Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Sportzorg Alliantie ambieert centraal kennisplein in Bilthoven

door: Leo Aquina | 26 mei 2016

Een centraal kennisplein voor sportmedische zorg, dat is het streven van de verschillende partijen die zich in Nederland met de medische begeleiding van (top)sporters bezighouden. Begin mei tekenden de sportzorgpartners onder toeziend oog van Cees Rein van den Hoogenband, chef-arts van NOC*NSF, de intentieverklaring voor de Sportzorg Alliantie. “Dit komt voort uit samenwerking die er in de praktijk vaak al was”, vertelt Bart Smit, die de intentieverklaring tekende namens de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg (NVFS). “Een integrale aanpak van de sportgezondheidszorg leidt tot betere zorg voor sporters”, aldus Smit.

De Sportzorg Alliantie komt niet zomaar uit de lucht vallen. Veel partijen die de verklaring tekenden (Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG), Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg (NVFS), Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS), Vereniging Sportdiëtetiek Nederland (VSN), Vereniging voor SportPsychologie in Nederland (VSPN) en de Nederlandse Vereniging van Sportpodotherapeuten Leefstijlprofessionals (NBLP)) werkten al eerder op vele vlakken regionaal samen. “Met deze intentieverklaring bestendigen we wat we eigenlijk onderling al veel deden”, aldus Smit.
 
XL19Intentieverklaring-1Centraal kennisplein
Welke intentie hebben de partijen bij het ondertekenen van de intentieverklaring concreet met elkaar uitgesproken? “De achterliggende gedachte is dat we binnen nu en negen maanden een convenant hebben, waarin we vastleggen hoe we komen tot de optimale (para)medische begeleiding van sporters in Nederland. Dan heb ik het over de behandeling van acute medische klachten, maar ook over vraagstukken van belasting en belastbaarheid, trainingsintensiteit, voeding en diëtetiek, noem maar op. Om dat vorm te geven richten we een centraal kennisplein in, dat in het nieuwe kantoor van Sportzorg Nederland in Bilthoven komt te zitten. Dat moet je zien als een soort commandocentrum van waaruit regionale netwerken worden uitgezet waar sporters terecht kunnen.”

"De sportmedische zorg voor de topsporter moet eigenlijk een voorbeeld zijn voor de medische zorg voor iedere sporter"

Smit ziet topsport als een kraamkamer voor nieuwe ontwikkelingen in de gezondheidszorg. “Het is zoals de Formule 1 in de automobielindustrie. Daar zie je de nieuwste snufjes en die sijpelen langzaam door naar beneden.” Binnen die topsport wordt al veel multidisciplinair samengewerkt om de medische begeleiding van atleten te optimaliseren. “Iedereen is nu op weg naar Rio. Daar is al sprake van een natuurlijke verbintenis tussen diverse sportzorgverleners. De sportmedische zorg voor de topsporter moet eigenlijk een voorbeeld zijn voor de medische zorg voor iedere sporter.”

Geen strijd meer
Smit ziet de samenwerkingsverbanden zoals die er in de topsport al zijn dan ook graag terug op regionaal niveau. “We zien vaak al samenwerking van sportartsen, sportdiëtisten, sportpsychologen, sportfysiotherapeuten en sportmasseurs. Iedereen heeft daarin zijn eigen rol en er is geen strijd meer tussen de verschillende domeinen. In onderlinge afstemming kunnen we de sporter veel beter begeleiden.”

XL19Intentieverklaring-2bisDe Sportzorg Alliantie richt haar inspanning in eerste instantie op talenten en talentontwikkeling. Smit: “We willen het vanaf de bodem opbouwen. Als we dit voor de talenten goed op elkaar hebben afgestemd, gaan we na de Olympische Spelen weer met NOC*NSF om te tafel om te kijken naar de rest van de Nederlandse sport.”

Bang voor problemen met de privacy van de sporters bij het onderling delen van medische informatie is Smit niet: “We opereren altijd binnen de vigerende wet- en regelgeving. De sporter is altijd regisseur van zijn eigen medisch dossier. Ook dat in dat opzicht kan de topsport dienen als voorbeeld voor de rest van de medische wereld.”

Gesloten beurzen
Vooralsnog opereert de Sportzorg Alliantie met gesloten beurzen. “We gaan eerst met de inhoud aan de slag. Alle organisaties kijken wat er inhoudelijk bij elkaar te halen valt en dat kost vooral uren en tijd. We weten echter ook dat de minister van VWS op dit gebied meer wil doen, dus daar gaan we op termijn wel mee in gesprek en dat geldt ook voor NOC*NSF. Maar in eerste instantie gaan we uit van eigen kracht.”
 
Voor meer informatie: www.sportgeneeskunde.com

« terug

Reacties: 1

Bernard Fransen
26-05-2016

Succes en topinitiatief!! Inderdaad de krachten cq expertise bundelen!

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst