door: Leo Aquina | 26 mei 2016
“Te lang was er hoop en verwachting op een betere Lottotoekomst”, zei Marcel Wintels begin mei op de Algemene Ledenvergadering van NOC*NSF. De voorzitter van de KNWU hield een vurig pleidooi tegen het exclusiviteitsbeding van de sportkoepel met de grootste geldschieter. Volgens de voorzitter van de KNWU ‘begeeft een sportkoepel die een bedrijf mede laat bepalen waar de basisfinanciering van de sport wel of niet naar toe mag, zich op een hellend vlak.’ Directeur Jan Kossen van de KNZB vindt dat Wintels krokodillentranen huilt. “Die exclusiviteit is er al jaren. De KNWU is nu in zee gegaan met Unibet. Prima, maar maak dan geen gebruik meer van de Lotto.” Volgens sportmarketeer Bob van Oosterhout slaat Wintels de spijker juist op de kop: “De Nederlandse sport moet niet afhankelijk zijn van een commercieel bedrijf.”
Kossen verwijt Wintels ‘Don Quichot-gedrag’: “De KNWU is jarenlang akkoord gegaan met die exclusiviteitsclausule en nu hebben ze een een-tweetje met Unibet en is de wereld te klein. Ze willen gewoon van twee walletjes eten. Wintels had dit kunnen weten als hij zich in de stukken had verdiept. Zo plat is het.” Van Oosterhout brengt daar tegenin dat Wintels ook voor de deal van de KNWU met Unibet al vraagtekens had bij het financieringsmodel van de Nederlandse sport via de Lotto. Los van deze discussie vindt Kossen het exclusiviteitsbeding van de Lotto niet meer dan logisch: “Wij hebben als zwembond een groot sponsorcontract met kledingmerk Arena, dan kunnen we toch ook niet zomaar ineens met concurrent Speedo in zee gaan. Dit type exclusiviteit is volkomen normaal in de sport.”
Lotto geen normale sponsor
Volgens Van Oosterhout is die exclusiviteit minder vanzelfsprekend dan Kossen voorspiegelt: “Die exclusiviteit staat in ons vakgebied al jaren onder druk. Het voorbeeld klopt ook niet. Ik noem een paar grote geldschieters van NOC*NSF: Ernst &Young, Asics, Rabobank. Het feit dat deze partijen een contract hebben met NOC*NSF betekent toch ook niet dat de bonden niet meer met andere adviesbureaus, kledingsponsors of banken in zee mogen gaan?” Van Oosterhout ziet de Lotto dan ook niet als een van de vele sponsors. “De Lotto is op aarde om de Nederlandse sport te financieren, dat staat zelfs in hun mission statement. Daarmee is het bedrijf niet zomaar een van de sponsoren.”
“Als het de Lotto goed gaat, gaat het de Nederlandse sport ook goed”
Geen concurrenten
De directeur van sportmarketingbureau Triple Double benadrukt dat wat hem betreft de Lotto en andere sponsors als Unibet naast elkaar kunnen bestaan. “Ik heb enorm veel waardering voor De Lotto en alles wat de Lotto voor de Nederlandse sport betekent, maar net als Marcel Wintels zie ik liever tachtig miljoen van vijf partijen naar de Nederlandse sport gaan, dan dertig miljoen van één partij. Ik denk ook niet dat Unibet en de Lotto elkaar in de weg zullen zitten als de Nederlandse kansspelmarkt opengaat. In het buitenland zie je ook dat alle partijen profiteren als de markt opengaat en dat is goed voor de sport in zijn geheel. In België ging de omzet van de Lotto naar een record, terwijl er ogenschijnlijk concurrenten bijkwamen. Maar het versterkt elkaar juist. Lotto-spelers blijken heel andere mensen te zijn dan mensen die online wedden op sport. Eigenlijk zijn het helemaal geen concurrenten van elkaar.”
“Als het de Lotto goed gaat, gaat het de Nederlandse sport ook goed”, zegt Kossen die wel vindt dat een contract van een bond met Unibet de belangen van de Lotto schaadt. “Als onze sporters het Lotto-logo uitdragen, draagt dat bij aan de populariteit van de Lotto. Dat is de uitstraling die de Lotto zoekt en het is niet vreemd daarbij een onderlinge afspraak te hebben om geen soortgelijke afspraken met concurrerende bedrijven te hebben. Bedenk wel dat de Lotto al jarenlang veertig à vijftig miljoen aan de sport geeft. Er is echt geen andere partij die dat doet.”
"Op dit moment loopt de Nederlandse sport en staat inkomsten mis. Ik kan me niet voorstellen dat het nog weer langer gaat duren dan 2017"
Liberalisering kansspelmarkt
De onzekerheid over het al dan niet opengaan van de Nederlandse kansspelmarkt, maakt de discussie moeilijk. Zolang die markt niet open is, heeft de Lotto in Nederland een monopolie als het gaat om kansspelen en is er überhaupt geen ruimte voor een partij als Unibet. “Een gotspe”, aldus Van Oosterhout: “Wij werken al meer dan tien jaar voor Unibet. Al tien jaar lang heerst het gevoel dat de markt snel open zal gaan. Dat zou goed zijn voor de Nederlandse sport. Het zijn partijen die gewoon zaken willen doen en belasting willen betalen. Op dit moment loopt de Nederlandse sport en staat inkomsten mis. Ik kan me niet voorstellen dat het nog weer langer gaat duren dan 2017.”
Kossen kan zich op zijn beurt prima voorstellen dat het nog wat langer duurt voor de markt opengaat. “We zijn nog lang niet zover en ik denk ook niet dat het veel eerder dan 2019-2020 zal gebeuren. Wij hebben met de sport veel profijt van de Lotto en het lijkt mij alleen maar goed om de Lotto in de komende jaren sterker te maken. Dat komt de sport ten goede.”
Voor meer informatie: Reactie KNWU op exclusiviteitsvoorstel Lotto-Staatsloterij