Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Gezamenlijke actie nodig om zwemmen weer populair te maken

door: Thomas van Zijl | 22 september 2016

Kunnen Nederlanders nog wel zwemmen? Het aantal mensen met een zwemdiploma is al jaren min of meer stabiel, maar toch waarschuwt Reddingsbrigade Nederland dat de zwemvaardigheid hard achteruit kachelt 1. De zwemvaardigheden nemen vooral af omdat jongeren in hun vrije tijd aanzienlijk minder naar het zwembad gaan. Ze doen liever andere dingen. Tijd voor een aanvalsplan van de hele branche, vindt Koen Breedveld, directeur van het Mulier Instituut.

XL32KoenBreedveld-1

De afnemende zwemvaardigheden zijn in de eerste plaats een zorg voor organisaties als Reddingsbrigade Nederland. Die constateerde eind vorige maand dat de veiligheid in het geding is en de kans op ongelukken toeneemt. Op basis van de cijfers wil Breedveld niet direct meegaan in die conclusie; nog altijd haalt meer dan 90% van de vijfjarigen zwemdiploma A, gevolgd door B. Wel stelt hij vast dat er substantieel minder gezwommen wordt.

“Echte waterratjes zijn er nauwelijks meer, kinderen die als het maar even kan het water induiken. Het aanbod van andere dingen die ook leuk zijn is toegenomen, zo simpel is het.” Een logisch gevolg is dat het mensen aan zwemtraining en -ervaring ontbreekt. Als zij in zee terecht komen in een penibele situatie, vallen ze minder makkelijk terug op automatismen.

“Zeewater is vaak kouder en er is sprake van stroming. De situatie is anders dan in een zwembad. Ik denk dat mensen daar beter op zijn voorbereid als ze regelmatig zwemmen.”

Zwemlessen zorgen er voor dat het zwembad efficiënt gebruikt worden; er gebeurt anders op grote delen van de dag nagenoeg niets

Maatschappelijke discussie
Of het verplichten van schoolzwemmen een deel van de oplossing is, vindt Breedveld moeilijk te beoordelen. Daar hoort een maatschappelijke discussie aan vooraf te gaan over de vraag of het bijbrengen van zwemvaardigheden behoort tot de kerntaken van scholen. De meeste ouders nemen hun maatregelen en sjouwen zelf wekelijks naar de zwemles met hun kinderen. Hij wijst er wel op dat kinderen met minder vermogende ouders en leerlingen met een allochtone achtergrond minder vaak een diploma hebben.

“Voor deze omvangrijke groep is schoolzwemmen een belangrijke weg om te leren zwemmen. Daarom investeren steden als Rotterdam en Amsterdam, waar deze categorie relatief groot is, eigen geld in schoolzwemmen. Breedveld voegt er aan toe dat dit er en passant voor zorgt dat het zwembad efficiënt gebruikt worden; er gebeurt anders op grote delen van de dag nagenoeg niets.

Jongeren
Een bijkomend voordeel van schoolzwemmen is dat een grote groep jongeren de weg leert kennen naar het zwembad. Breedveld verwacht dat daar veel winst te behalen valt, al is daarmee niet in een klap afgerekend met de problemen. Zwembaden liggen nog wel eens wat verstopt of afgelegen en maken ook niet of nauwelijks reclame voor zichzelf. Een ander punt is de accommodatie. “Die is vaak verouderd en dat maakt het er niet aantrekkelijker op om er hele middagen door te brengen. Veel mensen vragen zich terecht af waarom er geen beter, mooier bad is.”

XL32ZwemmenMulier-1Breedveld vindt dat er gezamenlijke actie van de zwembranche nodig is om van mensen die het leuk vinden om met lekker weer in het water te plonsen, echte zwemmers te maken. De zwemwereld rust op drie poten die daaraan kunnen bijdragen en die verenigd zijn in het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ. Naast de gemeenten zijn dat de commerciële exploitanten van de zwembaden en de zwemverenigingen zoals van de KNZB of van de Reddingsbrigade. “Op een kruk met drie poten kun je prima zitten, maar als er een poot wegvalt lazer je om. En het wiebelt al te lang.”

Samenwerking lastig
De drie partijen hebben elkaar nodig, maar binnen het zwembad spelen tegelijkertijd verschillende belangen. De gemeente wil laagdrempelig sport aanbieden voor een zo groot mogelijke groep; de exploitant kijkt daarentegen vooral naar de winstgevendheid van de accommodatie. De zwemverenigingen concurreren dan weer met commerciële zwemscholen. Het bemoeilijkt de samenwerking en het ontwikkelen van een gezamenlijk beleid.

"Dat er steeds minder mensen gaan zwemmen, zou alle reden moeten zijn voor collectieve actie, maar ik mis nog een visie en een aanvalsplan"

Het ministerie van VWS heeft geld beschikbaar gesteld om zwemvaardigheid van kinderen te verbeteren 2. Daar is een goed programma voor opgesteld, maar daar moet het niet bij blijven, oordeelt Breedveld. “Het programma is een mooie duw in de rug, maar er moet nog zoveel meer gebeuren. Dat er steeds minder mensen gaan zwemmen, zou alle reden moeten zijn voor collectieve actie, maar ik mis nog een visie en een aanvalsplan. En dat is zonde, want zwemmen zat in onze genen en hoort daar ook weer in terug te keren.”

Noten:

  1. Eindbalans zomerseizoen Reddingsbrigade: 7.416 hulpacties, 309 reddingen, 13 doden
  2. Schippers steunt plan voor vergroten zwemvaardigheid en -veiligheid

Voor meer informatie: project NLzwemveilig en/of www.npz-nrz.nl

« terug

Reacties: 9

Kees Renzenbrink
22-09-2016

Beste Koen,

Is er ooit "after-care" onderzoek gedaan naar de zwemvaardigheden van de overlevenden? 

Kees Renzenbrink

Madelon Baans
22-09-2016

Ik hoop van harte mee met Koen dat er een aanvalsplan komt! Want plannen zijn leuk (ik ben overigens erg benieuwd naar het plan!) maar de uitwerking ervan nog vele malen belangrijker om mensen echt in beweging te krijgen. Er komt zoveel bij kijken en moet met zoveel factoren rekening worden gehouden; neem alleen al cultuur, beschikbaarheid, aanbod, prestaties op topniveau, betrokkenheid van topsporters maar ook vrijwilligers, trainers en professionals, mogelijkheden voor jonge kinderen, school inderdaad en ga zo nog maar even door... Ik hoop van harte dat die visie en het aanvalsplan en vooral ook de actie waar Koen het over heeft er komen! 

Lerrie
22-09-2016

Goed Stuk Koen!

Simon Ott
23-09-2016

Een duidelijk beeld van de teruggang van het zwemmen. Daarbij zou ik in het plan graag aandacht geven aan de manier waarop in veel zwembaden zwemles wordt gegeven. Kinderen leren wel zwemmen maar voor veel kinderen gebeurt dit niet met plezier. Zij ervaren het als verplicht oefenen in plaats van leuk ravotten in het water. Zorg dat kinderen en hun ouders het leuk vinden en naar het zwembad blijven komen.

kees van zanten
23-09-2016

In de Westerse samenleving gaan we er van uit dat een kind op 18-jarige leeftijd volwassen is en dus in staat om zijn eigen keuzes te maken in de samenleving.

Tot die tijd bereidt de ouder zijn kind voor op die volwassenheid en doet dat in een beschermde, veilige omgeving volgens het principe van “geleidelijk loslaten”. Tot die veilige omgeving behoren ook de maatregelen die de ouder kan nemen  om te voorkomen dat een kind verdrinkt. Voorbeelden daarvan zijn toezicht houden, een hek plaatsen om een vijver, een zwemvest om doen, een overlevingstechniek aanleren of een kind verbieden in de buurt van water te komen. Of de laatste maatregel realistisch is en of het werkt is te betwijfelen. In ieder geval is het sociaal onwenselijk. Bovendien biedt bewegen in en rondom water heel veel plezier.

Daarom kiezen we er als ouder voor om onze kinderen vertrouwd te maken met water door het aanleren van een overlevings-, c.q. zwemtechniek en dat te combineren met de afbouw van andere hulmiddelen, zoals de bovengenoemde. Mijn oudste dochter haalde op vierjarige leeftijd het C-diploma. Zwemvaardig was ze wel. Maar zwemveilig? Ik heb haar nog jaren in de gaten gehouden. Dat laatste zou de zwembadbranche tot nadenken moeten stemmen. Een kind dat net een diploma haalt blijft nog jaren afhankelijk van de ouder voordat het zelfstandig in een zwembadomgeving door de ouder wordt losgelaten. Wat betekent dat voor het zwembadbezoek? Ook de KNZB zou daarover na moeten denken. Het is een mooi deelonderzoek waard om de transfer te bepalen tussen de “beginners-borstcrawl” en het lidmaatschap van een zwemvereniging. Ook is het interessant om te weten hoeveel leertijd een negenjarige nodig heeft om zich deze beginners-borstcrawl eigen te maken. Ik verwacht een fractie van de tijd die een vijfjarige nodig heeft.

Mijn stelling is dus dat we de zwemopvoeding moeten oprekken en verdelen in fasen: leer een vijfjarige die technieken aan die het nodig heeft om te overleven in water en om plezier te hebben in een zwembad onder toezicht van de ouder. Technieken die behapbaar zijn voor een vijfjarige. Daarmee verkort je de tijd die een vijfjarige en zijn ouder moeten doorbrengen in het zwembad. Daarmee voldoe je aan de wens van de ouder. Die heeft immers meer geld dan tijd (en kiest daarom voor Turbolessen). Gebruik het geld dat de ouder over houdt om schoolzwemmen te financieren. Wordt de school daarmee verantwoordelijk voor de tweede fase van de zwemopvoeding? Mijns inziens niet. De school is echter wel verantwoordelijk voor de invulling van  bewegingsonderwijs, voor cultuuroverdracht en toepassing. Daarin past natte gymnastiek prima.

Een dergelijk model heeft veel gevolgen. Denk maar eens aan de (personeels-)bezetting van zwembaden. De impact op het rooster van scholen. De financieringsstroom.

Hiermee wil ik de kruk van Koen nog een paar extra poten geven. Die van het onderwijs, de KVLO en die van de ouder. Zes in plaats van drie poten en misschien zijn er nog wel meer. Ik ben het dan ook grondig met Koen eens dat het onderzoek van VWS op zich niet voldoende is en hoop dat het als een vliegwiel gaat werken om tot een bredere visie op zwemmen in Nederland te komen

Johan Harlaar
25-09-2016

Goed stuk van Koen Breedveld, met name het deel over de afnemende 'liefde voor het water'. Ik denk dan ook dat het benaderen van zwemmen vanuit veiligheid (ouders en maatschappij) misschien wel moet worden omgedraaid naar benaderen vanuit plezier en beleving (kinderen). Veligheid is immers gekoppeld aan dat wat je als zwemmer allemaal doet. Het in herhaling doen van steeds complexe activiteiten in en rond het water vergroot de zelfredzaamheid. Dit vraagt een andere manier van omgaan met kinderen, dus ook andere lesinhouden bij het schoolzwemmen en dit vraagt weer om een andere kijk op (school)zwemmen. Het is een complex geheel, maar niet onmogelijk.

Schoolzwemmen bereikt heel veel kinderen, maar als de visie en de inhoud blijft zoals het is / was, worden het niet zomaar waterratjes. Wat zou het mooi zijn als kinderen de weg naar het zwembad blijven vinden. Zowel recreatief, als via de watersporten. Ik ben het eens met Kees van Zanten dat we het opleiden breder en langer moeten trekken. Het is een kwestie van een lange adem en van heel goede communicatie naar ouders. Binnen de zwembadbranche zijn er genoeg ideeen. Zolang ouders, die toch bepalen hoe de start van de zwemcarriere van hun kind(eren) is, deze nieuwe ideeen niet te zien of te horen krijgen, kunnen zij ook niet 'omdenken'.

We hebben nog wat te doen met elkaar! 

Jack Jansen
25-09-2016

Beste mensen,

Als we ons blijven focussen op het huidige resultaat zal er nooit iets veranderen. Maar als we ons allemaal nu eens gaan focussen op verandering zullen we resultaat gaan bereiken. Echter de sleutel tot resultaat ligt bij ons allemaal. En is een kwestie van 1% inspiratie en 99% transpiratie. 

Het terug brengen van het zwembad als primair sociaal maatschappelijk onderdeel van onze samenleving is hierbij noodzakelijk. Concreet betekent dit. Aantrekkingskracht vergroten door plezier aanbieden in diversiteiten van alle zwem(les) en doe activiteiten, Begin bij de zwemlessen, en het schoolzwemmen. En begin vooral ook bij jezelf. Betrek iedereen. Denk aan sportverenigingen, (en ik bedoel niet de lokale zwemclub) dienstverlenende instanties, ouders etc.

Een "waterproof" aanvalsplan kan alleen slagen als we allemaal niet bang zijn, het resultaat los te laten, en durven te veranderen.

Het vergt stevige badslippers, een badpak of zwembroek dat naadloos aansluit en een heldere zwembril. Daarnaast is een dosis creativiteit, lef en doorzettingsvermogen nodig.

Wie durft?

Mark Debets
26-09-2016

Een inspirerend artikel, waar veel waarheden in staan. Ook de reactie over de verschillen tussen zwemvaardig en zwemveilig zijn herkenbaar. Hoe krijg je kinderen zwemveilig als hun ouders nog steeds denken dat je diploma C over reddend zwemmen gaat?

Het oprekken van de zwemopvoeding is voor alle poten van de kruk interessant. Waarom leren we oudere kinderen voor de zomervakantie niet hoe ze veilig in zee kunnen zwemmen? Levert extra zwemveiligheid op, maar ook extra omzet en kansen voor verenigingen.

Ik denk dat er in diverse baden in Nederland al allerlei initiatieven zijn. Het ei van columbus zit er misschien nog niet bij. Maar wat zou het goed zijn als er een overzicht komt van deze initiatieven, zodat we van elkaars successen en fouten kunnen leren. Vervolgens vragen we specialisten vanuit andere invalshoeken mee te kijken: onderwijs, marketing, innovatie, misschien wel retail of leisure. Zou verrassende inzichten en oplossingen kunnen opleveren.

Vanuit Arnhem leveren we graag inspiratie en transpiratie.

Kees Renzenbrink
26-09-2016

Voor de kinderen is het wachtwoord: 'LEUK'! Als je het als jong kind niet leuk vindt, verlies je - uiteraard - al gauw je interesse. Hoe vaak zie je niet een kind staan koukleumen in het zwembad tijdens zo'n les? Is dan dan nog wel leuk? Hoe gaat een dergelijk kind om met de commando's van de instructeur in een hol klinkend zwembad? Hoe intimiderend is deze situatie? 

Je moet je dus afvragen hoe leuk (voor de kinderen) het huidige zwemonderwijs wel is! 

Voor de ouders geldt uiteraard in hoeverre een kind zelfredzaam wordt in noodsituaties. Een baantje zwemmen - al dan niet gedeeltelijk onderwater - kan iedereen leren. Maar hoe een kind zou moeten reageren in een onverwachte, nare situatie, wordt hen dat wel geleerd?

Onder welke situaties (waar, al dan niet alleen, met / zonder uitdagende vrienden, zwemmend of duikend, zoet- of zout water, plassen, rivieren, zwembad of anderszins, etc.) verdrinkt een kind? En om dat verdrinken te voorkomen, heeft een kind dan wel geleerd hoe te reageren onder die situaties? Hoeveel kinderen - en ouders - weten wat te doen als je in een mui terecht komt? Vraag eens aan de reddings brigade hoe sommige ouders reageren als ze worden gewaarschuwd?

Wordt het geen tijd voor een instructie waarin - internationaal - de best practices worden beschreven? Het is toch niet zo dat Nederland hierin denkt het wiel te hebben uitgevonden?  

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst