door: Marc Hoeben | 30 juni 2016
Het is de hoogste tijd voor een inhaalslag bij een groot aantal sportvoorzieningen. Tot die conclusie zijn burgemeester en wethouders in de gemeente Rotterdam gekomen. In de Voorjaarsnota van 2016 stelden zij aan de gemeenteraad onlangs om die reden voor om in totaal 22 miljoen euro extra te besteden voor dit doel, vanuit de gedachte dat een beleid voor sportstimulering onder de inwoners begint met goede faciliteiten.
Was het dan zo beroerd gesteld met al die sporthallen, zwembaden en gymzalen in Rotterdam? “De kwaliteit en de staat van onderhoud van deze sportvoorzieningen hebben aandacht nodig,” zegt Adriaan Visser, wethouder van sport, financiën, organisatie, haven en binnenstad. “Het kan gewoon beter. Daarnaast kan het bij verschillende voorzieningen qua uitstraling en comfort voor de gebruikers ook beter. Daarin wil het college extra investeren.”
Stimuleringsbeleid
Sportstimulering ligt in het beleid van de gemeente Rotterdam verankerd. Visser: “We streven ernaar zoveel mogelijk Rotterdammers te laten sporten en gebruik te laten maken van de vele sportvoorzieningen die er zijn. Dan moeten we er ook voor zorgen dat die in orde zijn.” Het gaat in Rotterdam om vijftien zwembaden, veertien sporthallen, het Topsportcentrum naast De Kuip, 93 gymzalen en 82 buitensportcomplexen.
“De kantines en kleedkamers op buitensportcomplexen zijn eigendom van sportverenigingen, die ook het onderhoud hiervan moeten doen. Het is veel clubs echter niet gelukt om dit op orde te houden. Hierdoor is achterstallig onderhoud ontstaan aan de kantines en kleedkamers. Het college wil die clubs helpen door een eenmalig budget van 2,5 miljoen euro in te zetten voor het opknappen. Verder hebben diverse buitensportclubs - voetbal, hockey en honkbal - door een groeiend ledenaantal behoefte aan meer trainings- of speelruimte op de velden. Het college wil deze clubs graag tegemoet komen, onder andere door de aanleg van kunstgrasvelden en herinrichting van sportcomplexen.“
Extra inzet
De reguliere begroting in Rotterdam kent al een bedrag van 30 miljoen euro per jaar voor sportvoorzieningen. “Daaruit worden gebouwen, beheer, personeel en programmering gefinancierd. Het bedrag van 22 miljoen is het totaal van de voorgestelde extra inzet voor de komende vier jaar, tot en met 2020. Voor 2017, 2018 en 2019 gaat het om 6 miljoen extra per jaar, vanaf 2020 om 4 miljoen.”
"Het bleek dat het conditieniveau van de accommodaties op niveau 3 zat: sober en doelmatig"
De gemeente maakte serieus werk van het onderzoek naar de conditie van de sportvoorzieningen, voordat de conclusie van de noodzaak voor een stevige opknapbeurt werd getrokken. “We hebben een periodieke schouw laten doen door externe bureaus, op basis van de landelijke NEN-normen. Het bleek dat het conditieniveau op niveau 3 zat: sober en doelmatig. Met name wat betreft de uitstraling, zoals de buitenkant van het gebouw, vindt het college van B&W dat het voor diverse accommodaties beter kan.“
Opheffen deelgemeenten
Oorzaak voor het matige conditieniveau zou in Rotterdam liggen in het opheffen van de deelgemeenten. “Tot 2013 vielen sportvoorzieningen onder de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid van de toenmalige deelgemeenten. Met het opheffen van het deelgemeentebestel per 2014 zijn de verantwoordelijkheden en budgetten overgedragen naar het centrale stadsbestuur. Het college heeft hierna meerjarenonderhoudsplannen voor het bedrijfsgebonden onderhoud aan de binnenkant van sportvoorzieningen laten opstellen. Ten opzichte van het overgedragen budget vanuit de deelgemeenten bleek er een structureel tekort van 1,2 miljoen euro om het onderhoud op het gewenste niveau uit te voeren.”
Bij het wegwerken aan achterstallig onderhoud van kantines en kleedkamers bij sportclubs is het de vraag hoe Rotterdam de vinger aan de pols kan houden. “Eind 2015 is door een extern bureau in een rapport gedetailleerd beschreven welke maatregelen er nodig zijn en welke kosten hiervoor gemaakt kunnen worden. Dit geld wordt dus zeker niet ‘zomaar’ aan verenigingen gegeven.”
"Het aantal aanvragen is het laatste jaar toegenomen naar 5.000 kinderen, waardoor het Jeugdsportfonds geld tekort komt"
Jeugdsportfonds
Naast de genoemde 22 miljoen euro heeft Rotterdam nog extra budget voor ogen voor zaken als het Jeugdsportfonds. Het gaat om een verhoging van de jaarlijkse subsidie van 500.000 euro naar 800.000. “Hiermee kan het Jeugdsportfonds voor 3.500 Rotterdamse kinderen uit gezinnen met een minimuminkomen het lidmaatschap van een sportclub vergoeden. Het aantal aanvragen is het laatste jaar toegenomen naar 5.000 kinderen, waardoor het Jeugdsportfonds dus geld tekort komt. Daarom wil het college de subsidie verhogen.”
De voorstellen van de Voorjaarsnota moeten uiteraard nog door de gemeenteraad, de definitieve besluitvorming staat voor november op het programma. “Als college maken we een inschatting van het draagvlak binnen de raad. Deze heeft het afgelopen jaar enkele moties vastgesteld met het verzoek aan het college om met voorstellen te komen tot verbetering en uitbreiding van de sportvoorzieningen.”
Voor meer informatie: Rotterdam - Voorjaarsnota 2016-2020