubvolleybal gelden, de laatste jaren bleek het een onbegaanbaar terrein voor Nederlandse ploegen. Het was te duur, de tegenstanders misschien ook wel te sterk en uiteindelijk was dat laatste ook weer een geldkwestie. Dankzij een internationale regelwijziging veranderde voor dit seizoen opeens het perspectief. Arjan Taaij:
“Voorheen moest je een startgeld van 30.000 euro betalen en kwamen Nederlandse ploegen door hun te lage klassering op de Europese ranking niet eens in aanmerking. Nu mogen alle Europese kampioenen meedoen, hoef je in de voorronde geen startgeld te betalen en komt dat pas later, in de poulefase.”
Avontuur
Lycurgus speelde vorige maand de voorronde en slaagde er niet in de poulefase te halen. Het was een prachtig avontuur, zegt Taaij. “Wij waren een seizoen eerder kampioen geworden. Door die regelwijziging kregen we dus de kans om mee te doen en dat was voor ons meteen een serieuze overweging. We hebben een ambitieplan 2020, het paste mooi in de lijn van ons programma.”
"Door alles zo handig mogelijk aan te pakken hebben we er misschien een paar duizend euro aan overgehouden"
Natuurlijk, zo ondervond Taaij en het bestuur van de Groningse club, moesten er evengoed de nodige hobbels worden genomen. Een snelle rekensom leerde dat deelname aan de groepsfase een brug te ver zou worden. “Dan heb je het over een bedrag van 100.000 tot 150.000 euro aan totale kosten. Onze begroting voor een heel jaar ligt rond de 4,5 ton. Dan kun je je wel voorstellen wat het zou betekenen als we de poulefase van de Champions League halen. Dan heeft het consequenties voor de kwaliteit van je programma en voor de kwaliteit van je spelersgroep. En als de kwaliteit van je spelersgroep daardoor dus minder wordt, kun je je weer afvragen wat je sowieso op dat niveau hebt te zoeken.”
Bijna failliet
Het financiële ‘leed’ viel nu voor Lycurgus nog te overzien. “Het totale pakketje was iets van 25.000 tot 30.000 euro aan kosten. We hadden bij ons thuis vierduizend toeschouwers. Door alles zo handig mogelijk aan te pakken hebben we er misschien een paar duizend euro aan overgehouden.” Het is de voorlopige uitkomst van een traject sinds 2013, toen Lycurgus na een bijna-faillissement probeerde op te krabbelen. Belangrijker dan het geld vindt Taaij de gedachte die achter het proces in de laatste drie jaar schuilgaat en die een belofte inhoudt voor de toekomst.
“We hebben de ambities in 2013 uitgesproken en dat hebben we onderbouwd met een plan voor de organisatie, de marketing en de technische invulling. Ik ben natuurlijk met technisch manager Erwin Rob verantwoordelijk voor de technische invulling, voor bijvoorbeeld het creëren van een topsportklimaat waarin veel getraind kan worden. Eerst deden we dat één keer per dag, nu negen keer per week. De faciliteiten, de randvoorwaarden zijn verbeterd. Binnen de staf zijn verschillende specialismen ondergebracht, het gaat dan ook om de medische kant, de fysieke training en de scouting. Daarnaast investeren we veel in innovatie. Denk maar aan herstelbevordering, aan het monitoren van de belastbaarheid van spelers en de vertaling daarvan naar het programma. Of zoiets als een ballenmachine, die de service nabootst en waardoor je eindeloos op de stop na de service kunt oefenen.”
"Druk? Daar krijg ik heel veel energie van"
De ontwikkeling wordt door de pas 33-jarige Taaij en zijn staf aangejaagd. Aan activiteiten en indrukken bij hem geen gebrek. Hij volgde al een MBA Sportmanagement om zijn kijk te verbreden, hij is voor tweeëneenhalve dag per week docent-onderzoeker aan de ALO en heeft het lectoraat Sportwetenschap aan de Hanzehogeschool, hij doet zelf aan zaalvoetbal en fietsen, bezoekt graag wedstrijden van andere sporten en is dus ook elke dag in de zaal met de volleyballers te vinden. “Of dat niet te druk is? Ach, ik doe heel veel leuke dingen en daar krijg ik heel veel energie van. Soms is het pittig, maar ik heb het ook wel nodig om mezelf te ontwikkelen.”
“Hij is niet mijn idool of zo. Maar hij heeft een verleden in Groningen liggen, ik ben een echte Groninger. Hij kent de omgeving, de clubs, hij kent het volleybal"
Taaij is als de wel vaker genoemde spons, hij zuigt graag kennis op. Zo ging hij onlangs ook het gesprek aan met Joop Alberda, de man die als coach het Nederlands volleybalteam naar het olympisch goud van 1996 leidde en de laatste jaren vooral met wisselend succes actief is in managementfuncties bij sportbonden. “Hij is niet mijn idool of zo. Maar hij heeft een verleden in Groningen liggen, ik ben een echte Groninger. Hij kent de omgeving, de clubs, hij kent het volleybal. Er zijn wel wat raakvlakken, ook daarom vond ik het interessant. Of ik hem prestatiemanager bij de KNVB zie worden? Hahaha, dat weet ik niet, hoor. Maar als ik Studio Voetbal mag geloven zoeken ze iemand van buiten het voetbal. Tsja, dan kunnen ze bij Alberda uitkomen.”
Kruispunt
Zelf staat Taaij op een ander kruispunt. Misschien houdt de groei van Lycurgus wel in dat zijn rol als coach zich ontwikkelt tot een fulltime baan. “Dat zou ik zeker mooi vinden. Maar met een club als Lycurgus, moet je bedenken, zitten we ook wel in een spagaat. We doen aan topsport, maar we kennen zo onze financiële beperkingen. Het is niet mogelijk om iedereen voor een fulltime baan te betalen. Zo’n professionaliseringsslag is misschien wel nodig om de volgende stap richting Europese top te zetten.
Wij zitten een beetje op een kantelpunt. Als wij die stap zetten, zouden we de enige club in Nederland zijn. Dan kun je je ook meteen afvragen hoe interessant de Nederlandse competitie nog is. Ik geloof er absoluut in dat wij onze begroting kunnen verdubbelen. Dan kun je misschien aanhaken in Europa en groeien naar een organisatie waarin het hele Groningse volleybal zich kan ontwikkelen. Maar dan zou het mooi zijn als in Nederland ook andere clubs stappen maken. En dat zie ik ook wel gebeuren bij clubs als Dynamo en Orion."
Voor meer informatie: www.lycurgus.nl