Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwe publicaties-Item

Hommage aan de Homo Ludens 5 april 2016

door: Kees van Tilborg

Enkele minuten na mijn toezegging wat voor Sport Knowhow XL te schrijven over het nieuwe boek ‘Spelinzicht’ volgde het bericht van het overlijden van Johan Cruijff. Onmiddellijk kwam een Cruijffiaanse associatie in mij op: 'als je het spel niet leest of ziet krijg je nooit spelinzicht'. Dat kan alleen een uitspraak zijn van een Homo Ludens, honderd procent aanwezig in zowel Johan Cruijff als in het boek ‘Spelinzicht’.

Het prachtig vormgegeven boek kent een krachtige theoretische basis waarin de auteurs, vanuit hun visie op bewegingsonderwijs, deductief, progressief concretiserend afdalen naar hun visie op spelsportonderwijs en komen tot een speler- en spelgecentreerde visie. Bij Cruijff zou zijn broek afzakken als hij deze laatste zin zou moeten uitleggen, laat staan ontleden. Daarom was het misschien toch een vorm van zelfbescherming toen hij beweerde ‘Je kunt beter ten onder gaan met je eigen visie dan met de visie van de ander’.

Want een nieuwe visie is volop aanwezig in ‘Spelinzicht’. De auteurs presenteren een eigentijds vakdidactisch model, bestaande uit componenten die de trainer/leraar bij het inrichten van het spelonderwijs kan hanteren. Elke component is uitgewerkt met een groot gevoel voor de toepasbaarheid. Voor elke ‘spelfamilie’ is het spelidee aangegeven, zijn de rollen bepaald, zijn speluitdagingen geformuleerd, almede de succescriteria en spelprincipes.

XL13-VakdidactischModelMet behulp van de heldere theoretische structuur is ook het imponerende praktijkgedeelte van ‘Spelinzicht’ makkelijk te lezen en te bestuderen. Het lezen van 450 pagina’s praktische uitwerking/speluitdagingen van ‘Spelinzicht’ zou voor Cruijff waarschijnlijk teveel van het goede zijn geweest. Maar als hij het boek zou hebben doorgebladerd zou hij, als rasspeler en liefhebber van speluitdagingen, zich volledig herkend hebben in de inhoud. Hij was immers het vleesgeworden prototype van de Homo Ludens.
 

Homo Ludens
Het idee van de Homo Ludens is een mensbeeld waarin de mens eerst en vooral een spelend wezen is. Het begrip werd voor het eerst gebruikt (1938) als titel van een boek van historicus Johan Huizinga. Hij gaf met de Homo Ludens een vervolg op toen bekende begrippen Homo Sapiens (de verstandige, wijze, denkende mens) en Homo Faber (de makende, arbeidende mens). Huizenga ‘ontleedde’ het spel van mens en dier, bracht het in kaart en beschreef het belang van het spel- en speelelement voor cultuur en samenleving. Het spel was volgens Huizinga zelfs een noodzakelijke voorwaarde voor het voortbrengen van cultuur.

Tal van praktijkvoorbeelden
Om tijdens lessen en trainingen voortdurende uitdaging en succesbeleving te bewerkstelligen, barst het boek ‘Spelinzicht’ van de praktijkvoorbeelden in de vorm van speluitdagingen rondom thema’s als balbezit (houden), vrijlopen, in scoringspositie komen, afronden en doelpogingen voorkomen. De tientallen speluitdagingen zijn opgehangen aan de hand van de grote ‘spelfamilies’ en concreet uitgewerkt voor een tiental ‘doelspelen’ (van frisbee tot voetbal), vijf ‘terugslagspelen’ (zoals volleybal en tennis) en drie ‘inblijf- en uitmaakspelen’ (zoals softbal en cricket). Bij de uitwerking wordt gebruik gemaakt van de mooie metafoor van de groene, blauwe, rode en zwarte ‘skipistes’.

De groene spelpiste is daarbij het minst complex en de zwarte piste het meest complex. Het niveau van het individu bepaalt welke piste het meest betekenisvol en uitdagend is, en de meeste leerkansen biedt bij het leren spelen en sporten.

De speler Cruijf zou gesmuld hebben van alle speluitdagingen op alle pistes. Toen hij zei dat hij eigenlijk liever de speler was dan de trainer, en met zijn uitspraak dat het ‘minder om het geld moet gaan en meer over het vak’, gaf hij zichzelf bloot en raakte onbewust de essentie. Cruijff was een rasspeler, smulde van speluitdagingen en genoot van een ‘potje voetballen’.

Een potje voetballen om het ballen!
Friedrich Schiller schreef in 1795 (Briefe über die ästhetische Erziehung des Menschen):

‘Der Mensch spielt nur, wo er in voller Bedeutung des Wortes Mensch ist,
und er ist nur da ganz Mensch, wo er spielt‘.


Wie herkent zich daar niet in? Bijna iedereen heeft toch wel eens gezegd ‘Ik heb zin in een lekker potje ….ballen‘

In het spel van de stylist Cruijff, herken je daarin bijna alle kenmerken van spel. Het is:

  • vrijheid, doelvrijheid, vrijwilligheid;
  • gratuit, umsonst, fun, Spass, voor de grap, zo maar, nergens om;
  • belangeloos, ongericht, spanning, verrassing
  • fantasie, creativiteit, gegrepen worden, volledige overgave.

In spel en spelen staat het lustvolle/vitale/ludieke tegenover de ultieme wedijver zoals die aanwezig is tijdens een topwedstrijd. En als die wedijver te dominant wordt, gaat dat altijd ten koste van het spelelement en dus van de spelvreugde. Denk aan profvoetballers die geforceerd spelen als ze midden in contractbesprekingen zitten, privéproblemen hebben of zich na een grote transfer waar willen/moeten maken. Voor een echte speler ligt de waarde van spelen en het spel echter in de activiteit zelf en niet in het zoeken van de betekenis elders.

Van een groep spelende en sportende mensen kan nooit precies worden vastgesteld wat iedereen op een bepaald moment leert. Dat komt door de complexiteit van onderwijs- en leerprocessen, en de grote individuele verschillen daarbij. Om het leerproces te optimaliseren en de betrokkenheid en motivatie van de leerling te stimuleren, is het van belang dat de gekozen onderwijsleerstof haalbaar is (succesbeleving) of juist net niet haalbaar (uitdagend) is. Maar wat haalbaar of uitdagend is, kan vanzelfsprekend per individu verschillend zijn. ‘Da’s toch logisch’. De speluitdaging kan voor iedere deelnemer aanwezig blijven door slim gebruik te maken van zowel het vrijblijvende spelelement als het serieuze wedstrijdelement.

Een feest voor de geest
Het boek ‘Spelinzicht’ is een bekroning van jarenlang ontwikkelwerk van de vakgroep spel(sport)onderwijs van Fontys Sporthogeschool Eindhoven. Elke trainer of leraar in de wereld van sport en bewegen kan er mee aan de slag om zinvolle, betekenisvolle en vooral veilige en verantwoorde spelleeromgeving te creëren. Een leeromgeving waarin kansrijke bewegings- en belevingsmogelijkheden voor iedere leerling worden gegarandeerd. Het boek is een genot als je het leest en kan met echt een handboek genoemd worden, bruikbaar voor iedereen die leiding geeft aan anderen om op een hoger niveau te leren spelen en sporten. Voor de jeugd van Nederland is het een voorrecht zo te spelen en te leren spelen.

Leven om te bewegen of bewegen om te leven.
Sport is een onlosmakelijk onderdeel van onze maatschappij geworden. Helaas is dat ook het geval met de bij sport behorende randverschijnselen zoals doping, corruptie, geweld, agressie, racisme, discriminatie tijdens en rondom het sporten. Sport wordt bovendien net als Nike, een cursus Pilatus, hooliganisme en Ziggo-sport door de media en de commercie aan de man gebracht. Dat alles kan leiden tot negatieve reclame en ‘sportverlaters’.

Weerstand tegen sport … vergeefse moeite
Rondom de overgang van de 19e naar de 20e eeuw waaide sport en sporten vanuit Engeland langzaam over naar Nederland. Dat stuitte dat aanvankelijk op veel verzet. Dat kwam:

  • uit orthodox socialistische kring, omdat sport door de leiders van de arbeids-beweging gezien werd als een product van een liberaal burgerlijke kapitalistische maatschappij;
  • uit christelijke kring vanwege de morele gevaren van het verschijnsel sport.
  • uit de hoek van gymnastiekleraren/turnmeesters, die vooral aanhangers waren van het Duits-Nederlandse schoolturnen en in mindere mate en de Zweedse gymnastiek. Men sprak in dit verband ook wel van de 'Engelse ziekte', daarmee ook doelend op de begeleidende verschijnselen van de sport, zoals de overdrijving, de sportverdwazing, de recordjacht en de overdreven lichaamscultus.

Maar het tij was niet te keren. Spel en sport kwamen steeds meer in de belangstelling te staan, ook van opvoeders en wetenschappers. Spel was, zoals gekarakteriseerd in Huizinga’s Homo Ludens, een verschijnsel 'sui generis' geworden (enig in zijn soort) en sport groeide in de eerste helft van de twintigste eeuw spectaculair.

‘Je gaat het pas zien als je het door hebt’
Je verleidt jeugd niet tot bewegen en sporten door ze met wat boterhammen met pindakaas en wat euro’s naar de Efteling, een sportschool of naar een Cruyff Court te sturen. Ook een sportdag is gauw georganiseerd, maar het is andere koek om grote groepen jongeren blijvend, gezamenlijk en creatief aan het spelen en sporten te krijgen. Het is aan de opvoeders om jongeren na te leren denken over de waarde van bewegen en een actieve en gezonde levensstijl. Het is aan de politiek om te zorgen voor een dagelijkse portie functioneel en sportief bewegen op het bord van de jeugdige.

Kees van Tilborg promoveerde in 2000 aan de KU Leuven tot doctor in de lichamelijke opvoeding. Hij was van 1995 tot 2006 directeur van de KALO te Tilburg (vanaf 2000 Fontys Sporthogeschool geheten). Van Tilborg verrichte veel vrijwilligerswerk, waaronder lid van de redactie (1991-1996) van Lichamelijke Opvoeding en lid (1998-2008) van de raad van toezicht van de bijzondere leerstoel sport en lichamelijke opvoeding aan de Universiteit Tilburg. Binnen de Nederlandse Katholieke Sportfederatie was hij lid en voorzitter (1983-1988) van de (wetenschappelijke) adviesraad, lid van de beoordelingscommissie van het Mgr. Boymansfonds (1985-2005), afwisselend lid en voorzitter (1985-1993) van de congrescommissie Sporta-NKS en lid van de Raad van Advies van de NKS (2001- 2005). Sinds 2010 is Van Tilborg medeverantwoordelijk voor de digitale canon van de lichamelijke opvoeding. Hij leverde het idee, zit in de redactie en schreef zelf meerdere vensters en korte biografieën. Vanaf 2012 is hij als archivaris verantwoordelijk voor de collectie en het ‘historisch archief’ van de KVLO. Van Tilborg publiceerde talloze artikelen en boeken op het gebied van lichamelijke opvoeding, klik hier voor een opsomming daarvan. Klik hier voor een uitgebreid cv van Kees van Tilborg.


XL13-CoverSpelinzicht275Titel: Spelinzicht
Subtitel: Een speler- en spelgecentreerde didactiek van spelsporten
Auteurs: Gwen Weeldenburg, Enrico Zondag en Frank de Kok
Uitgave: nr. 102 van het Jan Luiting Fonds, p/a Arko Sports media te Nieuwegein.
Pagina's: 512
Prijs: € 39,95 incl. btw
ISBN: 978-90-72335-62-3
Bestellen: klik hier

« terug

Reacties: 1

Stan Stolwerk
07-04-2016

Beste Kees; vertrouwd gedegen en gestructureerde bespreking ... En gelukkig ook bespiegelingen die breder gaan! Met groet Stan

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst